Rudolf Steiner – Waarom komt men zo veel ruzie, conflicten, haat tegen? (slot)

Iets anders dat tegen de antroposofie wordt ingebracht, is de moeilijkheid van haar leringen die alleen voor mensen met een zekere vooropleiding toegankelijk zouden zijn. Wie, zo zegt men, kan zich zonder bijzondere studie vinden in de vreemde uitdrukkingen, in al de ingewikkelde theorieën. Het valt niet te ontkennen dat in deze richting nog veel te doen is om het voor de antroposofie mogelijk te maken het hart en het verstand van een ieder te vinden. Maar dit werk moet gedaan worden. Wat deze geestesrichting te zeggen heeft, dat kan echter werkelijk, als de goede uitdrukkingsvormen gevonden worden, voor iedereen begrijpelijk zijn. Ja, nergens is het in zo’n hoge mate als hier mogelijk om voor iedere graad van scholing of levenservaring de juiste uitdrukkingswijze te vinden.

De meest geleerde en de meest ongeletterde, beide kunnen ze vinden wat ze voor hun ziel en geest verlangen. Geestesrichtingen die grote dingen willen, kunnen zich niet in een enge kring afsluiten; en als de antroposofie dit tot nu toe wel gedaan heeft, dan is dit gebeurd omdat zij zelf nog in het begin van haar loopbaan staat en daarom eerst de juiste weg in de verschillende gebieden van het leven moet zoeken. Hoe wijder echter de kringen worden waarin ze zich verspreidt, hoe passender de middelen zullen zijn die ze gebruikt. Dat ze daardoor aan diepte en ernst zou verliezen, als ze op grotere schaal verbreiding wint, is geen gedachte waaraan men zou moeten toegeven. Want de verspreiding van bepaalde hier in beschouwing komende leringen is tegenwoordig plicht; en men moet, als men dit erkent, voor het behoud van de waarheid zorgen ondanks de uitbreiding en zich niet, door vrees voor misvorming van de oorsprong, van deze uitbreiding laten afhouden.

Bron:  GA 034 –  GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis»  (bladzijde 180-181)