Als men te veel eiwit eet, dan gaat het helemaal niet in het lichaam, maar in de ontlasting. – Maar iets heeft men er toch van, want voordat het eruit gaat, blijft het in de darm liggen en wordt tot gif en intoxiceert het hele lichaam, vergiftigt het lichaam! Dat krijgt men van te veel eiwit. En door deze vergiftiging ontstaat zeer vaak aderverkalking, zodat veel mensen die aderverkalking te vroeg krijgen; het gewoonweg krijgen, doordat ze met eiwit overvoerd zijn.
Het is dus wel belangrijk, zoals ik zojuist uitgelegd heb, om de voedingskwesties te leren kennen. Want de meeste mensen zijn eigenlijk zeer vaak van mening: Hoe meer men eet, hoe beter men gevoed wordt. Dat is niet juist, want men wordt vaak veel beter gevoed, als men minder eet, omdat men zich dan niet vergiftigt.
En dat is het: Men moet weten hoe de afzonderlijke stoffen werken. Men moet weten dat zouten vooral op het hoofd werken, dat koolhydraten, zoals ze in onze hoofdvoedingsmiddelen, in brood en aardappels zitten, meer op het long- en halssysteem – longen, keel, mond enzovoort – werken, dat vetten vooral werken op hart en bloedvaten, slagaders en aders, en dat eiwit vooral werkt op de buikorganen. Het hoofd heeft niet bijzonder veel aan eiwit. Het eiwit, dat in het hoofd is – uiteraard moet het hoofd ook uit eiwit opgebouwd worden, want het bestaat immers uit levende substantie -, dat eiwit moet de mens zich ook zelf vormen. Wanneer men hem dus overvoert, dan moet men niet geloven, dat hij daardoor bijzonder gezonde hersenen krijgt, integendeel, hij krijgt een vergiftigd brein.
Bron: Rudolf Steiner – GA 354 – Die Schöpfung der Welt und des Menschen – Dornach, 31 juli 1924 (bladzijde 110-111)
Zie ook: Eiwit / Gezondheid / Ziekte
Eerder geplaatst op 9 mei 2017 (9 reacties)