Hulp

Als we de geesteswetenschap bestuderen, krijgen we hulp uit de geestelijke wereld. Het zijn niet alleen de dingen die we leren, de inzichten, het zijn de wezens uit de hogere hiërarchieën zelf, die ons helpen als wij weet van hen hebben.

Bron: Rudolf Steiner – GA 168 – Die Verbindung zwischen Lebenden und Toten – Zürich, 10 oktober 1916 (bladzijde 112)

Vertaling: Annerie Marx, overgenomen uit Eenzaamheid en vervreemding  

589f52dc-2524-41ed-af01-c5853ea69f63

Eerder geplaatst op 10 maart 2018 

Spiritueel snobisme

Dit is wat ik steeds weer probeerde op verschillende wijze – sinds de twee decennia dat de antroposofie onder ons wordt beoefend (Duits: getrieben wird) – door de verschillende voordrachten te belichten en duidelijk te maken, dat het bij ons er waarachtig niet om gaat een voor de ziel gerieflijke, behaaglijke wereldopvatting en levensbeschouwing, een soort spiritueel snobisme te cultiveren, maar dat het gaat om inzichten die het huidige tijdperk als zijn belangrijkste impuls nodig heeft.

Bron: Rudolf Steiner – GA 197 – Gegensätze in der Menschheitsentwickelung / West und Ost, Materialismus und Mystik, Wissen und Glauben – Stuttgart, 24 juni 1920 (bladzijde 85)

Eerder geplaatst op 18 juni 2018

fe053e6add7141c91d97ee378d1c993c

Hulp

Als we de geesteswetenschap bestuderen, krijgen we hulp uit de geestelijke wereld. Het zijn niet alleen de dingen die we leren, de inzichten, het zijn de wezens uit de hogere hiërarchieën zelf, die ons helpen als wij weet van hen hebben.

Bron: Rudolf Steiner – GA 168 – Die Verbindung zwischen Lebenden und Toten – Zürich, 10 oktober 1916 (bladzijde 112)

Vertaling: Annerie Marx, overgenomen uit Eenzaamheid en vervreemding 

Eerder geplaatst op 10 maart 2018

737x1200

De mensen hebben over het algemeen groot vertrouwen in hun eigen inzichten

De mensen hebben over het algemeen groot vertrouwen in hun eigen inzichten. Zo heeft zelfs eens een filosoof de uitspraak gedaan: ‘Geef mij materie en ik vorm daaruit een heelal!’ Dat zei Kant. Het is maar goed, dat men hem geen materie heeft gegeven, want hij zou er iets afschuwelijks van hebben gemaakt. 

Bron: Rudolf Steiner – GA 231 – Der übersinnliche Mensch anthroposophisch erfaßt – Den Haag, 17 november 1923 (bladzijde 101)

Vertaling door M. Macintosh, overgenomen uit Rudolf Steiner – Tussen dood en nieuwe geboorte – 1979 Uitgeverij Vrij Geestesleven Zeist (bladzijde 99)

Eerder geplaatst op 27 oktober 2017 (3 reacties)

9sPBf77p

Moraal/Interesse/Medeleven

Geestelijke scholing hangt nauw samen met de verhoging van de morele kracht, en daarom zal elke juist meegedeelde spirituele scholing vóór alles aan versterking en vestiging van de morele kracht werken. Daarom kunt u overal waar u de beschrijving van de methoden vindt, door welke men in hogere werelden doordringt, bijvoorbeeld in mijn boek De weg tot inzicht in hogere werelden, tegelijk de aanwijzingen vinden voor de noodzaak van de versterking van de morele kracht. Want de morele kracht mag niet alleen zo blijven als ze in het gewone leven in de fysieke wereld is, maar ze moet verhoogd en standvastig gemaakt worden.

Bovenal komt dit voor ons naar voren, als we tot de intuïtie komen, waardoor de ziel die een geestesonderzoeker geworden is, in staat is zich rechtstreeks in het innerlijk te verplaatsen van een ander geestelijk wezen of een ander geestelijk feit. Dan zullen we zien dat het bijna een onmogelijkheid wordt om zich na de geestelijke scholing werkelijk in andere wezens in te leven, als men er niet al hier in de fysieke wereld voor heeft gezorgd dat versterkt wordt wat men noemen kan open interesse voor alles, wat ons omgeeft, vrije, open interesse.

Alle bekrompen geslotenheid, al het verbergen van de ziel in zichzelf, alles wat niet de opmerkzaamheid van de ziel leiden wil naar medelijden en medeverheugen van medeschepselen en van alles wat ons in de zintuiglijke wereld omgeeft, dat alles houdt de ziel ervan af, als ze in de geestelijke wereld is opgestegen, tot ware intuïtie, tot ware inzichten in hogere wezens te komen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 62 – Ergebnisse der Geistesforschung – Berlijn, 3 april 1913 (bladzijde 431-432)

Eerder geplaatst op 12 oktober 2016   (10 reacties)