Egoïsme / Armoede / Ellende (10 van 11) – Lijdt een mens onder de sociale omstandigheden, dan lijdt hij in waarheid onder wat zijn medemensen hem toebrengen

Alleen een wereldbeschouwing die tot in de kern gaat en daar de waarheid vandaan haalt, kan ons het ware gezicht van de wereld tonen. Het is nimmer juist, dat wij door ware kennis, als wij het ware gezicht van de wereld zien, slecht zouden kunnen worden. Waar is het dat het slechte in de mens alleen van dwaling, alleen van vergissingen kan komen. Daarom bouwt de geesteswetenschap vanuit de kennis van de menselijke natuur erop dat door haar bereikt kan worden waarover de edele sociale hervormer Owen zich zo vergist heeft. Hij zegt: ‘Het is noodzakelijk dat de mensen eerst voorgelicht worden, dat de moraal verbeterd wordt.’ 

De spirituele kennis zegt echter: De nadruk op dit beginsel doet het niet alleen, maar de middelen waardoor de ziel veredeld kan worden, moeten erbij gegeven worden. Want als door een geestelijk gerichte wereldbeschouwing de zielen veredeld en gescherpt zijn, dan zullen de omstandigheden en uiterlijke verhoudingen, die altijd een spiegelbeeld zijn van wat de mens denkt, navolgen. Niet door de omstandigheden worden de mensen bepaald, maar, in zoverre de omstandigheden sociaal zijn, worden deze omstandigheden door mensen gemaakt. Lijdt een mens onder de sociale omstandigheden, dan lijdt hij in waarheid onder wat zijn medemensen hem toebrengen. 

En alle ellende die door de industriële ontwikkeling is gekomen – dat moet wie de waarheid zoekt toegeven -, dat kwam uitsluitend doordat de mensen dezelfde geestkracht die zij hebben gebruikt voor de heilzame uiterlijke vooruitgang, niet nodig gevonden hebben aan te wenden voor de verbetering van het lot van de mensen die gebruikt werden voor deze vooruitgang.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 054 – Die Welträtsel und die Anthroposophie – Hamburg, 2 maart 1908 (bladzijde 102-103)

2009_0818fujiweb0057 (2)

Werk van Nesta Carsten-Krüger 

Eerder geplaatst op 5 november 2018  (1 reactie)

Het is onfatsoenlijk alles op persoonlijk eigenbelang in te richten (9 van 11)

Nu zou iemand kunnen zeggen: ‘Dat is een mooi staaltje over de sociale problemen; dat is ook wat moois! Hebben wij niet altijd beweerd’, zou iemand kunnen zeggen, ‘dat de mensen nu eenmaal egoïstisch zijn en dat men met hun egoïsme rekening moet houden? En dan komt nu die spirituele wereldbeschouwing en zegt dat het anders zou kunnen worden.’ 

Nu, zeker is dat altijd beweerd, dat dit niet anders zou kunnen en men heeft hieraan zowat zijn hart opgehaald en gezegd: ‘Hij is de ware practicus, die op het menselijke egoïsme rekent.’ Zeker, maar hier keert in het denken van de mensen de richting zich helaas niet om. Want degenen die alles op de omstandigheden schuiven, die alles op de instellingen (Einrichtungen) schuiven, zouden toch op zijn minst moeten toegeven dat juist doordat de omstandigheden zo waren zoals zij die tot op heden gevormd hebben, ook deze neiging en impuls in de mensen is gekomen. Daar echter schiet het denken te kort. Want anders zouden ze moeten zeggen: Ja, er wordt onder alle omstandigheden een heel andere omgeving gecreëerd als de voorstelling ingeburgerd raakt, dat het onfatsoenlijk is alles op persoonlijk eigenbelang te bouwen.     

