Zo waar er niets zonder oorzaak is, even zo waar is er niets zonder gevolg

Zo waar er niets zonder oorzaak is, even zo waar is er niets zonder gevolg. Ook al word ik in nood en ellende geboren, ook al heb ik weinig talenten: wat ik ook doe zal zijn werking hebben, en wat ik mijzelf bijbreng door vlijt en moraliteit, zal zeker een werking uitoefenen op volgende levens. Het kan mij bedrukken dat ik mijn lotsbestemming zelf verdiend heb, maar evenzeer kan het mij verheffen dat ik zelf kan timmeren aan mijn toekomstig leven. Wie deze wet in zijn denken en voelen opneemt, zal zien wat voor een kracht en zekerheid in het leven hij wint. Het is niet zo belangrijk dat men deze wet tot in de details doorgrondt, dat komt pas op de hogere trappen van het helderziende inzicht. Veel belangrijker is het dat men in de zin van deze wet de wereld bekijkt en ernaar leeft. Doet men dat in alle ernst jaar na jaar, dan zal deze wet zich vanzelf in het gevoel nestelen. Haar waarheidsgehalte wordt duidelijk door ze toe te passen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 95 – Vor dem Tore der Theosophie – Stuttgart, 27 augustus 1906 (bladzijde 60)

1280x1280

Eerder geplaatst op 31 maart 2018  (1 reactie)

Besmettingsgevaar

Men kan zeggen dat het besmettingsgevaar bij pokken buitengewoon groot is. Men moet echter niet zo ondoordacht zijn om bij de overdracht van pokken altijd aan lichamelijke bemiddeling te denken; in feite zijn de psychologische predisposities bij pokken bijzonder sterk.

Een bewijs hiervan kan zijn dat je jezelf heel goed kunt beschermen als je je op de juiste manier weet af te sluiten. Ik kan erover praten omdat ik ooit als tweeëntwintigjarige een leerling les heb gegeven, wiens moeder met zwarte pokken er naast lag, alleen gescheiden door een spaanse wand van de kamer waarin ik mijn onderwijs gaf.

Ik heb er niets tegen gedaan, ik ging door met de lessen tot zijn moeder weer beter werd. Maar ik heb dat heel graag gedaan, vooral ook om te zien  hoe je jezelf kunt beschermen wanneer je de pokkenpatiënt, dus ook degenen die aan zwarte pokken lijden, geheel objectief neemt als een ander object, zoals een steen of een struik, waar je geen verdere gevoelens van angst of andere emoties bij hebt, maar het beschouwt als een objectief feit. 

Dan is het besmettingsgevaar inderdaad in hoge mate tegen te gaan. Daarom kan de psychische factor uiteindelijk ook sterk meespelen bij de infectie. Ik ben er nooit voor teruggeschrokken mezelf op enigerlei wijze bloot te stellen aan de mogelijkheid van een infectie, en ben eigenlijk nooit aangestoken geweest, heb nog nooit last gehad van een infectie.

Hierdoor kon ik vaststellen dat alleen al het bewustzijn, het sterke bewustzijn van het bestaan ​​van een ziekte, vanuit de ziel (Duits: vom Astralleib aus) de oorzaak van ziekte kan zijn. Het sterke bewustzijn van een ziekte kan de ziekteveroorzaker zijn vanuit de ziel. 

Bron: Rudolf Steiner – GA 314 – Physiologisch-Therapeutisches auf  Grundlage  der  Geisteswissenschaft / Zur  Therapie  und  Hygiene – Dornach, 22 april 1924 – (blz. 286-287)

PS  Steiner spreekt hier specifiek over pokken, maar ik neem aan dat wat hij hier zegt wel voor elke infectieziekte kan gelden. Dus alle angst die er door de overheid en de media wordt gezaaid over Corona kan juist de verspreiding van de besmetting alleen maar erger maken. Beelden van IC bedden waar wel vijf verpleegkundigen in een soort ruimtevaartpak omheen staan en meldingen van weer duizenden besmettingen per dag jagen de mensen de stuipen op het lijf. Hoeveel van de besmette mensen er nu werkelijk zwaar ziek zijn, wordt bijna nooit gemeld. Dus men zou in plaats van het aantal besmettingen eens moeten melden hoeveel mensen er elke dag met Corona in het ziekenhuis terecht komen. Dat zijn er relatief maar heel weinig.

angst

Bestaat toeval? (2 van 2)

De fout die hier gemaakt wordt, is dat velen zich de karmische samenhangen te eenvoudig voorstellen. Ze gaan er bijvoorbeeld vanuit: als deze mens door een vallende dakpan beschadigd wordt, dan moet hij deze beschadiging karmisch verdiend hebben. Dit is echter beslist niet noodzakelijk. In het leven van ieder mens treden voortdurend gebeurtenissen op die met zijn verdienste of zijn schuld in het verleden helemaal niets te maken hebben.

