Over pokken en vaccinatie (1 van 2)

Laten we eens aannemen dat een groot aantal mensen zich wegens liefdeloosheid tegenover andere mensen gedrongen zou voelen bepaalde infectiestoffen op te nemen en het slachtoffer te worden van een epidemie. Laten we verder aannemen dat we iets tegen die epidemie zouden kunnen doen. We zouden dan in zo’n geval de uiterlijke lichamelijkheid ervoor behoeden de liefdeloosheid tot uitdrukking te brengen, maar we zouden daarmee nog niet de innerlijke neiging tot liefdeloosheid hebben weggenomen. 

Nu kunnen we ons de zaak echter zo voorstellen dat we, als we het uiterlijke orgaan van de liefdeloosheid wegnemen, de verplichting op ons nemen zodanig op de ziel in te werken dat we de neiging tot liefdeloosheid ook uit de ziel wegnemen. Het orgaan van de liefdeloosheid wordt bij uitstek gedood –in lichamelijke zin –door de pokkeninenting. 

Nu blijkt uit het geesteswetenschappelijk onderzoek bijvoorbeeld het volgende. In een bepaalde cultuurperiode zijn de pokken opgetreden omdat toen de algemene neiging bestond om in verhoogde mate egoïsme, liefdeloosheid te ontwikkelen. Toen traden, ook in het uiterlijke organisme, de pokken op; dat is zo. Wij zijn in de antroposofie nu eenmaal verplicht de waarheid te zeggen.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 120 – Die  Offenbarungen des  Karma – Hamburg, 25 mei 1910 (blz. 169-170)

Nederlandse uitgave: Werkingen van het karma (blz. 178). Vertaald door Anton de Rijk en Hans Schenkels met een nawoord van Hans Peter van Manen. 

Stichting Rudolf Steiner Vertalingen. Tweede druk 2004

9789060385166_front

Rudolf Steiner – Egoïsme/Armoede/ Ellende (9) – Es ist unanständig alles auf persönlichen Eigennutz zu bauen

Nu zou iemand kunnen zeggen: ‘Dat is een mooi staaltje over de sociale problemen; dat is ook wat moois! Hebben wij niet altijd verkondigd’, zou iemand kunnen zeggen, ‘dat de mensen nu eenmaal egoïstisch zijn en dat men met hun egoïsme rekening moet houden? En dan komt nu die spirituele wereldbeschouwing en zegt dat het anders zou kunnen worden.’

Nu, zeker is dat altijd verkondigd, dat dit niet anders zou kunnen en men heeft hieraan zowat zijn hart opgehaald en gezegd: ‘Hij is de ware practicus, die op het menselijke egoïsme rekent.’  Zeker, aber hier kehrt sich leider im Denken der Menschen der Spieß nicht um. (??) Want degenen die alles op de omstandigheden schuiven, die alles op de instellingen (Einrichtungen) schuiven, zouden toch op zijn minst moeten toegeven dat juist doordat de omstandigheden zo waren zoals zij die tot op heden gevormd hebben, ook deze neiging en impuls in de mensen is gekomen. Daar echter schiet het denken te kort. Want anders zouden ze moeten zeggen: Ja, er wordt onder alle omstandigheden een heel andere omgeving gecreëerd als de voorstelling ingeburgerd raakt, dat het onfatsoenlijk is alles op persoonlijk eigenbelang te bouwen.

Wordt vervolgd

Bron: GA 054 – Hamburg 2 maart 1908 (bladzijde 101-102)