Het geweten, een erfdeel van de geestelijke wereld  

We hebben de geestelijke wereld verlaten door de poort van de zintuigen. Maar we hebben niet alles verloren wat zich in onze ziel ontwikkeld heeft aan gevoel van verbondenheid met de wezens van de hogere hiërarchieën. We dragen een onderbewuste rest mee. Naast vele andere dingen is deze onderbewuste rest ook de grondslag van het geweten. Het geweten is zeer zeker een erfdeel van de geestelijke wereld.

Bron: Rudolf Steiner – GA 170 – Das Rätsel des Menschen. Die geistigen Hintergründe der menschlichen Geschichte – Dornach, 27 augustus 1916 (bladzijde 217)

Eerder geplaatst op 25 juli 2016 (3 reacties)

Grausamkeit

Een menselijke eigenschap die met name in het gedachteleven van tegenwoordig wijd, wijd verspreid is, die in het onderbewuste wortelt, waarvan de mensen zich dus niet bewust zijn: dat is de Grausamkeit (onmenselijkheid, wreedheid, barbarij). En omdat de mensen in de hedendaagse tijd niet bepaald de moed hebben deze onmenselijkheid uiterlijk te bedrijven, zijn ze het in begrippen en ideeën. In veel werken van tegenwoordig merkt men de barbarij aan de wijze van de weergave, in de manier van de beschrijving, en in veel wat vandaag de dag wordt gedaan en gezegd, merkt men de onmenselijkheid op, die in de grond van de menselijke ziel in veel wijdere omvang aanwezig is dan men denkt.

Bron: Rudolf  Steiner – GA 172 – Das Karma des Berufes des Menschen in Anknüpfung an Goethes Leben – Dornach, 18 november 1916 (bladzijde 114-115)

Eerder geplaatst op 29 maart 2016

Absurd

Als we een zo sterk bewustzijn zouden kunnen ontwikkelen van wat er zich met ons gedurende de slaap afspeelt, zoals de mensen in oudere tijden bij bepaalde situaties ontwikkelen konden, dan zouden we er helemaal niet op komen om aan de geest te twijfelen, maar dan zouden we ons niet alleen onderbewust, maar ook bewust herinneren, wat we in de slaap beleefd hebben. Als de mens bewust zou ondergaan, wat hij in de slaap ondergaat, dan zou het even absurd zijn om de geest te loochenen dan het absurd zou zijn voor de wakenden om tafels en stoelen te loochenen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 175 – Bausteine zu einer Erkenntnis des Mysteriums von Golgatha – Berlijn, 6 maart 1917 (bladzijde 104-105)

Eerder geplaatst op 20 april 2016