Sociale vooruitgang/Spiritueel inzicht

Degene, die geestelijke inzichten niet erkent en zich allerlei gedachten en idealen vormt, hoe men de menselijke vooruitgang tegenwoordig zou kunnen bevorderen is vergelijkbaar met iemand die een tuin voor zich heeft met veel planten, die beginnen afstervingsverschijnselen te vertonen; hij doet dit, doet dat, doet van alles, doet de hele tijd veel moeite – maar hij bereikt niets. Ja, de ene plant gaat het een beetje beter, de andere weer slechter, in het geheel wordt het niet beter met de planten. Waarom wordt het niet beter? Omdat misschien een of andere ziekte de wortels heeft aangedaan (Duits: ergriffen), die hij niet opmerkt. 

Zo is het ook met het sociale streven van menigeen. Ze geven zich ontzaglijk veel moeite, ze doen enorm veel voortreffelijke dingen met betrekking tot de oppervlakte, maar ze dringen niet door tot de wortels, want in de wortels van het leven van onze hedendaagse mensheid ontbreekt het aan erkenning van een werkelijk geestelijke wereld. En al stelt men nog zo veel schijnbaar zeer goed gefundeerde sociale inzichten op, ze zullen in werkelijkheid niet vrucht dragen voor de mensheid, als ze niet gebaseerd zijn op de inzichten, die alleen kunnen voortkomen uit de geesteswetenschap.

 Bron: Rudolf Steiner  – GA 168 – Die Verbindung zwischen Lebenden und Toten – St. Gallen, 26 oktober 1916 (bladzijde 155)

Eerder geplaatst op 7 mei 2015  (2 reacties)

Eten in de toekomst

In de verre toekomst zal de mens op een hogere, spirituele trap iets hebben, wat het dier op een lagere trap heeft, als het over de weide loopt en de planten, die juist voor hem goed zijn, plukt en de andere laat staan. Een onbewust instinct, dat wil zeggen in werkelijkheid hogere geesten, leiden het dier. Op bewuste wijze zal de mens in de toekomst de planten nemen die goed voor hem zijn; niet zoals tegenwoordig waarbij hij nadenkt wat de beste substantie voor zijn lichaam is, maar een levendige verhouding zal hij hebben tot elke afzonderlijke plant, want hij zal weten dat wat de planten hebben geabsorbeerd ook als zodanig in hem overgaat. Het eten zal niet een nederige bezigheid zijn voor hem, maar iets wat met ziel en geest gedaan wordt, omdat hij zal weten dat alles wat hij eet de uiterlijke vorm van ziel en geest is.

Bron: Rudolf Steiner – GA 105 – Welt, Erde und Mensch – Stuttgart, 6 augustus 1908 (bladzijde 58)

Eerder geplaatst op 13 mei 2016

Eten in de toekomst

In de verre toekomst zal de mens op een hogere, spirituele trap iets hebben, wat het dier op een lagere trap heeft, als het over de weide loopt en de planten, die juist voor hem goed zijn, plukt en de andere laat staan. Een onbewust instinct, dat wil zeggen in werkelijkheid hogere geesten, leiden het dier. Op bewuste wijze zal de mens in de toekomst de planten nemen die goed voor hem zijn; niet zoals tegenwoordig waarbij hij nadenkt wat de beste substantie voor zijn lichaam is, maar een levendige verhouding zal hij hebben tot elke afzonderlijke plant, want hij zal weten dat wat de planten hebben geabsorbeerd ook als zodanig in hem overgaat. Het eten zal niet een nederige bezigheid zijn voor hem, maar iets wat met ziel en geest gedaan wordt, omdat hij zal weten dat alles wat hij eet de uiterlijke vorm van ziel en geest is.

Bron: Rudolf Steiner – GA 105 – Welt, Erde und Mensch – Stuttgart 6 augustus 1908 (bladzijde 58)

Eerder geplaatst op 25 juli 2012 

Sociale vooruitgang/Spiritueel inzicht

Degene, die geestelijke inzichten niet erkent en zich allerlei gedachten en idealen vormt, hoe men de menselijke vooruitgang tegenwoordig zou kunnen bevorderen is vergelijkbaar met iemand die een tuin voor zich heeft met veel planten, die beginnen afstervingsverschijnselen te vertonen; hij doet dit, doet dat, doet van alles, doet de hele tijd veel moeite – maar hij bereikt niets. Ja, de ene plant gaat het een beetje beter, de andere weer slechter, in het geheel wordt het niet beter met de planten. Waarom wordt het niet beter? Omdat misschien een of andere ziekte de wortels heeft aangedaan (Duits: ergriffen), die hij niet opmerkt. Zo is het ook met het sociale streven van menigeen. Ze geven zich ontzaglijk veel moeite, ze doen enorm veel voortreffelijke dingen met betrekking tot de oppervlakte, maar ze dringen niet door tot de wortels, want in de wortels van onze tegenwoordige mensheidslevens, daar ontbreekt het aan erkenning van een werkelijk geestelijke wereld. En al stelt men nog zo veel schijnbaar zeer goed gefundeerde sociale inzichten op, ze zullen in werkelijkheid niet vrucht dragen voor de mensheid, als ze niet gebaseerd zijn op de inzichten, die alleen kunnen voortkomen uit de geesteswetenschap.

Bron: Rudolf Steiner  – GA 168 – Die Verbindung zwischen Lebenden und Toten – St. Gallen, 26 oktober 1916 (bladzijde 155)

Eerder geplaatst op 21 augustus 2013

Sociale vooruitgang/Spiritueel inzicht

Degene, die geestelijke inzichten niet erkent en zich allerlei gedachten en idealen vormt, hoe men de menselijke vooruitgang tegenwoordig zou kunnen bevorderen is vergelijkbaar met iemand die een tuin voor zich heeft met veel planten, die beginnen afstervingsverschijnselen te vertonen; hij doet dit, doet dat, doet van alles, doet de hele tijd veel moeite – maar hij bereikt niets. Ja, de ene plant gaat het een beetje beter, de andere weer slechter, in het geheel wordt het niet beter met de planten. Waarom wordt het niet beter? Omdat misschien een of andere ziekte de wortels heeft aangedaan (Duits: ergriffen), die hij niet opmerkt. Zo is het ook met het sociale streven van menigeen. Ze geven zich ontzaglijk veel moeite, ze doen enorm veel voortreffelijke dingen met betrekking tot de oppervlakte, maar ze dringen niet door tot de wortels, want in de wortels van onze tegenwoordige mensheidslevens, daar ontbreekt het aan erkenning van een werkelijk geestelijke wereld. En al stelt men nog zo veel schijnbaar zeer goed gefundeerde sociale inzichten op, ze zullen in werkelijkheid niet vrucht dragen voor de mensheid, als ze niet gebaseerd zijn op de inzichten, die alleen kunnen voortkomen uit de geesteswetenschap.

Bron: Rudolf Steiner  – GA 168 – Die Verbindung zwischen Lebenden und Toten – St. Gallen 26 oktober 1916 (bladzijde 155)