Over een dame die niet nog eens geboren wilde worden

In het begin van de antroposofische beweging kwam het eens voor, dat er een dame hoorde van de opeenvolgende aardelevens en verklaarde: neen, de rest van de antroposofie beviel haar wel, maar die opeenvolgende levens wenste ze niet mee te maken, ze had genoeg aan dit ene, die opeenvolgende levens wilde ze niet. Er waren toen ook al zeer welmenende medeleden, die op allerlei manieren moeite hebben gedaan om de dame uit te leggen, dat het toch een juiste gedachte was en dat de mens die opeenvolgende levens moet meemaken. Ze kon het er niet mee eens zijn. De een praatte van links, de ander van rechts op haar in. Ze is toen weggereisd en schreef me na twee dagen een briefkaart, dat ze niet nog eens op aarde geboren wilde worden!

In zo’n geval moet degene, die eenvoudig de waarheid wil mededelen vanuit de geesteswetenschap het volgende zeggen: zeker, het kan zijn dat u terwijl u hier op aarde bent, er nu niet zoveel voor voelt om in de toekomst nog eens op aarde te komen. Maar dat is niet doorslaggevend. Hier op aarde gaat u door de dood heen naar de geestelijke wereld, dat wilt u. Of u weer terug wilt komen hangt af van het oordeel dat u hebt als u geen lichaam meer hebt. U zult dan een ander oordeel hebben. Hoe men er hier over denkt en hoe men er tussen dood en volgende geboorte over denkt, verschilt uitermate veel. Ieder gezichtspunt verandert daar.

Bron: Rudolf Steiner – GA 235 – Esoterische Betrachtungen karmischer Zusammenhänge – Erster Band – Dornach, 1 maart 1924 (bladzijde 88-89)

Vertaling A. Goedheer-de Keizer en H.L. Veltman-Arntzenius, overgenomen uit  Geesteswetenschappelijke beschouwingen van het karma-deel 1

Eerder geplaatst op 22 juni 2013

Het doorlopen van meerdere aardelevens is niet altijd een vooruitgang

Het zou kunnen lijken alsof wat ik zojuist beschreven heb over het doorlopen van de mens door het leven tussen dood en nieuwe geboorte, altijd zou betekenen dat de opeenvolgende aardelevens altijd volkomener en volmaakter zouden zijn. Dat is echter in de praktijk niet het geval. […] Het blijkt dan dat we niet altijd in staat zijn na de dood te overzien welke krachten we ons moeten verwerven om begaan onrecht te kunnen goedmaken. En daar werken vele krachten mee, zodat het kan zijn dat we wat we uit egoïsme in het leven voor de dood begaan hebben, door een nog groter egoïsme denken te kunnen vereffenen, en wat we aan dwaasheid gedaan hebben door een nog grotere dwaasheid compenseren willen. Daardoor kan het gebeuren dat de volgende aardse incarnatie nog onvolmaakter verschijnt, als een nog zwaardere scholing dan de laatste was. Over het geheel genomen is echter de doorgang van de mens door de herhaalde levens op aarde toch een vooruitgang (Duits: Aufstieg).

Bron: Rudolf Steiner – GA 63 – Geisteswissenschaft als Lebensgut – Berlijn, 4 december 1913 (bladzijde 167-168)

Eerder geplaatst op 19 februari 2014

Over een dame die niet nog eens geboren wilde worden

In het begin van de antroposofische beweging kwam het eens voor, dat er een dame hoorde van de opeenvolgende aardelevens en verklaarde: neen, de rest van de antroposofie beviel haar wel, maar die opeenvolgende levens wenste ze niet mee te maken, ze had genoeg aan dit ene, die opeenvolgende levens wilde ze niet. Er waren toen ook al zeer welmenende medeleden, die op allerlei manieren moeite hebben gedaan om de dame uit te leggen, dat het toch een juiste gedachte was en dat de mens die opeenvolgende levens moet meemaken. Ze kon het er niet mee eens zijn. De een praatte van links, de ander van rechts op haar in. Ze is toen weggereisd en schreef me na twee dagen een briefkaart, dat ze niet nog eens op aarde geboren wilde worden!