Dergelijke gebeurtenissen vinden hun karmische vereffening in de toekomst. Wat mij nu onschuldig overkomt, daarvoor word ik in de toekomst gecompenseerd. Dit ene is juist: niets blijft zonder karmische compensatie. Of echter een belevenis van een mens het gevolg is van zijn karmische verleden of de oorzaak van een karmische toekomst is: dat moet afzonderlijk vastgesteld worden. En dat kan niet met het aan de fysieke wereld gewende verstand, maar alleen door de occulte ervaring en waarneming beslist worden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 34 – LUCIFER- GNOSIS 1903-1908/ GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE – juli 1904 (bladzijde 363)

Eerder geplaatst op 29 oktober 2017  (1 reactie)

4056169-1585145451657-66dcddf183a61

Een groot ongeluk dat een diepe smart veroorzaakt

Beschouwen we eens een groot ongeluk dat een diepe smart veroorzaakt. We bekijken het vaak fout, omdat we altijd alleen er op gericht zijn om de werking te zien. We zien dan dat een gebeurtenis heeft plaatsgevonden die ons ongelukkig maakt, ons van slag heeft gebracht (Duits: aus unserer Bahn herausgeworfen hat). We zien alleen maar het gevolg. We zouden echter de oorzaak moeten zoeken. 

Dan zouden we wellicht het volgende vinden: Ja, er was in een voorgaand leven de mogelijkheid om zich het een of andere vermogen eigen te maken. We hebben het echter niet gedaan, we hebben het verzuimd. Dus zijn we door de poort van de dood gegaan zonder dit vermogen te hebben verworven. Nu drijven ons de krachten, de karmische krachten, in het volgende leven naar dit ongeluk. Hadden we ons dat vermogen in het voorgaande leven verworven, dan zou ons die kracht niet naar het ongeluk toegedreven hebben. Doordat dit ongeluk ons nu overkomt, verkrijgen we nu dat vermogen. 

Stel nu dat dit ongeluk ons heeft getroffen in ons twintigste jaar en in ons dertigste jaar zien we erop terug en vragen onszelf: Wat heeft ons ertoe gebracht dat we dit of dat vermogen hebben? – dan zien we het doel van dit ongeluk. Oneindig veel winnen we, als we de dingen niet als gevolg, maar als oorzaak beschouwen voor wat ze van ons maken. Dat is ook een resultaat van de karmaleer, de dingen als oorzaak te bezien. Al deze dingen zijn details van de wet van het karma.

Bron: Rudolf Steiner – GA 108 – Die Beantwortung von Welt- und Lebensfragen durch Anthroposophie – St. Gallen, 21 november 1909 (bladzijde 108-109)

VJrGYuDg-1-e1598290510725

Eerder geplaatst op 2 mei 2017  (4 reacties)

Omkering van oorzaak en gevolg

Met een voorbeeld wil ik laten zien hoe noodzakelijk het is om werkelijk praktisch over dingen na te denken: Iemand is met een ​​ladder in een boom geklommen om daar het een of ander te doen; hij valt uit de boom op de grond en is dood. Wel, het is een voor de hand liggende gedachte dat hij door de val uit de boom is dood gegaan, nietwaar? Men zal zeggen dat de val de oorzaak was en de dood het gevolg. Oorzaak en gevolg lijken met elkaar verbonden te zijn. Hierin kunnen vreselijke verwisselingen voorkomen. 

Want het kan zijn dat hij in de boom door een hartaanval is getroffen, waardoor hij is gevallen als gevolg van de hartaanval. Er is precies hetzelfde gebeurd als wanneer hij levend was gevallen, hij maakte dezelfde dingen mee als die werkelijk de oorzaak van zijn dood hadden kunnen zijn.  

Zo kan men oorzaak en gevolg volledig door elkaar halen. In dit voorbeeld is het gemakkelijk in te zien; maar vaak is het niet zo opvallend dat men zich heeft vergist. Zulke denkfouten komen ontzaglijk vaak voor, en het moet gezegd worden dat in de wetenschap tegenwoordig zulke oordelen elke dag worden gemaakt, waarbij oorzaak en gevolg op zo’n manier echt door elkaar worden gehaald. Dat begrijpen de mensen alleen niet, omdat ze de mogelijkheden van denken niet in het oog houden.

man-falling-from-branch-of-tree-woods-wheatcroft

Bron: Rudolf Steiner – GA 108 – Die  Beantwortung von  Welt- und  Lebensfragen durch  Anthroposophie / Praktische  Ausbildung  des  Denkens – Karlsruhe, 18 januari 1909 (bladzijde 271)