Over leren lezen en schrijven (3- Slot)

De pedagogische impulsen moeten aan het leven worden afgemeten. En dat is de essentie van onze pedagogiek, dat we het hele leven van het kind in gedachten hebben en dat we weten: als we het kind in het zevende, achtste jaar iets leren, dan moet het op een zodanige manier worden bijgebracht dat het met het kind meegroeit, dat het kind het in het dertigste, veertigste jaar nog heeft, dat men het hele leven er wat aan heeft.

Ziet u, het is zo dat juist de kinderen die perfect kunnen lezen en schrijven op achtjarige leeftijd met betrekking tot bepaalde innerlijke psychische gezondheidsimpulsen verkommeren. Ja, werkelijk verkommeren. Het is een groot geluk als men op de leeftijd van acht jaar nog niet zo kan lezen en schrijven als het tegenwoordig verlangd wordt. Het is een groot geluk voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid.

Bron: Rudolf Steiner – GA 298 – Rudolf Steiner in der Waldorfschule / Vorträge und Ansprachen für die Kinder, Eltern und Lehrer in der Waldorfschule Stuttgart 1919-1924 – Stuttgart, 9 mei 1922 (bladzijde 130)

rudolf-steiner-portrait

Eerder geplaatst op 24 september 2019

Over leren lezen en schrijven (2 van 3)

Als men hier verder over nadenkt, dan ontwikkelen zich andere opvattingen zoals we op merkwaardige wijze kunnen ervaren. Iedereen die van Goethe wat weet, kan ook weten: Als men met wat een twaalfjarige jongen aan eisen op school gesteld worden naar Goethe kijkt en je afvraagt, heeft Goethe dit werkelijk zo gekund? – dan zal men zien dat hij dit niet eens kon op zestienjarige leeftijd, en toch werd hij Goethe.

Oostenrijk had een belangrijke dichter, Robert Hamerling. Natuurlijk had hij zich in zijn jeugd niet voorgenomen dichter te worden, dat deed zijn genialiteit (Duits: das machte sein Genie), maar hij wilde leraar op een middelbare school worden. Hij had het examen voor leraar afgelegd. In zijn getuigschrift staat dat hij een buitengewoon goede kennis van het Latijn en het Grieks had, dat hij echter niet in staat was de Duitse taal te hanteren en dat hij alleen voor het onderricht van de lagere klassen deugde. Maar hij werd de belangrijkste recente dichter in Oostenrijk. Hij heeft in de Duitse taal en niet in de Slowaakse taal geschreven.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 298 – Rudolf Steiner in der Waldorfschule / Vorträge und Ansprachen für die Kinder, Eltern und Lehrer in der Waldorfschule Stuttgart 1919-1924 – Stuttgart, 9 mei 1922 (bladzijde 129-130)

Robert_hamerling

Robert Hamerling (1830-1889)

Geplaatst bij Steiner citaten Nederlands 23 september 2019

Over leren lezen en schrijven (1 van 3)

U weet, we beginnen niet op dezelfde wijze met het leren van lezen en schrijven zoals dat tegenwoordig meestal gebeurt. Als we beginnen met het leren schrijven, ontwikkelen we de vormen van letters, die anders vreemd zijn voor het kind, vanuit een soort kunstzinnige activiteit, een kunstzinnig gevoel voor vorm, waar het kind zich met innerlijk welgevallen op richt. Onze kinderen komen daardoor er wat later toe om te leren schrijven en lezen, omdat, als men rekening houdt met de natuur van het kind, het lezen na het schrijven komen moet. 

Nu keren degenen die aan de oude opvattingen gewend zijn, zich hier tegen en zeggen: De kinderen leren daar veel later lezen en schrijven dan op andere scholen.

Waarom leert het kind op andere scholen eerder lezen en schrijven? Omdat men niet weet welke leeftijd goed is voor het leren lezen en schrijven. Eerst leggen we ons de vraag voor of het wel gerechtvaardigd is om te verlangen dat het kind al in het achtste jaar met een bepaalde vaardigheid moet kunnen lezen en schrijven.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 298 – Rudolf Steiner in der Waldorfschule / Vorträge und Ansprachen für die Kinder, Eltern und Lehrer in der Waldorfschule Stuttgart 1919-1924 – Stuttgart, 9 mei 1922 (bladzijde 129)

$_59

Eerder geplaatst op 22 september 2019

Geen vreugde en snel moe

Men ziet vaak mensen in het leven, en tegenwoordig zijn ze echt talrijker dan je denkt, die aan niets echt vreugde beleven, die vreselijk snel moe worden, die vroeg verouderen, in ieder geval psychisch verouderen, enzovoort. Men ziet niet duidelijk waar dit uit voortkomt. Het komt voort uit het feit dat het kind in het zesde, zevende, achtste jaar niet op de juiste wijze in schrijven en lezen onderwezen is. 

Wie de mensennatuur kent, weet dat een kind dat op de juiste manier heeft leren lezen, bij wie het niet is ingepropt (Duits: nicht eingepaukt, eingetrichtert worden ist) tot het zevende en achtste jaar, maar die op een juiste, natuurlijke manier heeft leren lezen en schrijven, en het daarom misschien wat later gedaan krijgt, die heeft door deze manier van leren lezen en schrijven een werkelijk goede gift voor het hele leven.

Bron: Rudolf Steiner – GA 298 – Rudolf Steiner in der Waldorfschule – Vorträge und Ansprachen für die Kinder, Eltern und Lehrer in der Waldorfschule Stuttgart 1919-1924 – Stuttgart, 13 januari 1921 (bladzijde 74)

rudolf-steiner-in-der-waldorfschule-155083602

Eerder geplaatst op 7 september 2019  (37 reacties)

Verwerken

Men kan dit boek (Theosofie) niet lezen zoals men in onze tijd gewoonlijk boeken leest. In bepaald opzicht zal de lezer menige bladzijde, ja zelfs menige zin moeten verwerken. Dat is met opzet nagestreefd, want alleen op deze wijze kan het boek aan zijn bedoeling beantwoorden. Wie het alleen maar doorleest, kan geacht worden het in het geheel niet te hebben gelezen. De waarheden in dit boek moeten worden doorleefd. Alleen dan heeft geesteswetenschap waarde.

Van het standpunt der algemeen bekende wetenschap uit kan dit boek niet worden beoordeeld, wanneer het punt van uitgang voor een dergelijke beoordeling niet uit het boek zelf wordt gehaald. Als de criticus dit standpunt wil innemen, zal hij waarlijk zien dat door deze uiteenzettingen de ware wetenschap nergens wordt tegengesproken. De schrijver weet dat hij door geen enkel woord met zijn wetenschappelijke nauwkeurigheid in tegenspraak heeft willen komen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 9 – THEOSOPHIE – Einführung in  übersinnliche  Welterkenntnis und  Menschenbestimmung (blz. 2)

Uit de vijfde druk van THEOSOFIE (blz. 12). Vertaling H.G.J. de Leeuw

528x840