In zo’n geval moet degene, die eenvoudig de waarheid wil mededelen vanuit de geesteswetenschap het volgende zeggen: zeker, het kan zijn dat u terwijl u hier op aarde bent, er nu niet zoveel voor voelt om in de toekomst nog eens op aarde te komen. Maar dat is niet doorslaggevend. Hier op aarde gaat u door de dood heen naar de geestelijke wereld, dat wilt u. Of u weer terug wilt komen hangt af van het oordeel dat u hebt als u geen lichaam meer hebt. U zult dan een ander oordeel hebben. Hoe men er hier over denkt en hoe men er tussen dood en volgende geboorte over denkt, verschilt uitermate veel. Ieder gezichtspunt verandert daar.

Bron: Rudolf Steiner – GA 235 – Geesteswetenschappelijke beschouwingen van het karma – Dornach 1 maart 1924 (Vertaling A. Goedheer-de Keizer en H.L. Veltman-Arntzenius)

Dit fragment plaatste ik eerder op 12 februari 2011.

Het is niet bijzonder moeilijk om veel op dit gebied te bespotten

Men heeft het werkelijk niet nodig zijn verstand bijzonder in te spannen om schijnbare weerleggingen te vinden voor beweringen die de onderzoeker doet over bijzondere samenhangen tussen de afzonderlijke aardelevens van de mensen. Ja, het is ook niet bijzonder moeilijk om veel op dit gebied te bespotten, aangezien het toch tot de “verborgen diepten van het bestaan” behoort en het er ten opzichte van het gangbare denken gemakkelijk zonderling uit kan zien. Als bijvoorbeeld de geesteskenner zegt: het komt voor dat een mens in een aardeleven zwakzinnig of krankzinnig (Duits: idiotisch) was, zich echter juist door zijn ervaringen als krankzinnige, waarop hij na de dood terugblikt, zich voor een volgend aardeleven de krachten eigenmaakt voor een filantropisch genie, dan zullen mensen met een bepaalde gezindheid om zo’n bewering natuurlijk lachen en er de spot mee drijven; wie echter door een blik op het ware geesteswetenschappelijke onderzoek en de daarmee noodzakelijk samenhangende gevoelsstemming van de onderzoeker, een begrip krijgt voor de diepe ernst, waarop een dergelijke uitspraak gebaseerd is, van de geestelijke arbeid, waarmee men zo’n uitspraak aan de ziel ontworstelt (Duits: abringt), die zal het lachen en de spot vergaan.

Bron: Rudolf Steiner – GA 35 – Philosophie und Anthroposophie, Gesammelte Aufsätze 1904 – 1923  (bladzijde 165)

Rudolf Steiner – Over een dame die niet nog eens geboren wilde worden

In het begin van de antroposofische beweging kwam het eens voor, dat er een dame hoorde van de opeenvolgende aardelevens en verklaarde: neen, de rest van de antroposofie beviel haar wel, maar die opeenvolgende levens wenste ze niet mee te maken, ze had genoeg aan dit ene, die opeenvolgende levens wilde ze niet. Er waren toen ook al zeer welmenende medeleden, die op allerlei manieren moeite hebben gedaan om de dame uit te leggen, dat het toch een juiste gedachte was en dat de mens die opeenvolgende levens moet meemaken. Ze kon het er niet mee eens zijn. De een praatte van links, de ander van rechts op haar in. Ze is toen weggereisd en schreef me na twee dagen een briefkaart, dat ze niet nog eens op aarde geboren wilde worden!

In zo’n geval moet degene, die eenvoudig de waarheid wil mededelen vanuit de geesteswetenschap het volgende zeggen: zeker, het kan zijn dat u terwijl u hier op aarde bent, er nu niet zoveel voor voelt om in de toekomst nog eens op aarde te komen. Maar dat is niet doorslaggevend. Hier op aarde gaat u door de dood heen naar de geestelijke wereld, dat wilt u. Of u weer terug wilt komen hangt af van het oordeel dat u hebt als u geen lichaam meer hebt. U zult dan een ander oordeel hebben. Hoe men er hier over denkt en hoe men er tussen dood en volgende geboorte over denkt, verschilt uitermate veel. Ieder gezichtspunt verandert daar.

Bron: GA 235 – Geesteswetenschappelijke beschouwingen van het karma – Dornach 1 maart 1924