Degene, die geestelijke inzichten niet erkent en zich allerlei gedachten en idealen vormt, hoe men de menselijke vooruitgang tegenwoordig zou kunnen bevorderen is vergelijkbaar met iemand die een tuin voor zich heeft met veel planten, die beginnen afstervingsverschijnselen te vertonen; hij doet dit, doet dat, doet van alles, doet de hele tijd veel moeite – maar hij bereikt niets. Ja, de ene plant gaat het een beetje beter, de andere weer slechter, in het geheel wordt het niet beter met de planten. Waarom wordt het niet beter? Omdat misschien een of andere ziekte de wortels heeft aangedaan (Duits: ergriffen), die hij niet opmerkt.
Zo is het ook met het sociale streven van menigeen. Ze geven zich ontzaglijk veel moeite, ze doen enorm veel voortreffelijke dingen met betrekking tot de oppervlakte, maar ze dringen niet door tot de wortels, want in de wortels van het leven van onze hedendaagse mensheid ontbreekt het aan erkenning van een werkelijk geestelijke wereld. En al stelt men nog zo veel schijnbaar zeer goed gefundeerde sociale inzichten op, ze zullen in werkelijkheid niet vrucht dragen voor de mensheid, als ze niet gebaseerd zijn op de inzichten, die alleen kunnen voortkomen uit de geesteswetenschap.
Bron: Rudolf Steiner – GA 168 – Die Verbindung zwischen Lebenden und Toten – St. Gallen, 26 oktober 1916 (bladzijde 155)
Eerder geplaatst op 7 mei 2015 (2 reacties)