Mede verantwoordelijk

Als ik opvoeder ben en mijn pupil niet beantwoordt aan hetgeen ik zou wensen, moet mijn gevoel zich niet tegen hem keren, maar tegen mijzelf. Ik moet mij in zo hoge mate één met hem voelen, dat ik mij afvraag: “Is datgene, waarin hij tekort schiet, niet een gevolg van mijn eigen handelwijze?” In plaats van mijn gevoel tegen hem te richten zal ik er veeleer over nadenken hoe ik mijzelf heb te gedragen, wil mijn pupil in het vervolg beter aan mijn verwachtingen beantwoorden. Door zulk een gemoedsgesteldheid verandert gaandeweg onze hele denkwijze.

Dit geldt voor het kleinste zowel als voor het grootste. Bij deze gezindheid zie ik b.v. een misdadiger met geheel andere ogen dan wanneer ik dit standpunt niet inneem. Ik houd mijn oordeel terug en zeg tot mijzelf: “Ook ik ben maar een mens als hij. Wellicht heeft alleen de opvoeding, die mij door de omstandigheden te beurt is gevallen, mij voor een dergelijk lot bewaard.” Ik kom dan mogelijk tot de overtuiging dat deze medebroeder een ander mens zou zijn geworden, als de leermeesters, die aan mij hun moeite en zorgen besteedden, die aan hem hadden gewijd. Ik zal bedenken dat mij iets ten deel is gevallen, wat hem werd onthouden en dat ik dit voorrecht juist te danken heb aan het feit dat hij het moest missen. En dan zal het denkbeeld mij niet vreemd meer zijn dat ik slechts een schakel in de gehele mensheid ben en mede aansprakelijk voor al wat geschiedt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 10 – WIE ERLANGT MAN ERKENNTNISSE DER HÖHEREN WELTEN? – Die Bedingungen zur Geheimschulung (bladzijde 106)

Deze vertaling is overgenomen uit het boek Hoe verkrijgt men bewustzijn op hogere gebiedenHoofdstuk: De voorwaarden voor de innerlijke scholing (bladzijde 90-91) – Vierde druk 

Dit werk is later verschenen met de titel De weg tot inzicht in hogere werelden.     

Eerder geplaatst op 26 december 2017  (1 reactie)

Weg-tot-inzicht-in-hogere-werelden-2013

Over positiviteit en onthouding van kritiek

Zo moet de esoterische leerling proberen in ieder verschijnsel en in ieder wezen het positieve te zoeken. Hij zal dan al spoedig merken dat onder de buitenkant van het lelijke een verborgen schoonheid, dat zelfs onder het hulsel van een misdadiger iets verborgen goeds, dat onder het uiterlijk van een waanzinnige op de een of andere manier de goddelijke ziel verborgen is.

Deze oefening hangt enigszins samen met wat men de onthouding van kritiek noemt. Men moet deze zaak niet zo opvatten alsof men zwart wit en wit zwart zou moeten noemen. Er is echter een verschil tussen een beoordeling die alleen van de eigen persoonlijkheid uitgaat en aan de hand van sympathie en antipathie van de eigen persoon oordeelt. En er is een standpunt dat zich liefdevol in het vreemde verschijnsel of vreemde wezen verplaatst en zich overal afvraagt: Hoe komt deze ander ertoe zo te zijn en zo te doen? Een dergelijk standpunt komt er geheel vanzelf toe om er meer na te streven het onvolkomene te helpen dan alleen aanmerkingen te maken en het te kritiseren.

Bron: Rudolf Steiner – GA 267 – Seelenübungen (bladzijde 58-59)

Eerder geplaatst op 8 augustus 2015

De tijdsduur tussen dood en nieuwe geboorte  

Er is vaak op gewezen dat voor het normale mensenleven de tijd tussen dood en nieuwe geboorte lang is in verhouding tot de tijd, die we hier in het fysieke lichaam tussen geboorte en dood doorbrengen. Kort is deze tijd alleen bij mensen die hun leven op een ongunstige wijze (Duits: in einer weltwidrigen Weise) gebruiken, die, om zo te zeggen, ertoe komen alleen te doen wat in een werkelijke en ware zin misdadig genoemd kan worden. Dan is er een kort tijdsverloop tussen de dood en een nieuwe geboorte. Maar bij mensen die niet alleen maar in egoïsme vervallen zijn, maar hun leven op een normale wijze tussen geboorte en dood doorbrengen, vindt er gewoonlijk een relatief lange tijdsduur plaats tussen dood en nieuwe geboorte.

Bron: Rudolf Steiner – GA 162 – Kunst- und Lebensfragen im Lichte der Geisteswissenschaft – Dornach, 30 mei 1915 (bladzijde 71)

Eerder geplaatst op 21 februari 2015

Begrip is nodig in plaats van kritiek

Voor de ontwikkeling der ziel is het noodzakelijk dat men zich een zeer bepaalde wijze van beoordeling van zijn medemensen eigen maakt. Dat is moeilijk te bereiken: onthouding van kritiek. Begrip is nodig in plaats van kritiek. Als u de mensen meteen met uw eigen mening komt, dan onderdrukt dat de zielsontwikkeling. Wij moeten eerst luisteren naar de anderen, en dit luisteren is een uiterst werkzaam middel voor de ontwikkeling van de ogen der ziel, en wie een hogere trap op deze weg bereikt, heeft dit te danken aan het afwennen van de gewoonte om alles te kritiseren, alles te beoordelen. Hoe kunnen wij in de ziel waarnemen? Wij moeten niet de staf breken over een misdadiger, maar ook hem begrijpen, de misdadiger evenzeer begrijpen als de heilige. Begrip voor een ieder, dat is nodig.

Bron: Rudolf Steiner  – GA 53 – Ursprung und Ziel des Menschen – Grundbegriffe der Geisteswissenschaft – Berlijn, 15 december 1904 (bladzijde 200)

Eerder geplaatst op 19 juni 2014

Waarom misdadigers goed slapen en morele mensen vaak slecht slapen

Er is onlangs in de kranten een bericht geweest over iets dat ook de natuurwetenschap al onderzocht heeft, de vraag waarom misdadigers zo’n goede slaap hebben, terwijl morele mensen met een goed geweten juist vaak slecht slapen. […] De mens die een sterk geweten ontwikkelt, die dus een diepvoelend (Duits: innig) mens is, een moreel bewust mens, bij die gaat in de ziel het morele voelen zo diep, dat hij het in de slaap meeneemt, en dan slaapt hij slecht omdat hij gelooft veel verkeerds te hebben gedaan.

Wie echter een slecht mens is, die geen sterk ontwikkeld moreel geweten heeft, die neemt niets aan gewetenswroeging in de slaap mee. En dan heeft hij een open geestelijk oor voor de influisteringen van Ahriman, die hem het kwaad juist als goed voorstelt. Daarom is een misdadiger zo tevreden in zijn slaap.

Bron: Rudolf Steiner – GA 218 – Geistige Zusammenhänge in der Gestaltung des menschlichen Organismus: Teil IV: Erlebnisse der Menschenseele im Schlafe und nach dem Tode in der geistigen Welt – Londen, 12 november 1922 (bladzijde 133)