Belangstelling en Gezondheid

Zeker, het is tegenwoordig zogezegd enigszins riskant om over deze dingen te spreken. Maar hoe het karma in elkaar steekt zullen we toch alleen begrijpen, als we genegen zijn concrete feiten betreffende het karma in ons op te nemen. Om een voorbeeld te noemen: in de tijd waarin de mensenzielen die nu op de aarde zijn in hun vorige incarnatie leefden, bestond de schilderkunst natuurlijk ook al en waren er ook mensen die geen belangstelling hadden voor schilderkunst. Er zijn tegenwoordig immers ook mensen wie het niets uitmaakt of ze nu een kitscherig tafereeltje aan de muur hebben hangen of een schilderij van niveau. Zulke mensen waren er ook in de tijd waarin de nu levende zielen in een vorige incarnatie op aarde waren. Ja kijk, beste vrienden, ik heb nog nooit geconstateerd dat iemand met een sympathiek gezicht, een sympathieke gelaatsuitdrukking, in een vorig leven geen vreugde aan de schilderkunst had beleefd. Mensen met een onsympathieke gelaatsuitdrukking – wat in het karma van een mens nu eenmaal ook een rol speelt, wat voor zijn lot van betekenis is – waren altijd mensen die niets ziende, onverschillig en flegmatisch aan beeldende kunstwerken voorbij liepen. 

Maar de dingen gaan nog veel verder. Er zijn mensen die hun hele leven lang – en dat kwam ook al in vroegere periodes van de aarde voor – nooit naar de sterren opkijken, die niet weten waar de Leeuw of de Ram of de Stier staat, die zich voor niets in deze richting interesseren. Deze mensen worden in een volgend leven op aarde met een slap lichaam geboren, of ze worden, als ze door de kracht van hun ouders nog het model krijgen dat hen daar overheen helpt, in het lichaam dat ze vervolgens zelf opbouwen slap en krachteloos. 

En zo zouden we de hele gezondheidstoestand die een mens in een of ander leven heeft, terug kunnen voeren op de interesses die hij in zijn vorige leven voor de zichtbare wereld in de ruimste zin heeft opgebracht. 

Mensen die bijvoorbeeld in deze tijd geen enkele belangstelling hebben voor muziek, wie muziek volstrekt koud laat, die zullen in een volgend leven heel zeker geboren worden met astma of met longziekten, of met een predispositie voor longziekten of astma. Het is inderdaad zo dat de zielekwaliteiten die in het ene leven door belangstelling voor de zichtbare wereld worden ontwikkeld, in het volgende leven tot uitdrukking komen in de gezondheids- of ziekteaffiniteit van het lichaam.

Bron: Rudolf Steiner – GA 235 – Esoterische Betrachtungen karmischer Zusammenhänge – Erster Band – Dornach, 1 maart 1924 (blz. 91-92)

Nederlands: Rudolf Steiner – Karmaonderzoek 1 (blz. 113-114)

Vertaald door Louki Sluyterman van Loo – Met een nawoord van Hans Peter van Manen

Rudolf Steiner / Werken en voordrachten onder redactie van Frans van Bussel, Michel Gastkemper en Roel Munniks

Karmaonderzoek-1

Belangstelling / Gezondheid / Karma

Laten we eens aannemen, dat iemand weinig belangstelling heeft voor de wereld om zich heen. Wat mij betreft interesseert hij zich nog wel voor wat direct met zijn lichamelijkheid te maken heeft en of men bijvoorbeeld in de buurt goed of slecht eet, maar verder gaan zijn interesses niet. Dat is een arme ziel; hij draagt niets van de wereld in zich en ook weinig van wat zijn omgeving hem te zien had kunnen geven, neemt hij door de dood mee in zijn innerlijk. Daardoor is het werken met de geestelijke wezens in die wereld moeilijk en zwaar. Daarom brengt hij ook geen kracht en energie mee, maar zwakte, een soort onmacht voor de opbouw van zijn stoffelijk lichaam. Het model oefent dan veel kracht uit; de strijd met het model blijkt uit allerlei kinderziekten, maar de zwakte blijft. Hij vormt in zekere zin een zwak, vatbaar lichaam, dat onderhevig is aan allerlei ziekten. Zo verandert geestelijke belangstelling in het ene leven in de gezondheidstoestand in een volgend. Zij die blaken van gezondheid hebben in een vorig leven een levendige belangstelling gehad voor de zichtbare wereld; in dit opzicht hebben aparte feiten in het leven zeer veel invloed. […]

