Slaven van het verleden, meesters van de toekomst

Met betrekking tot karma staat aan de creditzijde alles wat de mens aan goeds, verstandigs, waars en juist gedaan heeft, aan de debetzijde alles wat hij aan slechts en dwaas gedaan heeft. Het staat hem op elk moment vrij om nieuwe posten in het karmische levensboek in te voeren. Daarom moet men nooit geloven dat in het leven een onveranderlijke wet van het lot overheersend zou zijn. De vrijheid wordt niet beïnvloed door de wet van het karma. En daarom moet u bij de karmawet evenzeer aan de toekomst denken als aan het verleden. We dragen in ons de gevolgen van daden in het verleden, en we zijn de slaven van het verleden, maar de meesters van de toekomst. Willen we die goed vormgeven, dan moeten we zo gunstig mogelijke posten in het levensboek brengen.

fe28ceafc7a6322fc7ab39cef57f3f49

Bron: Rudolf Steiner – GA 99 – Die Theosophie des Rosenkreuzers – München, 31 mei 1907 (bladzijde 78)

Geplaatst bij Steiner citaten Nederlands 2 januari 2017 (3 reacties)

Wat is Akashakroniek?

Wat is Akashakroniek? We krijgen er de beste voorstelling van als we ons duidelijk maken, dat alles wat op onze aarde of verder op de wereld gebeurt, een blijvende indruk op bepaalde verfijnde essenties maakt, die voor de ziener die een inwijding heeft doorgemaakt, te vinden zijn. Het is niet een gewone kroniek, maar een kroniek die men als een levende kroniek zou kunnen kenschetsen. Stel een mens die in de eerste eeuw na Christus leefde. Wat hij toentertijd gedacht, gevoeld, gewild heeft, wat in zijn daden is overgegaan, dat is niet uitgedoofd, maar het is bewaard in deze verfijnde essentie.

De ziener kan het “zien”. Niet zo alsof het opgeschreven zou zijn in een geschiedenisboek, maar zoals het gebeurd is. Hoe men zich beweegt, wat men gedaan heeft, hoe men bijvoorbeeld een reis gemaakt heeft, dat kan men zien in deze geestelijke beelden. Toch mogen we ons niet voorstellen, dat deze beelden er zo uitzien alsof ze afdrukken van de fysieke persoonlijkheden hier zijn; dat is niet het geval. Om een eenvoudig beeld te gebruiken: Als men zijn hand beweegt, dan is de wil van de mens overal in de kleinste delen van de bewegende hand, en deze kracht van het willen die zich hier verbergt, die kan men zien. Dat wat nu geestelijk werkt in ons en in het fysieke is uitgestroomd, dat ziet men daar in het geest.

Bron: Rudolf Steiner – GA 99 – Die Theosophie des Rosenkreuzers – München, 28 mei 1907 (bladzijde 44)

Zie ook: Het staat geschreven in het Grote Levensboek en het is niet onopgemerkt voorbij gegaan en ook Akashakroniek 

Over karma en helpen

Als een mens lijdt, hoort men vaak zeggen: ‘Hij verdient zijn lijden, hij moet zijn karma dragen; als ik hem help, dan grijp ik in zijn karma in.’ – Dat is een dwaasheid. Zijn armoede, zijn ellende is veroorzaakt door zijn vorige leven, maar als ik hem help, zal mijn hulp een nieuwe post in zijn leven invoeren. Ik breng hem daardoor vooruit. Het is immers ook dwaas, als men een koopman met 1000 of 10.000 Mark van de ondergang zou kunnen redden, om te zeggen: ‘Nee, dan zou je balans veranderd worden.’ – Juist dat zou ons moeten aanzetten om de mensen te helpen. Ik help hem, omdat ik weet dat in de karmische samenhangen niets zonder uitwerking is. Dat zou voor ons een aansporing moeten zijn tot daadwerkelijke actie.

Bron: Rudolf Steiner – GA 99 – Die Theosophie des Rosenkreuzers – Die Technik des Karma – München, 31 mei 1907 (bladzijde 78-79)

Slaven van het verleden, meesters van de toekomst

Met betrekking tot karma staat aan de creditzijde alles wat de mens aan goeds, verstandigs, waars en juist gedaan heeft, aan de debetzijde alles wat hij aan slechts en dwaas gedaan heeft. Het staat hem op elk moment vrij om nieuwe posten in het karmische levensboek in te voeren. Daarom moet men nooit geloven dat in het leven een onveranderlijke wet van het lot overheersend zou zijn. De vrijheid wordt niet beïnvloed door de wet van het karma. En daarom moet u bij de karmawet evenzeer aan de toekomst denken als aan het verleden. We dragen in ons de gevolgen van daden in het verleden, en we zijn de slaven van het verleden, maar de meesters van de toekomst. Willen wij die goed vormgeven, dan moeten we zo gunstig mogelijke posten in het levensboek brengen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 99 – Die Theosophie des Rosenkreuzers – München, 31 mei 1907 (bladzijde 78)