De mensen hebben over het algemeen groot vertrouwen in hun eigen inzichten

De mensen hebben over het algemeen groot vertrouwen in hun eigen inzichten. Zo heeft zelfs eens een filosoof de uitspraak gedaan: ‘Geef mij materie en ik vorm daaruit een heelal!’ Dat zei Kant. Het is maar goed, dat men hem geen materie heeft gegeven, want hij zou er iets afschuwelijks van hebben gemaakt. 

Bron: Rudolf Steiner – GA 231 – Der übersinnliche Mensch anthroposophisch erfaßt – Den Haag, 17 november 1923 (bladzijde 101)

Vertaling door M. Macintosh, overgenomen uit Rudolf Steiner – Tussen dood en nieuwe geboorte – 1979 Uitgeverij Vrij Geestesleven Zeist (bladzijde 99)

Eerder geplaatst op 27 oktober 2017 (3 reacties)

9sPBf77p

Ik moet zeggen dat ik Kant begrijp, want anders zeggen anderen dat ik dom ben

Er bestaat vandaag de dag nog altijd die eigenaardige verering van alles wat gedrukt is. En sinds door de “Universalbibliothek” Kant uitgegeven is – ik heb hem alleen daardoor kunnen lezen, want anders had ik hem toen niet kunnen kopen; maar daar was Kant goedkoop, ondanks dat die boeken zo dik zijn -, sinds die tijd is eigenlijk nog meer de duivel los met Kant dan vroeger, want sindsdien leest iedereen Kant. Dat wil zeggen, ze lezen de eerste bladzijde, maar ze snappen er niets van

Dan horen ze dat Kant “de keizer van literair Duitsland” is; daardoor denken ze: Potverdorie, we weten nu wat van Kant, dus zijn we zelf ook knappe, intelligente  mensen! – En de meesten van hen zijn ook wel zo dat ze toegeven: Ja, ik moet zeggen dat ik Kant begrijp, want anders zeggen de anderen dat ik dom ben als ik Kant niet begrijp. – In werkelijkheid begrijpen de mensen niets van hem, maar ze geven het niet toe; ze zeggen: Die Kant moet ik begrijpen, want hij is zeer slim. Ik begrijp iets heel intelligents, als ik Kant begrijp! Dan maakt dat ook indruk op de mensen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 353 – Die Geschichte der Menschheit und die Weltanschauungen der Kulturvölker – Dornach, 14 mei 1924 (bladzijde 244-245)

Eerder geplaatst op 9 juli 2017  (3 reacties)

Immanuel-Kant

Immanuel Kant (1724 – 1804)

U kunt zich wel voorstellen in wat voor een moeilijke situatie men als vertegenwoordiger van de spirituele wetenschap is

U kunt zich wel voorstellen in wat voor een moeilijke situatie men als vertegenwoordiger van de spirituele wetenschap is: Men heeft niet alleen de vertegenwoordigers van de religies tegen zich, maar men heeft ook de andere mensen, de hele filosofenwereld en degenen die op hun beurt door de filosofen aangestoken zijn, tegen zich en zo meer. 

Elke burgerman komt dan en zegt: Ja, jij beweert dit of dat over de geestelijke wereld; Kant heeft immers al bewezen – zo zeggen ze -, dat men daarover niets weten kan! – Dit is eigenlijk de beste alles generaliserende tegenwerping die men kan maken. Iemand kan zeggen: Ik wil hoe dan ook niets horen van wat Steiner zegt, want Kant heeft immers al bewezen dat men van dit alles niets kan weten.

Bron: Rudolf Steiner – GA 353 – Die Geschichte der Menschheit und die Weltanschauungen der Kulturvölker – Dornach, 14 mei 1924 (bladzijde 240)

Eerder geplaatst op 8 juli 2017  (8 reacties)

De geest wordt niet zwak, maar het instrument verslijt

Als de mensen ouder worden, worden ze niet zwak of zelfs zwakzinnig, maar ze worden geestelijker (Duits: geistig-seelischer). Alleen is dan het lichaam versleten en men kan niet het geestelijk-psychische, dat men gevormd heeft, door het lichaam tot openbaring brengen. Dat is vergelijkbaar met een pianist, die een steeds betere speler zou kunnen worden; als echter de piano versleten is, kan men daarvan niets merken. Als u alleen uit zijn pianospel zijn capaciteiten als pianist wilt kennen, de piano echter ontstemd is en gebroken snaren heeft, dan zult u uit zijn spel niet veel kunnen opmaken. Zo is Kant, toen hij een oude man en zwakzinnig was, voor de geestelijke wereld niet zwakzinnig, maar groots (Duits: glorios) geworden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 181 – Erdensterben und Weltenleben – Berlijn, 2 april 1918 (bladzijde 185)

Eerder geplaatst op 9 september 2014

De mensen hebben over het algemeen groot vertrouwen in hun eigen inzichten

De mensen hebben over het algemeen groot vertrouwen in hun eigen inzichten. Zo heeft zelfs eens een filosoof de uitspraak gedaan: ‘Geef mij materie en ik vorm daaruit een heelal!’ Dat zei Kant. Het is maar goed, dat men hem geen materie heeft gegeven, want hij zou er iets afschuwelijks van hebben gemaakt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 231 – Der übersinnliche Mensch anthroposophisch erfaßt – Den Haag, 17 november 1923 (bladzijde 101)

Vertaling door M. Macintosh, overgenomen uit Rudolf Steiner – Tussen dood en nieuwe geboorte – 1979 Uitgeverij Vrij Geestesleven Zeist (bladzijde 99)

Eerder geplaatst op 19 januari 2017