Onbewuste kennis

We komen door de geboorte in het bestaan op aarde (Duits: ins Dasein) met de wil om in zodanige omstandigheden terecht te komen die ons in staat stellen om onvolkomenheden van onze vorige levens te vereffenen. Dus zoeken we in de geëigende gevallen door een verborgen wil de smart op, doordat we vanuit onze voorgeboortelijke drang de onbewuste kennis hebben dat alleen de overwinning van dit lijden voor ons bepaalde belemmeringen, die we ons eerder in de weg gelegd hebben, uit de weg kan ruimen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 119 – Makrokosmos und Mikrokosmos/Die große und die kleine Welt/Seelenfragen, Lebensfragen, Geistesfragen – Wenen, 19 maart 1910 (bladzijde 31)

Eerder geplaatst op 23 december 2017   (1 reactie)

Rudolf Steiner-1

’s Nachts beleven we van alles, alleen we weten het niet

De mens herinnert zich wat hij in waaktoestand beleefd heeft. Maar van iets anders herinnert hij zich bijna niets hier op aarde. Dat is wat hij in de slaaptoestand beleeft. En in de slaaptoestand beleven we namelijk ontzettend veel meer dan we in waaktoestand beleven, alleen kan de mens met het hedendaagse bewustzijn die slaapervaringen nog niet bevatten. Als eenmaal de vaardigheid daartoe bereikt is – dat is iets wat verworven kan worden door de mensen -, dan weet men dat in de slaap ontzaglijk veel beleefd wordt. Maar de mens weet het in het algemeen nog niet. Nu overlijdt de mens en wat hij in waaktoestand beleefd heeft, gaat na twee, drie dagen weg. Het komt iemand zo voor alsof alle gedachten die men in waaktoestand heeft beleefd, na twee, drie, vier dagen eenvoudig zijn weggegaan. En dan duiken al die dingen op die men in de slaap beleefd heeft. Die duren dan, zoals ik u gezegd heb, een derde deel van het afgelopen aardeleven. Dus datgene wat door de mensen geheel innerlijk beleefd wordt, dat weet hij ook nu nog niet hier op aarde. Hij zal het weten als hij zich meer en meer geesteswetenschappelijk verdiept.

Daarom hoeft het ons ook niet te verwonderen dat in het huidige leven de dingen nog onbewust zijn, die zich in voorgaande aardelevens hebben afgespeeld. Ik heb u onlangs nog gezegd wat voor een verschil het maakt wanneer ik een manchetknoop neergelegd heb, zonder met het bewustzijn erbij te zijn – dan kan ik ’s morgens heen en weer lopen en steeds moeten zoeken – of wanneer ik mij uitdrukkelijk herinner: Je hebt deze knoop hier neergelegd. Dan zal ik niet op en neer lopen maar juist er recht op afgaan. Het hangt ervan af, of men aan het een en ander denkt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 350 – Rhythmen im Kosmos und im Menschenwesen – Dornach, 30 mei 1923 (bladzijde 22)

Eerder geplaatst op 1 september 2014

Onbewuste ervaringen tussen inslapen en ontwaken

We dragen altijd gedurende de dag van ontwaken tot inslapen de nawerkingen van de nachtelijke ervaringen in ons, en hoewel voor de uiterlijke cultuur alles van grote betekenis is wat de mens door zijn bewustzijn verricht, is wat er in de mens zelf plaatsvindt in allergeringste mate afhankelijk van zijn bewustzijn, maar in de hoogste mate afhankelijk van wat hij onbewust beleeft vanaf inslapen tot ontwaken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 218 – Geistige Zusammenhänge in der Gestaltung des menschlichen Organismus: Teil I: Die Schlaferlebnisse des Menschen, ihre geistigen Hintergründe und ihre Bedeutung für das Tagesleben- Stuttgart, 9 oktober 1922 (bladzijde 15)

De mens is zich niet bewust van de uitwerking van zijn gevoelens

Niet voor niets, niet zinloos heeft de antroposofische beweging de mensen gewezen op deze onzichtbare werelden, waarvan de mensen een deel zijn, waarin we voortdurend invloeden uitoefenen. U kunt geen woord spreken, geen gedachte denken zonder dat gevoelens in de ruimte een uitwerking hebben. Zoals onze daden in de ruimte werken, zo werken ook de gevoelens; ze doortrekken de ruimte en beïnvloeden de mensen en de gehele astrale wereld.

De mens is zich onder gewone omstandigheden niet bewust, dat een stroom van werkingen van hem uitgaat, dat hij een oorzaak is waarvan de uitwerkingen overal in de wereld zijn waar te nemen. Hij is zich er niet van bewust, dat hij daardoor ook onheil aanrichten kan, dat hij stromen van lust en onlust, van hartstochten en driften de wereld inzendt, die op andere mensen op zeer schadelijke wijze kunnen werken. Hij is zich niet bewust wat hij met zijn gevoelsleven teweegbrengt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 88 – Über die astrale Welt und das Devachan – Berlijn, 28 oktober 1903 (bladzijde 27)

Eerder geplaatst op 28 april 2017 

Onbewust verlangen

In feite – dat zal u gebleken zijn uit vele opmerkingen die ook hier in de afgelopen jaren gemaakt zijn – wijst alles in het geestelijke leven van de huidige tijd erop hoe de mensheid vandaag de dag onbewust dorst naar wat met een ware spirituele wereldbeschouwing gegeven moet worden. En niet alleen de zielen die tegenwoordig op een positieve manier de behoefte aan een dergelijke levensbeschouwing uiten, streven naar zo’n levensbeschouwing, maar ook talrijke mensen die niets van zo’n levensbeschouwing weten.  

Ja, zelfs degenen die er niets van weten willen, misschien zelfs vandaag de dag er nog vijandig tegenover staan, ze streven toch onbewust – men zou kunnen zeggen vanuit de behoeften van hun hart, die zich nog helemaal niet in bewuste begrippen en ideeën aankondigen -,  die zich wellicht zelfs in vijandige begrippen en ideeën aankondigen -, ze streven, zonder het zelf te weten, naar wat juist met onze wereldbeschouwing gegeven wordt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 148 – Aus der Akasha-Forschung/Das Fünfte Evangelium – Berlijn, 21 oktober 1913 (bladzijde 103-104)