Onwaarheid

Dat is wat er nog moet gebeuren: de diepgaande ernst in het opnemen van de wetenschap van de geest, het afwennen van wat de mensen ertoe brengt, om de spirituele wetenschap op te nemen als een of ander literair product, als iets waarin men zichzelf op een iets betere wijze amuseert, omdat dit het verlangen naar het voortleven na de dood garandeert. Er is vandaag nog steeds een verschrikkelijke afstand tussen wat nodig is bij het opnemen van spirituele wetenschap en wat er echt is. […]

Al het oreren over sociale of dergelijke idealen heeft geen zin, als men niet wil kijken naar wat zeer wezenlijk in onze huidige tijd leeft. Want de schade van onze tijd gaat uit van ons verkeerde geestelijk leven, dat langzamerhand diep in onwaarheid terecht is gekomen, en dat zichzelf niet eens bewust is hoe diep ze in onwaarheid leeft.

Bron: Rudolf Steiner – GA 200 – Die neue Geistigkeit und das Christus-Erlebnis des zwanzigsten Jahrhunderts – Dornach, 31 oktober 1920 (bladzijde 139)

Eerder geplaatst op 8 juli 2018 

Portraits of Rudolf Steiner 0018

Op goed geloof

Bedenk eens hoe vaak men tegenwoordig hoort – ik heb dit herhaaldelijk gezegd, sinds vele jaren genoemd -, als de een of ander weer eens gelogen heeft, duimendik (Duits: tüchtig knüppeldick) gelogen heeft: ‘Maar hij heeft het geloofd, wat hij gezegd heeft, hij heeft het naar beste weten en te goeder trouw (Duits: aus bestem Wissen und Gewissen) gezegd.’ – Ja, dat verandert net zomin iets aan de objectieve feiten als het iets verandert als u naar beste weten en te goeder trouw uw vinger in een vlammend vuur steekt; dan zal geen voorzienigheid u helpen, dat u uw vinger niet verbrandt, als u hem ook naar beste weten en te goeder trouw in het vuur steekt.

Net zomin helpt in een grotere samenhang – en het zou ook treurig zijn als het anders was – het zich beroepen op het ‘naar beste weten en te goeder trouw’. De mens heeft niet de vrijheid om naar beste weten en te goeder trouw de onwaarheid te zeggen, maar de mens heeft de verplichting zich erom te bekommeren, dat het waar is wat hij zegt. […]

Er is in feite geen verlokkerender en  verleidelijker gezegde dan dit ‘op goed geloof’. Want dit ‘op goed geloof’ is het gemakzuchtige bed voor de uitermate trage mensheid, die niet de verplichting voelt, als ze iets beweert, zich er eerst van te vergewissen of het waar is of niet, of iets met de feiten overeenstemt of niet.

Bron: Rudolf Steiner – GA 205 – Menschenwerden, Weltenseele und Weltengeist – Dornach, 17 juli 1921 (bladzijde 238-239)

Eerder geplaatst op 14 augustus 2017  (4 reacties)

Portrait_von_Rudolf_Steiner_1892_von_Otto_Fröhlich_in_Weimar_gemalt

Wat betekent een onware uitspraak voor het Ik?

We hebben in het leven op aarde maar één enkel menselijk wezensdeel, aan wiens ontwikkeling we werkelijk kunnen werken, dat is ons Ik. We kunnen op een bepaalde manier werken aan de ontwikkeling van ons Ik. Wat betekent het nu in geestelijke zin: werken aan de ontwikkeling van het Ik? 

Als we deze vraag willen beantwoorden, moet het ons duidelijk zijn wat er nodig is om aan het Ik te werken. Laten we aannemen dat iemand een ander aanvalt en tegen hem zegt: ‘Je bent een slecht mens’. Als dat niet waar is, dan heeft de betrokkene een onwaarheid gezegd. Wat betekent zo’n onware uitspraak voor het Ik? Ja, deze uitspraak van het Ik, die een onwaarheid is, betekent dat het Ik vanaf dat moment minder waardevol is geworden. 

Dat is de objectieve consequentie van de immoraliteit. Voordat we een onwaarheid hebben gezegd, zijn we meer waard dan nadat we de onwaarheid hebben uitgesproken. De waarde van het Ik wordt geringer voor alle ruimten en alle tijden, voor alle oneindigheid en alle eeuwigheid, als u het door een dergelijke zaak  geringer hebt gemaakt. (Duits: Und  messen  Sie  alle  Räume  und  alle  Zeiten  aus:  der  Wert Ihres  Ich  wird  geringer  für  alle  Räume  und  alle  Zeiten,  für  alle Unendlichkeit  und  alle  Ewigkeit,  wenn  Sie  ihn  durch  eine  solche Sache  geringer  gemacht  haben.) 

