Over de relativiteitstheorie

Alle briljante nonsens die men tegenwoordig bijvoorbeeld als de relativiteitstheorie brengt, waardoor Einstein een groot man geworden is, die zal worden afgewezen als men over deze dingen heldere begrippen zal hebben, die met de werkelijkheid overeenkomen. U weet, de relativiteitstheorie is immers zo duidelijk. Nietwaar, men hoeft zich slechts voor te stellen, dat wanneer in de verte een kanon afgeschoten wordt, dan hoort men het pas na een bepaalde tijd. Nu nemen we echter aan dat we dichter naar het kanon toe bewegen, dan hoort men het kanon eerder, omdat men immers dichterbij komt. Nu concludeert de relativiteitstheoreticus: Als men zich nu even snel beweegt als het geluid gaat, dan gaat men met het geluid, dan hoort men het niet. En gaat men nog sneller dan het geluid, dan hoort men iets dat later wordt afgevuurd vroeger dan dat het is afgevuurd. Dat is tegenwoordig een algemeen aanvaard idee, alleen staat het niet in de geringste verhouding tot de werkelijkheid. Want wanneer men zich even snel beweegt als het geluid, dan kan men zelf een geluid zijn, maar men kan geen geluid horen. Deze geheel ongezonde ideeën leven echter vandaag de dag als relativiteitstheorie en genieten het allergrootste aanzien.

Bron: Rudolf Steiner – GA 176 – DAS KARMA DES MATERIALISMUS – Berlijn, 7 augustus 1917 (bladzijde 239)

Eerder geplaatst op 5 juli 2016

Zin voor realiteit

In onze tijd zou de zin voor realiteit niet zo sterk ontbreken, wanneer men tegenwoordig niet – hoewel men dit niet altijd toegeeft – op het standpunt zou staan, dat iets waar is, wanneer het geobserveerd en logisch is. Maar het logische alleen maakt de waarheid niet uit, de waarheid blijkt pas wanneer iets logisch is en in overeenstemming met de realiteit.

Wat dat betreft maakt men tegenwoordig iets ongelooflijks mee. Zo vind je bijvoorbeeld in de zeer intelligente en voor bepaalde zaken absoluut te waarderen relativiteitstheorie van Einstein plastische voorstellingen die eigenlijk zo zijn, dat je je in de grond van de zaak voortdurend gespleten, in de war voelt, wanneer je een juist gevoel voor de realiteit hebt. Alleen dit al, dat bij Einstein een horloge met de snelheid van het licht de wereldruimte invliegt en dan hetzelfde zou blijven. Dat zijn van die dingen; je hoeft je echter alleen maar af te vragen, hoe het is, wanneer het weer terugkomt; het zou niet alleen verpulverd zijn, maar nog veel meer. Er wordt iets geponeerd wat je goed uitdenken kan, wat logisch is. De relativiteitstheorie is zo logisch als mogelijk, maar bij vele toepassingen is ze niet in overeenstemming met de werkelijkheid. Dat deze dingen op de tijdgenoten zo’n indruk kunnen maken, komt omdat we de zin voor de realiteit op een bepaalde manier kwijt zijn.

Bron: Rudolf Steiner – GA 309 – Anthroposophische Pädagogik und ihre Voraussetzungen – Bern, 16 april 1924 (bladzijde 64)

Vertaling: Pieter Witvliet. Voor zijn vertaling van de gehele voordracht zie: VRIJESCHOOL – PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE ACHTERGRONDEN

Eerder geplaatst op 4 juni 2016 

Over de relativiteitstheorie

Alle briljante nonsens die men tegenwoordig bijvoorbeeld als de relativiteitstheorie brengt, waardoor Einstein een groot man geworden is, die zal worden afgewezen als men over deze dingen heldere begrippen zal hebben, die met de werkelijkheid overeenkomen. U weet, de relativiteitstheorie is immers zo duidelijk. Nietwaar, men hoeft zich slechts voor te stellen, dat wanneer in de verte een kanon afgeschoten wordt, dan hoort men het pas na een bepaalde tijd. Nu nemen we echter aan dat we dichter naar het kanon toe bewegen, dan hoort men het kanon eerder, omdat men immers dichterbij komt. Nu concludeert de relativiteitstheoreticus: Als men zich nu even snel beweegt als het geluid gaat, dan gaat men met het geluid, dan hoort men het niet. En gaat men nog sneller dan het geluid, dan hoort men iets dat later wordt afgevuurd vroeger dan dat het is afgevuurd. Dat is tegenwoordig een algemeen aanvaard idee, alleen staat het niet in de geringste verhouding tot de werkelijkheid. Want wanneer men zich even snel beweegt als het geluid, dan kan men zelf een geluid zijn, maar men kan geen geluid horen. Deze geheel ongezonde ideeën leven echter vandaag de dag als relativiteitstheorie en genieten het allergrootste aanzien.

Bron: Rudolf Steiner – GA 176 – DAS KARMA DES MATERIALISMUS – Berlijn, 7 augustus 1917 (bladzijde 239)

Zin voor realiteit

In onze tijd zou de zin voor realiteit niet zo sterk ontbreken, wanneer men tegenwoordig niet – hoewel men dit niet altijd toegeeft – op het standpunt zou staan, dat iets waar is, wanneer het geobserveerd en logisch is. Maar het logische alleen maakt de waarheid niet uit, de waarheid blijkt pas wanneer iets logisch is en in overeenstemming met de realiteit.

Wat dat betreft maakt men tegenwoordig iets ongelooflijks mee. Zo vind je bijvoorbeeld in de zeer intelligente en voor bepaalde zaken absoluut te waarderen relativiteitstheorie van Einstein plastische voorstellingen die eigenlijk zo zijn, dat je je in de grond van de zaak voortdurend gespleten, in de war voelt, wanneer je een juist gevoel voor de realiteit hebt. Alleen dit al, dat bij Einstein een horloge met de snelheid van het licht de wereldruimte invliegt en dan hetzelfde zou blijven. Dat zijn van die dingen; je hoeft je echter alleen maar af te vragen, hoe het is, wanneer het weer terugkomt; het zou niet alleen verpulverd zijn, maar nog veel meer. Er wordt iets geponeerd wat je goed uitdenken kan, wat logisch is. De relativiteitstheorie is zo logisch als mogelijk, maar bij vele toepassingen is ze niet in overeenstemming met de werkelijkheid. Dat deze dingen op de tijdgenoten zo’n indruk kunnen maken, komt omdat we de zin voor de realiteit op een bepaalde manier kwijt zijn.

Bron: Rudolf Steiner – GA 309 – Anthroposophische Pädagogik und ihre Voraussetzungen – Bern, 16 april 1924 (bladzijde 64)

Vertaling: Pieter Witvliet. Voor zijn vertaling van de gehele voordracht zie: VRIJESCHOOL – PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE ACHTERGRONDEN