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 054 – Die Welträtsel und die Anthroposophie – Hamburg, 2 maart 1908 (bladzijde 101-102)

11 Voilet (2)

Werk van Nesta Carsten-Krüger 

Eerder geplaatst op 4 november 2018  (7 reacties)

Vooruitblik op het komende leven

Onmiddellijk voor de incarnatie treedt een zeer belangrijke gebeurtenis op, die analoog aan de gebeurtenis op het moment van de dood is. Zoals onmiddellijk na de dood de terugblik (Duits: Rückerinnerung) aan het afgelopen leven als een tableau voor de ziel treedt, zo is onmiddellijk voor de incarnatie een soort vooruitblik op het komende leven aanwezig. Men ziet niet alle details, maar in grote lijnen alle omstandigheden in het komende leven voor zich.

Dit moment is van ontzaglijke betekenis. Het komt voor dat mensen die in een vroeger leven veel geleden hebben en veel zware ervaringen hebben doorgemaakt, bij de aanblik van de nieuwe omstandigheden en lotgevallen een schok krijgen en de ziel terughouden van de volledige belichaming, zodat slechts een deel van de ziel in het lichaam incarneert. Het gevolg van de schok bij een dergelijke vooruitblik is de geboorte van een persoon met een ontwikkelingsstoornis of met epilepsie.

Bron: Rudolf Steiner – GA 95 – Vor dem Tore der Theosophie – Stuttgart, 26 augustus 1906 (bladzijde 52-53)

Eerder geplaatst op 23 augustus 2017  (2 reacties)

De mens is ondenkbaar als afgezonderd wezen

De mens gelooft dat hij een persoonlijkheid is, die afgescheiden is van de rest van de wereld. Al een enkele overdenking zou hem kunnen leren dat hij zelfs in het fysieke geen zelfstandig wezen is. Bedenk eens dat als in deze ruimte de temperatuur 200 graden hoger zou zijn als nu, dan zouden we allen hier niet kunnen bestaan, zoals we nu bestaan.

Zodra de omstandigheden buiten ons veranderen, zijn de voorwaarden voor ons lichamelijk bestaan er niet meer. We zijn enkel de voortzetting van de buitenwereld en volstrekt ondenkbaar als afgezonderde wezens. Dat is nog meer het geval in de zielen- en geestenwereld. We zien dat de mens, als zelf beschouwd, slechts een illusie is, dat hij een deel van de algemene goddelijke geesteswereld is.

Bron: Rudolf Steiner – GA 53 – Ursprung und Ziel des Menschen – Berlijn, 12 maart 1905 (bladzijde 269)

Eerder geplaatst op 11 juli 2017  (5 reacties)

Wat voor zin heeft het herhaaldelijk verschijnen van de mens op aarde?  

Wat voor zin heeft het herhaaldelijk verschijnen van de mens op aarde? Zouden de incarnaties zonder samenhang zijn, dan zou dit zeker zinloos zijn. Zo is het echter niet. Denk eens aan de verschillende levensomstandigheden, die een mens doormaakt, die een paar eeuwen na Christus leefde en die zich in onze tijd weer incarneert.

Tegenwoordig is de mens in zijn leven van het zesde tot het veertiende jaar al gevuld met het verwerven van vaardigheden: lezen, schrijven enzovoort. De huidige mens heeft heel andere mogelijkheden om zijn persoonlijkheid te cultiveren en te vormen. De incarnaties zijn zo geordend dat de mens pas dan weer verschijnt als hij in nieuwe omstandigheden komt, heel andere kansen en ontwikkelingsmogelijkheden vindt, en dat is altijd pas na enige eeuwen het geval. Hoeveel ontwikkelt de aarde zich in elke opzicht! Nog maar enkele duizenden jaren geleden was het gebied hier met bossen bedekt, waarin wilde dieren leefden. De mensen leefden in grotten, kleedden zich in dierenhuiden en waren slechts op primitieve wijze in staat vuur en gereedschap te maken. Hoe anders is dat vandaag de dag!

Zo verandert in betrekkelijk korte tijd het aangezicht van de aarde. Een mens die in de tijd van de oude Germanen leefde, had een heel ander beeld van de wereld als degene die hier tegenwoordig lezen en schrijven leert. Met de veranderende aarde leert hij geheel nieuwe dingen en maakt het zich eigen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 95 – Vor dem Tore der Theosophie – Stuttgart, 25 augustus 1906 (bladzijde 39)

Eerder geplaatst op 31 januari 2015