Nu staat ons echter één ding ter beschikking tijdens het leven tussen geboorte en dood. We kunnen hetgeen we hebben gedaan dat ons Ik minder waardevol heeft gemaakt altijd verbeteren als we onze leugens kunnen overwinnen. We kunnen aan de persoon die we gezegd hebben: ‘Je bent een slecht mens’,  bekennen: ‘Ik heb me vergist, wat ik zei is niet juist’, enzovoort. Dan hebben we de waarde van ons Ik hersteld, dan hebben we de schade die we aan ons Ik toegevoegd hebben weer gecompenseerd.

Bron: Rudolf Steiner – GA 140 – Okkulte  Untersuchungen über  das  Leben zwischen  Tod  und  neuer  Geburt – Hannover, 18 november 1912 (bladzijde 43-44)

Eerder geplaatst op 16 augustus 2020  (4 reacties)

efbfe024bca7bfd9bcb806471ad3e992

Vijandigheden en weerleggingen

Ik wil nog eens benadrukken dat het volstrekt niet genoeg is om op de manier waarop het zeer vaak gebeurd is, als er hier en daar vijandigheden tegen ons optreden – ik heb dat eergisteren hier al gezegd -, om deze vijandigheden alleen maar te weerleggen. Zulke weerleggingen die men weliswaar soms vanuit een zekere noodzaak moet maken, hebben helemaal geen nut, ze helpen werkelijk niets. Want men heeft in de huidige tijd bij bepaalde categorieën of groepen van mensen die in het geestelijke of overige leven werken, niet te maken met mensen voor wie een weerlegging of een verdediging er iets toe doet, voor wie het op een of andere manier op een verdediging aankomt. Maar men heeft te maken met mensen voor wie er niets aan gelegen is om de waarheid te verspreiden, maar voor wie het erop aankomt onwaarheden te verspreiden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 203 – Die Verantwortung des Menschen für die Weltentwickelung – Dornach, 8 februari 1921 (bladzijde 207)

Eerder geplaatst op 12 oktober 2017 (4 reacties)

720x2000x0_p7c31s1a1d1i123365p0z5r1c2f1

Wat betekent een onware uitspraak voor het Ik?

We hebben in het leven op aarde maar één enkel menselijk wezensdeel, aan wiens ontwikkeling we werkelijk kunnen werken, dat is ons Ik. We kunnen op een bepaalde manier werken aan de ontwikkeling van ons Ik. Wat betekent het nu in geestelijke zin: werken aan de ontwikkeling van het Ik? 

Als we deze vraag willen beantwoorden, moet het ons duidelijk zijn wat er nodig is om aan het Ik te werken. Laten we aannemen dat iemand een ander aanvalt en tegen hem zegt: ‘Je bent een slecht mens’. Als dat niet waar is, dan heeft de betrokkene een onwaarheid gezegd. Wat betekent zo’n onware uitspraak voor het Ik? Ja, deze uitspraak van het Ik, die een onwaarheid is, betekent dat het Ik vanaf dat moment minder waardevol is geworden. 

Dat is de objectieve consequentie van de immoraliteit. Voordat we een onwaarheid hebben gezegd, zijn we meer waard dan nadat we de onwaarheid hebben uitgesproken. De waarde van het Ik wordt geringer voor alle ruimten en alle tijden, voor alle oneindigheid en alle eeuwigheid, als u het door een dergelijke zaak  geringer hebt gemaakt. (Duits: Und  messen  Sie  alle  Räume  und  alle  Zeiten  aus:  der  Wert Ihres  Ich  wird  geringer  für  alle  Räume  und  alle  Zeiten,  für  alle Unendlichkeit  und  alle  Ewigkeit,  wenn  Sie  ihn  durch  eine  solche Sache  geringer  gemacht  haben.) 

Nu staat ons echter één ding ter beschikking tijdens het leven tussen geboorte en dood. We kunnen hetgeen we hebben gedaan dat ons Ik minder waardevol heeft gemaakt altijd verbeteren als we onze leugens kunnen overwinnen. We kunnen aan de persoon die we gezegd hebben: ‘Je bent een slecht mens’,  bekennen: ‘Ik heb me vergist, wat ik zei is niet juist’, enzovoort. Dan hebben we de waarde van ons Ik hersteld, dan hebben we de schade die we aan ons Ik toegevoegd hebben weer gecompenseerd.

Bron: Rudolf Steiner – GA 140 – Okkulte  Untersuchungen über  das  Leben zwischen  Tod  und  neuer  Geburt – Hannover, 18 november 1912 (bladzijde 43-44)