Men zou de hele gezondheidstoestand van een mens kunnen terugvoeren op de belangstelling die hij in een vroeger leven heeft gehad voor de wereld. Mensen die in onze tijd bijvoorbeeld absoluut geen belangstelling voor muziek hebben, zullen zeer stellig in een volgend leven geboren worden met astma of longziekten of er in elk geval aanleg voor blijken te hebben. Het is werkelijk zo, dat wat in één aardeleven in de ziel geleefd heeft, zich uit zal drukken in de gezondheidstoestand van het lichaam in een volgend aardeleven.

Bron: Rudolf Steiner – GA 235 – Esoterische Betrachtungen karmischer Zusammenhänge – Erster Band – Dornach, 24 februari 1924 (bladzijde 91-92-93)

Nederlandse uitgave: Rudolf Steiner – GA 235 – Geesteswetenschappelijke beschouwingen van het karma (bladzijde 85-86-87) – Uitgeverij Vrij Geestesleven 1976 – Vertaald door A. Goedheer-de Keizer en H.L. Veltman-Arntzenius

Eerder geplaatst op 18 november 2016

Astrologie veelal oplichterij en onzin

Longziekte is iets wat door velerlei oorzaken komen kan. Dat men weet dat de long is aangetast, daarmee heeft men nog niet veel bereikt. De longen kunnen aangetast zijn vanuit de spijsvertering. Men moet weten waar het vandaan komt. Longziekten hebben veel mensen. Bij velen heeft de longziekte de meest verschillende oorzaken. Zo veel heb ik u in deze uren er over verteld dat de mens niet alleen van de aarde afhankelijk is, maar van de hele sterrenhemel. Maar dat is ook juist wat het meest gecompliceerde inzicht vereist. Daarmee moet men geen kwaad aanrichten. De oplichterij en onzin worden immers tegenwoordig door verscheidene astrologen in de wereld op grote schaal bedreven. […] Men heeft in de astrologie iets zeer nobels en groots als grondslag liggen; maar bij degenen die vandaag de dag astrologie beoefenen, ligt niets zeer nobels ten grondslag. Bij hen ligt meestal de speculatie op de geldbuidel van hun medemensen ten grondslag.

Bron: Rudolf Steiner – GA 352 – Natur und Mensch in geisteswissenschaftlicher Betrachtung – Dornach, 2 februari 1924 (bladzijde 77-78)

Eerder geplaatst op 8 augustus 2016  

Belangstelling/Gezondheid/Karma

Laten we eens aannemen, dat iemand weinig belangstelling heeft voor de wereld om zich heen. Wat mij betreft interesseert hij zich nog wel voor wat direct met zijn lichamelijkheid te maken heeft en of men bijvoorbeeld in de buurt goed of slecht eet, maar verder gaan zijn interesses niet. Dat is een arme ziel; hij draagt niets van de wereld in zich en ook weinig van wat zijn omgeving hem te zien had kunnen geven, neemt hij door de dood mee in zijn innerlijk. Daardoor is het werken met de geestelijke wezens in die wereld moeilijk en zwaar. Daarom brengt hij ook geen kracht en energie mee, maar zwakte, een soort onmacht voor de opbouw van zijn stoffelijk lichaam. Het model oefent dan veel kracht uit; de strijd met het model blijkt uit allerlei kinderziekten, maar de zwakte blijft. Hij vormt in zekere zin een zwak, vatbaar lichaam, dat onderhevig is aan allerlei ziekten. Zo verandert geestelijke belangstelling in het ene leven in de gezondheidstoestand in een volgend. Zij die blaken van gezondheid hebben in een vorig leven een levendige belangstelling gehad voor de zichtbare wereld; in dit opzicht hebben aparte feiten in het leven zeer veel invloed.[…]

