Aardige woorden hebben een direct effect

Vriendelijke woorden hebben een directe werking, zoals de kleur die op ons oog werkt! En wat in de andere ziel leeft als liefde wordt in uw ziel gedragen op de vleugels van het woord, net zoals de kleur in je oog wordt gedragen. [….]

We leven met de zielen van anderen, net zoals we leven met kleuren en tonen, en wie dit niet inziet, weet absoluut niets van het zielenleven. Dat is het allerbelangrijkste, dat men zulke dingen begrijpt. 

Bron: Rudolf Steiner – GA 169 – Weltwesen  und  Ichheit – Berlijn, 20 juni 1916 (blz. 63-64)

P.S. Ik heb af en toe aanmerkingen gehad op mijn vertalingen. Als iemand het niet goed vindt, stuurt hij of zij maar een eigen vertaling in. Ik ben graag bereid die vertaling er neer te zetten en mijn eigen vertaling te verwijderen. Echter als die vertaling nog grotere prut is dan mijn vertaling, dan gaat het feest niet door vanzelf.

woorden-van-soort-kosten-niets-de-vorm-een-citaat-hoge-kwaliteit-188192736

Werking van kleuren op kinderen

Belangrijk zijn ook de kleuren in de omgeving, die bij het kleine kind heel anders werken dan bij volwassenen. Men gelooft tegenwoordig vaak dat groen op een kind rustgevend werkt. Dat is geheel onjuist. Een onrustig kind moet men een rode omgeving geven, en een rustig kind een groene of blauw-groene. De werking van rood op een kind is als volgt: Als u naar fel rood kijkt en vervolgens snel wegkijkt naar een wit papier, dan ziet u de complementaire kleur: groen. Dat is de tendens om de tegenkleur op te wekken. Dat probeert ook het kind, het probeert innerlijk de activiteit aan te wenden, die de tegenkleur oproept. Dit was een voorbeeld van hoe de omgeving werkt. En zo werkt de hele omgeving – naast vele, vele andere dingen, die we later en elders zullen bespreken – in buitengewoon grote mate mee aan de vorming van het fysieke lichaam van het kind.

Bron: Rudolf Steiner – GA 100 – Menschheitsentwickelung und Christus- Erkenntnis/Theosophie und Rosenkreuzertum – Kassel, 20 juni 1907 (bladzijde 63)

Eerder geplaatst op 4 augustus 2017

1896-2

Geesteswetenschap/Kennis/Zelfopvoeding

Geesteswetenschap betekent niet slechts het zich eigen maken van kennis, geesteswetenschap betekent een opvoeding in de meest eminente zin, een zelfopvoeding van onze ziel. We maken onszelf tot wat anders, de interesses veranderen, de opmerkzaamheden die de mens voor het een of ander ontwikkelt na enige jaren, als hij zich verdiept heeft in de geesteswetenschap, worden anders. Wat hem vroeger geïnteresseerd heeft, interesseert hem niet meer; wat hem vroeger niet geïnteresseerd heeft, begint hem in de hoogste mate te interesseren. 

Men kan niet zeggen: Iemand krijgt pas een verhouding tot de geestelijke wereld, als hij een occulte ontwikkeling heeft doorgemaakt. – Het esoterische begint niet pas met de occulte ontwikkeling. In de momenten waar we ons met de een of andere geesteswetenschappelijke vereniging verbinden en met ons gehele hart erbij zijn en voelen, wat in de leringen van de geesteswetenschap ligt, dan al begint het esoterische, dan begint onze ziel zich te veranderen, dan begint iets soortgelijks, als ongeveer zou gebeuren met een wezen dat voordien alleen licht en donker had gezien en dat dan door een speciale andere organisatie de ogen zouden beginnen kleuren te zien: de hele wereld zou er anders uitzien voor een dergelijk wezen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 136 – Die geistigen Wesenheiten in den Himmelskörpern und Naturreichen – Helsinki, 3 april 1912 (bladzijde 19)

Eerder geplaatst op 26 mei 2015  (1 reactie)

