Tijdsduur tussen incarnaties is verschillend

Het moet duidelijk zijn dat er een bepaalde tijd moet verstrijken tot de mens weer terugkomt op aarde. En dan zou u kunnen vragen: ‘Ja, wanneer komt men terug?’ – Daar komt men dan, als men de zaak werkelijk goed nagaat, tot het volgende: De ene heeft zich hier op de aarde zeer veel met de geestelijke wereld bezig gehouden, die groeit gemakkelijker de geestelijke wereld in na de dood. Hij heeft dan naar verhouding, omdat hij zich veel met de geestelijke wereld heeft bezig gehouden, lange tijd nodig tussen de dood en een nieuwe geboorte.

U zult misschien verrast zijn dat ik zeg: lang. Hij kan lang verblijven in de geestelijke wereld, omdat hij hier al veel geleerd heeft van de geestelijke wereld. Zulke mensen die zich hier veel met de geestelijke wereld bezig hebben gehouden, kunnen zich daar beter ontwikkelen, blijven daar langer en komen later weer terug. Daarentegen komt degene die zich alleen met de materiële wereld bezig houdt, relatief eerder weer terug.

Bron: Rudolf Steiner – GA 350 – Rhythmen im Kosmos und im Menschenwesen – Dornach, 30 mei 1923 (bladzijde 21)

 Eerder geplaatst op 22 juni 2015  (8 reacties)

Verwoestende krachten

In onze tijd moest de bovenzinnelijke kennis terugtreden; dat moest zo zijn om de grote veroveringen op het fysiek-zintuiglijke gebied mogelijk te maken, om volkomener te worden in de beheersing van de materiële wereld. Nu is de tijd nabij waarin de mensheid zich weer spiritueel moet verdiepen. De mens koerst tegenwoordig op het fysieke vlak naar een stadium dat niet zou kunnen worden verdragen, als het spirituele leven zich niet weer ontwikkelde.

Een voorbeeld hoe nodig het voor de mensheid is om zich spiritueel te verdiepen: U kent de ontzaglijke vooruitgang van bijvoorbeeld de elektriciteitsleer; met deze krachten is een ongelooflijke kracht verknoopt, die het mogelijk zal maken dat de mens deze krachten misbruikt. De mens zal, en wel in een niet al te verre tijd, heer zijn over vreselijke krachten, die hij op het fysieke gebied zal laten werken. Hij zal bijvoorbeeld ontploffingen, explosies op ver afgelegen locaties kunnen ontketenen, zonder dat iemand in staat zal zijn de aanstichter te identificeren.

De mensheid zal macht hebben. En wee als de mens dan moreel niet op het niveau staat om deze verschrikkelijke krachten alleen en uitsluitend voor goede doeleinden te gebruiken! Deze tijd hebben de leiders van de mensheid voorzien en het is de missie van de antroposofie om de gemoederen voor te bereiden op wat gaat komen, ze te waarschuwen, hen de weg en het doel te tonen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 89 – Bewußtsein/Leben/Form – Berlijn, 3 april 1905 (bladzijde 295-296)

Eerder geplaatst op 24 mei 2017

Alle bestaan is geest

Alleen als u de geestelijke wereld leert kennen, kunt u ook de materiële wereld begrijpen. Geesteswetenschap is niet iets voor zonderlingen, maar juist iets voor de meest praktischen onder de practici. Alle bestaan is geest. Zo waar als ijs water is, zo waar is ook de materie geest. Of mineraal, of plant, of dier, of mens, ze zijn geest in verdichte vorm.

Bron: Rudolf Steiner – GA 100 – Menschheitsentwickelung und Christus-Erkenntnis/Theosophie und Rosenkreuzertum – Kassel, 16 juni 1907 (bladzijde 26)

Eerder geplaatst op 16 september 2016

Verwoestende krachten

In onze tijd moest de bovenzinnelijke kennis terugtreden; dat moest zo zijn om de grote veroveringen op het fysiek-zintuiglijke gebied mogelijk te maken, om volkomener te worden in de beheersing van de materiële wereld. Nu is de tijd nabij waarin de mensheid zich weer spiritueel moet verdiepen. De mens koerst tegenwoordig op het fysieke vlak naar een stadium dat niet zou kunnen worden verdragen, als het spirituele leven zich niet weer ontwikkelde.

Een voorbeeld hoe nodig het voor de mensheid is om zich spiritueel te verdiepen: U kent de ontzaglijke vooruitgang van bijvoorbeeld de elektriciteitsleer; met deze krachten is een ongelooflijke kracht verknoopt, die het mogelijk zal maken dat de mens deze krachten misbruikt. De mens zal, en wel in een niet al te verre tijd, heer zijn over vreselijke krachten, die hij op het fysieke gebied zal laten werken. Hij zal bijvoorbeeld ontploffingen, explosies op ver afgelegen locaties kunnen ontketenen, zonder dat iemand in staat zal zijn de aanstichter te identificeren.

De mensheid zal macht hebben. En wee als de mens dan moreel niet op het niveau staat om deze verschrikkelijke krachten alleen en uitsluitend voor goede doeleinden te gebruiken! Deze tijd hebben de leiders van de mensheid voorzien en het is de missie van de antroposofie om de gemoederen voor te bereiden op wat gaat komen, ze te waarschuwen, hen de weg en het doel te tonen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 89 – Bewußtsein/Leben/Form – Berlijn, 3 april 1905 (bladzijde 295-296)

Tijdsduur tussen incarnaties is verschillend

Het moet duidelijk zijn dat er een bepaalde tijd moet verstrijken tot de mens weer terugkomt op aarde. En dan zou u kunnen vragen: ‘Ja, wanneer komt men terug?’ – Daar komt men dan, als men de zaak werkelijk goed nagaat, tot het volgende: De ene heeft zich hier op de aarde zeer veel met de geestelijke wereld bezig gehouden, die groeit gemakkelijker de geestelijke wereld in na de dood. Hij heeft dan naar verhouding, omdat hij zich veel met de geestelijke wereld heeft bezig gehouden, lange tijd nodig tussen de dood en een nieuwe geboorte. U zult misschien verrast zijn, dat ik zeg: lang. Hij kan lang verblijven in de geestelijke wereld, omdat hij hier al veel geleerd heeft van de geestelijke wereld. Zulke mensen die zich hier veel met de geestelijke wereld bezig hebben gehouden, kunnen zich daar beter ontwikkelen, blijven daar langer en komen later weer terug. Daarentegen komt degene die zich alleen met de materiële wereld bezig houdt, relatief eerder weer terug.

Bron: Rudolf Steiner – GA 350 – Rhythmen im Kosmos und im Menschenwesen – Dornach, 30 mei 1923 (bladzijde 21)

Eerder geplaatst op 18 oktober 2013