Men zou de hele gezondheidstoestand van een mens kunnen terugvoeren op de belangstelling die hij in een vroeger leven heeft gehad voor de wereld. Mensen die in onze tijd bijvoorbeeld absoluut geen belangstelling voor muziek hebben, zullen zeer stellig in een volgend leven geboren worden met astma of longziekten of er in elk geval aanleg voor blijken te hebben. Het is werkelijk zo, dat wat in één aardeleven in de ziel geleefd heeft, zich uit zal drukken in de gezondheidstoestand van het lichaam in een volgend aardeleven.

Bron: Rudolf Steiner – GA 235 – Esoterische Betrachtungen karmischer Zusammenhänge – Erster Band – Dornach, 24 februari 1924 (bladzijde 91-92-93)

Nederlandse uitgave: Rudolf Steiner – GA 235 – Geesteswetenschappelijke beschouwingen van het karma (bladzijde 85-86-87) – Uitgeverij Vrij Geestesleven 1976 – Vertaald door A. Goedheer-de Keizer en H.L. Veltman-Arntzenius

Eerder geplaatst op 30 augustus 2015

Belangstelling/Gezondheid/Karma

Laten we eens aannemen, dat iemand weinig belangstelling heeft voor de wereld om zich heen. Wat mij betreft interesseert hij zich nog wel voor wat direct met zijn lichamelijkheid te maken heeft en of men bijvoorbeeld in de buurt goed of slecht eet, maar verder gaan zijn interesses niet. Dat is een arme ziel; hij draagt niets van de wereld in zich en ook weinig van wat zijn omgeving hem te zien had kunnen geven, neemt hij door de dood mee in zijn innerlijk. Daardoor is het werken met de geestelijke wezens in die wereld moeilijk en zwaar. Daarom brengt hij ook geen kracht en energie mee, maar zwakte, een soort onmacht voor de opbouw van zijn stoffelijk lichaam. Het model oefent dan veel kracht uit; de strijd met het model blijkt uit allerlei kinderziekten, maar de zwakte blijft. Hij vormt in zekere zin een zwak, vatbaar lichaam, dat onderhevig is aan allerlei ziekten. Zo verandert geestelijke belangstelling in het ene leven in de gezondheidstoestand in een volgend. Zij die blaken van gezondheid hebben in een vorig leven een levendige belangstelling gehad voor de zichtbare wereld; in dit opzicht hebben aparte feiten in het leven zeer veel invloed. […]

Men zou de hele gezondheidstoestand van een mens kunnen terugvoeren op de belangstelling die hij in een vroeger leven heeft gehad voor de wereld. Mensen die in onze tijd bijvoorbeeld absoluut geen belangstelling voor muziek hebben, zullen zeer stellig in een volgend leven geboren worden met astma of longziekten of er in elk geval aanleg voor blijken te hebben. Het is werkelijk zo, dat wat in één aardeleven in de ziel geleefd heeft, zich uit zal drukken in de gezondheidstoestand van het lichaam in een volgend aardeleven.

Bron: Rudolf Steiner – GA 235 – Esoterische Betrachtungen karmischer Zusammenhänge – Erster Band – Dornach, 24 februari 1924 (bladzijde 91-92-93)

Nederlandse uitgave: Rudolf Steiner – GA 235 – Geesteswetenschappelijke beschouwingen van het karma (bladzijde 85-86-87) – Uitgeverij Vrij Geestesleven 1976 – Vertaald door A. Goedheer-de Keizer en H.L. Veltman-Arntzenius