Rudolf Steiner – Sociale problemen

Sociale problemen zijn in wezen opvoedingsproblemen, en opvoedingsproblemen zijn in wezen medische problemen. 

(Originele tekst: Denn die soziale Frage ist im Wesentlichen eine Erziehungsfrage, und die Erziehungsfrage ist im Wesentlichen eine medizinische Frage.)

Ik trof dit citaat in de biografie Rudolf Steiner van F.W. Zeylmans van Emmichoven. De bron van dit citaat kon ik niet vinden, maar de onvolprezen kenner der antroposofie, Michel Gastkemper, stuurde mij de bronvermelding:

Het citaat komt uit de voordracht in Dornach op 7 april 1920, ‘Die
Hygiene als soziale Frage’, die eerst is gepubliceerd in
‘Physiologisch-Therapeutisches auf Grundlage der Geisteswissenschaft.
Zur Therapie und Hygiene’, GA 314, 3e druk 1989, blz. 221, en later ook
in ‘Fachwissenschaften und Anthroposophie’, GA 73a, 1e druk 2005, blz.
162.

Rudolf Steiner – Onomwonden zal hier datgene uitgesproken worden, wat door vele mensen nu nog wordt aangezien voor een verdichtsel, maar wat in de toekomst als onloochenbare waarheid zal gelden.

Met algemene uitspraken als bijvoorbeeld “harmonische ontwikkeling van alle krachten en vermogens” legt men geen grondslag voor een werkelijke opvoedkunst. Deze kan slechts
gefundeerd worden op een reële kennis van het mensenwezen. Hiermee wordt geenszins de bewering geponeerd, dat de bedoelde uitspraken onjuist zouden zijn, maar alleen, dat men er even weinig mee kan beginnen, als, staande voor een machine, met de bewering, dat men al zijn onderdelen harmonisch moet laten functioneren. Alleen diegene, die zonder vage algemene uitspraken, maar met een gedegen vakkennis voor een machine komt te staan, kan hem bedienen. Zo komt het ook bij de opvoedkunst aan op gedetailleerde kennis van de menselijke natuur, op een inzicht in de speciale ontwikkeling van elk onderdeel en in samenhang. Men moet weten op welk deel van de vierledige totaliteit van het kind men behoort in te werken en hoe deze inwerking vakkundig dient te geschieden.

Ongetwijfeld kan een opvoedkunst, die op een reële mensenkennis gegrondvest is, zoals hier beschreven, zich slechts langzaam baanbreken. Dat vindt zijn oorzaak in de opvattingen van onze tijd, die nog lang de feiten van de geestelijke wereld zal aanzien voor uitvloeisels van een volslagen fantasterij, terwijl de huidige wereld redenaties van een vage algemeenheid, die door en door irreëel zijn voor het resultaat van een realistische denkwijze houdt. Onomwonden zal hier datgene uitgesproken worden, wat door vele mensen nu nog wordt aangezien voor een verdichtsel, maar wat in de toekomst als onloochenbare waarheid zal gelden.

Bron: De opvoeding van het kind in het licht der antroposofie – 1908

Zie ook Blog van 18 maart 2011