Kortzichtig

De huidige mensheid is wat betreft het beschouwen van de wereld kortzichtig – weliswaar gerechtvaardigd omdat het een deel van het universele plan vormt -, maar eigenlijk nog kortzichtiger dan het zou moeten zijn. 

Want wanneer de materialistisch ingestelde mensen in onze tijd hun voorstellingen, hun begrippen over de wereld vormen, denken zij dat deze begrippen, deze ideeën de algemeen menselijke zijn. U weet hoe moeilijk het is om een materialistisch ingestelde persoon bij te brengen dat men ook anders kan denken dan hij. De materialist gaat ervan uit dat degene die niet denkt zoals hij een dwaas is. 

Er is geen grotere innerlijke intolerantie dan die van de materialist. De materialistisch ingestelde mens denkt in feite altijd zo: ‘Vroeger dacht men dat er allerlei geestelijke dingen bestonden, men zette nauwelijks een stap in het leven zonder overal geesten te vermoeden of zelfs te zien. Maar dat was allemaal ijdele fantasie. Nu zijn we als mensheid eindelijk zo ver gekomen dat we deze kinderlijke ideeën afgedankt hebben.’

Bron: Rudolf Steiner – GA 168 – Die Verbindung zwischen Lebenden und Toten – Hamburg, 16 februari 1916 (blz. 26-27)

CJHJWF-3620-copy4

Werk van Carol Herzer

Kinderlijke wetenschap

Critici die alleen maar willen bouwen op de natuurwetenschap zeggen vandaag nog dat wat deze geesteswetenschap, die vanuit de antroposofie werkt, te zeggen heeft over ziekte en genezingsprocessen, kinderlijk is. – Nu, dit is heel begrijpelijk voor mensen die alleen maar willen denken en werken vanuit de zintuiglijke wetenschap. Maar het moet toch gezegd worden dat deze mensen geen idee hebben van de ware omstandigheden wanneer ze de dingen ‘kinderlijk’ noemen, en dat wat de wetenschap van de zintuigen anatomisch, pathologisch en therapeutisch voortbrengt, slechts een onderbouw is voor wat de geestelijke waarneming als resultaat geeft voor de geneeskunde. 

En ik wil het niet in een denigrerende zin, maar alleen in relatie tot sommige critici zeggen: Als iets in menig opzicht kinderlijk is, dan is het de medische wetenschap die zich alleen op het fysiek-zintuiglijke wil funderen, waarbij ik niet het kinderlijke wil misprijzen, maar er alleen naar verwijzen hoe het kan worden aangevuld met wat voortkomt uit een geestelijke kennis met betrekking tot de totale mens.

Als u dit bedenkt, zult u inzien hoe men tot in de details moet gaan als men de activiteiten van het etherische, het astrale organisme en het Ik van de mens in het fysieke leven wil doorzien.

Bron: Rudolf Steiner – GA 215 – Die Philosophie, Kosmologie und Religion in der Anthroposophie – Dornach, 15 september 1922 (bladzijde 170)

rudolf-steiner-portrait

Eerder geplaatst op  11 juni 2019

Er gebeurt niets op de aarde dat niet met de geest samenhangt

Er gebeurt niets op de aarde dat niet met de geest samenhangt. Onze ziel hangt met haar goede en slechte daden samen met wat er op de aarde gaande is. Als er een aardbeving op aarde uitbarst (Duits: Wenn richtend in Erdbeben die Erde tobt), dan kunnen we nooit zeggen, dat hangt van het karma van individuele mensen af, maar het is het karma van de mensheid als geheel. […] Een materialistische wereldbeschouwing zal zeggen dat het bijgelovig is, maar wie dat zegt, weet niet hoe kinderlijk hij praat. Zoals geen bloem groeit zonder geestelijke gronden, zonder dat het een uitdrukking is van geest en ziel, zo is er geen aardbeving, geen vulkaanuitbarsting zonder geestelijke reden, zonder geestelijke oorzaak.

Bron: Rudolf Steiner – GA 108 – Die Beantwortung von Welt- und Lebensfragen durch Anthroposophie – Pforzheim, 17 januari 1909 (bladzijde 93)

Eerder geplaatst op 4 augustus 2015 (2 reacties)

Kinderlijke wetenschap

Critici die alleen maar willen bouwen op de natuurwetenschap zeggen vandaag nog dat wat deze geesteswetenschap, die vanuit de antroposofie werkt, te zeggen heeft over ziekte en genezingsprocessen, kinderlijk is. – Nu, dit is heel begrijpelijk voor mensen die alleen maar willen denken en werken vanuit de zintuiglijke wetenschap. Maar het moet toch gezegd worden dat deze mensen geen idee hebben van de ware omstandigheden wanneer ze de dingen ‘kinderlijk’ noemen, en dat wat de wetenschap van de zintuigen anatomisch, pathologisch en therapeutisch voortbrengt, slechts een onderbouw is voor wat de geestelijke waarneming als resultaat geeft voor de geneeskunde.

En ik wil het niet in een denigrerende zin, maar alleen in relatie tot sommige critici zeggen: Als iets in menig opzicht kinderlijk is, dan is het de medische wetenschap die zich alleen op het fysiek-zintuiglijke wil funderen, waarbij ik niet het kinderlijke wil misprijzen, maar er alleen naar verwijzen hoe het kan worden aangevuld met wat voortkomt uit een geestelijke kennis met betrekking tot de totale mens.

– Als u dit bedenkt, zult u inzien hoe men in de details moet gaan als men de activiteiten van het etherische, het astrale organisme en het Ik van de mens in het fysieke leven wil doorzien.

Bron: Rudolf Steiner – GA 215 – Die Philosophie, Kosmologie und Religion in der Anthroposophie – Dornach, 15 september 1922 (bladzijde 170)

De mensen die zo denken, leven eigenlijk in een ontzaglijke hoogmoed

Als we naar de wereld in deze tijd kijken, dan zien we al vele jaren een enorme hoeveelheid vernietiging. Er zijn krachten aan het werk die doen vermoeden in welke afgronden de westerse civilisatie nog terechtkomen zal. Maar men moet zeggen: Als men kijkt naar de mensen, die in zekere zin uiterlijk de geestelijke leiding in de verschillende gebieden van het leven hebben, dan zal men merken hoe deze mensen in een vreselijke wereldslaap gevangen zijn.

Ze denken immers zo ongeveer, en nog maar kort geleden dachten de meesten zo: Tot in de 19e eeuw was de mensheid met betrekking tot hun inzichten en opvattingen kinderlijk, primitief. Daarna is echter de moderne wetenschap op de meest verschillende gebieden gekomen, en hiermee is er nu iets dat in alle eeuwigheid als de waarheid gehandhaafd zou moeten worden. De mensen die zo denken, leven eigenlijk in een ontzaglijke hoogmoed, ze weten het alleen niet. Daarentegen duikt toch in de hedendaagse mensheid hier en daar een vermoeden op dat de dingen toch niet zo zijn als de mening van de meerderheid, zoals die zojuist door mij is beschreven.

Bron: Rudolf Steiner – GA 260 – Die Weihnachtstagung zur Begründung der Allgemeinen Anthroposophischen Gesellschaft 1923/1924 – Dornach, 1 januari 1924 (bladzijde 270-271)