Waar lust tot discussiëren is, daar is in de regel geen weten van de waarheid

Beschouwt u het over het algemeen als een teken dat men een of andere zaak eigenlijk niet weet, als men over een bepaalde zaak begint te discussiëren. Waar weten is, wordt dat weten verteld en er is dan eigenlijk geen bijzondere lust om te debatteren voorhanden. Waar lust tot discussiëren is, daar is in de regel geen weten van de waarheid. De discussie begint pas met het niet-weten, en het is altijd en overal een teken van achteruitgang met betrekking tot de ernst van een zaak, als discussies beginnen. Opheffing, ondergang van een bepaalde stroming kondigt zich altijd met discussies aan. Dat is zeer belangrijk dat men op geesteswetenschappelijk gebied steeds meer en meer leert begrijpen dat de wil tot discussiëren eigenlijk als een teken van onwetendheid kan worden opgevat; echter zou datgene wat tegenover het discussiëren staat, de wil tot leren, de wil om meer en meer in te zien waar het om gaat, beoefend moeten worden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 107 – Geisteswissenschaftliche Menschenkunde – Berlijn, 15 februari 1909 (bladzijde 235)

Geplaatst bij Steiner citaten Nederlands 9 mei 2011 en 24 juli 2013 en 27 juni 2018  (1 reactie)

 

 

Waar er verlangen is om te discussiëren, daar is meestal geen weten van de waarheid

Beschouw het in het algemeen als een teken dat men een of andere zaak eigenlijk niet weet, als men erover begint te discussiëren. Als er kennis is, wordt de kennis verteld, en dan is er eigenlijk geen lust om erover te discussiëren. Waar er verlangen is om te discussiëren, daar is meestal geen weten van de waarheid. De discussie begint pas bij onwetendheid, en het is altijd en overal een teken van achteruitgang in relatie tot de ernst van een zaak wanneer discussies beginnen.

De ondergang van een bepaalde stroming kondigt zich altijd aan met discussies. Het is van groot belang dat men op geesteswetenschappelijk gebied steeds weer leert begrijpen dat de wil om te discussiëren eigenlijk kan worden opgevat als een teken van onwetendheid. Daarentegen zou moet worden gecultiveerd het tegenovergestelde van het discussiëren, de wil om te leren, de wil om geleidelijk in te zien waar het om gaat.

Bron: Rudolf Steiner – GA 109 – Das Prinzip der spirituellen Ökonomie im  Zusammenhang mit Wiederverkörperungsfragen – Berlijn, 15 februari 1909 (blz. 34)

exhausted-male-and-female-employees-cant-make-agreement-arguing-angry-business-people-having-a-tense-brainstorm-african-american-woman-boss-is-screaming-feeling-frustrated-2F4MP8J

Kenners zijn geen tegenstanders meer

Degenen die met ernst en waardigheid de resultaten van het spirituele onderzoek benaderen, die zijn daarna geen tegenstanders meer. Wellicht op geen enkel ander gebied als op dat van het geestelijk onderzoek kan men zo zeer met het volste recht zeggen: Tegenstanders zijn in feite alleen degenen die de zaak niet kennen. Op het gebied waar men er kennis van heeft, daar zijn geen tegenstanders meer. De tegenstanders worden in de regel medestanders (Duits: Anerkennern), als ze de zaak leren kennen. […] 

Men kan uit het vele vijandige dat gezegd wordt, inzien wat zich uit alle vijandschap laat vaststellen: deze oppositie berust op onwetendheid van de zaak op het geestelijk gebied. Kenners zijn geen tegenstanders meer.

Bron: Rudolf Steiner – GA 69a – Wahrheiten und Irrtümer der Geistesforschung/ Geisteswissenschaft und Menschenzukunft – Stuttgart, 19 februari 1913 (bladzijde 197)

Eerder geplaatst op 27 oktober 2016

Niemand moet zich verbeelden beter te zijn dan anderen

De antroposoof moet voelen dat wij een deel van het geheel zijn, dat wij voor alles wat er is, medeverantwoordelijk zijn. Wie niet in staat is te voelen dat hij mede schuld eraan heeft als morgen iemand steelt, die is ook niet in staat te weten hoe hij met het geheel samenhangt; hij is niet in staat de wortel van het kwaad te zien. […] Niemand hoeft zich te verbeelden goed te zijn of veel beter te zijn dan de anderen. De gedachte dat wij niet veel beter kunnen zijn dan een ander moet ons volledig vervullen. Wat hebben we bijvoorbeeld gedaan als we mensen gelukkig maken terwijl we, doordat we leven op de wijze zoals we leven, velen ongelukkig maken. Onwetendheid is de wortel van het lijden in het leven. Onwetend als we vaak zijn, zijn wij het die het mes geslepen hebben voor degene die het ten kwade gebruikt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266a – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – Berlijn, 15 februari 1904 (bladzijde 34-35)

Eerder geplaatst op 11 juni 2015  (3 reacties)

Antroposofie niet onwetenschappelijk

Dat de antroposofische wereldbeschouwing een iets ander wereldbeeld brengt dan het natuurwetenschappelijk onderzoek, betekent niet dat het daarom onwetenschappelijk moet zijn. Er liggen echter andere ervaringen – het ontwaakt zijn op geestelijk gebied – aan ten grondslag. Zoals u in een kamer, die donker is, zich tastend moet voortbewegen en tastend waarnemen, en zoals een heel andere indruk ontstaat, wanneer de donkere kamer verlicht wordt, zo verschijnt voor de geesteszoeker, voor wie de ogen geopend zijn, alles nieuw, in nieuwe activiteit, in een ander licht. 

Niet onwetenschappelijk is deze onderzoeker daardoor geworden, omdat zijn ervaring zich verrijkt heeft. De logica van de antroposofen is even zeker als de logica van de natuuronderzoekers. Alleen beweegt deze logica zich op een ander gebied. Het is een merkwaardige onwetendheid, als men de wetenschap van ons onderzoek afwijzen wil, voordat men ze beproefd heeft. Wij denken op dezelfde manier op het geestelijke gebied, zoals de natuurkundige onderzoeker op het fysieke gebied denkt; dat harmoniseert de antroposofische onderzoeksmethode en de natuurkundige.

Bron: Rudolf Steiner – GA 52 – Spirituelle Seelenlehre und Weltbetrachtung – Berlijn, 6 oktober 1904 (bladzijde 394)

Eerder geplaatst op 9 januari 2015