Hoe is de mens in feite gekomen tot wat we zijn vrijheid noemen, dat wil zeggen zijn mogelijkheid om te onderscheiden tussen goed en kwaad, om in vrijheid het goede of ook het kwade te doen? (1 van 2)

Hoe is de mens in feite gekomen tot wat we zijn vrijheid noemen, dat wil zeggen zijn mogelijkheid om te onderscheiden tussen goed en kwaad, om in vrijheid het goede of ook het kwade te doen? U weet dat de mens een lange ontwikkelingsweg heeft doorgemaakt, voordat hij het stadium heeft bereikt waarop hij nu staat en dat we het midden van de ontwikkeling hebben overschreden. Ongeveer in het midden van het Atlantische aardetijdperk, dat aan ons aardetijdperk voorafging, ligt ook het midden van de gehele menselijke ontwikkeling. Nu hebben we dit midden reeds overschreden en daardoor zijn we de eerste missionarissen van de tweede helft, de eerste boodschappers van een opstijgende boog. Terwijl de mensheid tot in de Atlantische tijd in een dalende boog, in een soort neergaande ontwikkeling verkeerde, tot ze het diepste in het materiële leven verzonk, klimt ze nu weer omhoog naar spirituele ontwikkeling.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 93 – Die Tempellegende und die Goldene Legende/Aus den Inhalten der Esoterischen Schule – Berlijn, 5 juni 1905 (bladzijde 173)