Eén van de diepe waarheden

De mens moet zich bewust zijn dat hij op ieder moment van zijn leven ook in de niet zintuiglijk waarneembare ruimte (Astralraum) leeft. Zoals de zintuiglijke feiten met fysieke ogen kunnen worden gezien, zo kan in de astrale ruimte bijvoorbeeld gezien worden hoe een wens die bij u opkomt, uitstroomt als een wolk. Iedere wensgedachte gaat als een kracht van u uit en stroomt uit in de astrale ruimte. Zulke gedachten zijn als bliksemachtige schepsels (Gebilde), andere als fijne wolkenbeelden. Er vormen zich door de kracht in de gedachten pijlen of ook weldadige wolkenvormen; er ontstaan ook stralen en sterrenvormen. Alles neemt gestalte en vorm aan. Alles is van veranderlijke (proteus-artiger) aard; alles verandert van gestalte en kleur.

Aan vorm en kleur kan men nauwkeurig onderscheiden welke gedachten de mens de ruimte in zendt. Zendt u een toornige gedachte, dan gaat deze als een bliksemstraal van u uit door de lucht, tot aan het astrale lichaam van een ander mens; dat kan waargenomen worden. Het hangt van de intensiteit van de wens af of de gedachte snel door de astrale ruimte schiet, en het hangt van het karakter van de wensen af in welke kleuren zij verschijnen. Heethoofdige, woedende gedachten zien er bruinrood tot bloedachtig rood uit; gedachten met een stil, rustig, bespiegelend, welwillend karakter verschijnen in een diep blauwe tot violette kleur. Scherpzinnige, logische gedachten kunt u zien als gele sterrenvormen, die in elkaar opgaan (sich verspinnen). Zulke gedachtevormen in de astrale ruimte bewust op te roepen, dat leert de geestesleerling doordat hij de wetten van de astrale en mentale wereld leert kennen. De leerling weet zeer nauwkeurig hoe zijn gedachten die hij naar buiten stuurt in de astrale ruimte werken. Dat is helderziende ontwikkeling: zich deze feiten steeds bewuster en bewuster worden en slechts gedachten die heilzaam voor de mensheid zijn naar buiten zenden. Dat is één van de diepe waarheden waar de antroposofie de mensen heen leidt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 88 – Über die astrale Welt und das Devachan – Berlijn, 25 november 1903 (bladzijde 76/77)

Eerder geplaatst op 29 december 2015 

Geesteswetenschap/Kennis/Zelfopvoeding

Geesteswetenschap betekent niet slechts het zich eigen maken van kennis, geesteswetenschap betekent een opvoeding in de meest eminente zin, een zelfopvoeding van onze ziel. We maken onszelf tot wat anders, de interesses veranderen, de opmerkzaamheden die de mens voor het een of ander ontwikkelt na enige jaren, als hij zich verdiept heeft in de geesteswetenschap, worden anders. Wat hem vroeger geïnteresseerd heeft, interesseert hem niet meer; wat hem vroeger niet geïnteresseerd heeft, begint hem in de hoogste mate te interesseren. Men kan niet enkel zeggen: Iemand krijgt pas een verhouding tot de geestelijke wereld, als hij een occulte ontwikkeling heeft doorgemaakt. – Het esoterische begint niet pas met de occulte ontwikkeling. In de momenten waar we ons met de een of andere geesteswetenschappelijke vereniging verbinden en met ons gehele hart erbij zijn en voelen, wat in de leringen van de geesteswetenschap ligt, dan al begint het esoterische, dan begint onze ziel zich te veranderen, dan begint iets soortgelijks, als ongeveer zou gebeuren met een wezen, dat voordien alleen licht en donker had gezien en dat dan door een speciale andere organisatie de ogen zouden beginnen kleuren te zien: de hele wereld zou er anders uitzien voor een dergelijk wezen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 136 – Die geistigen Wesenheiten in den Himmelskörpern und Naturreichen – Helsinki, 3 april 1912 (bladzijde 19)

Eerder geplaatst op 13 september 2013