Veranderende interesses

We moeten er altijd aan denken dat we door onze occulte ontwikkeling anders worden dan andere mensen. Onze interesses veranderen, en men kan vaak de klacht van esoterici horen dat ze de interesse in veel dingen waarin ze eerder wel geïnteresseerd waren, voelen afnemen en dat een innerlijke verveeldheid en leegte (Duits: Öde  und  Leere) in hen opkomt. 

Dit is echter een normale en snel voorbijgaande toestand. En de leegte van de ziel zal spoedig worden gevuld met interesses die de andere honderd-, ja duizendvoudig zullen vervangen. Niettemin moeten we de verbinding met de andere mensen, met de interesses die ons vroeger vervulden, niet opgeven. En bovenal moeten we van andere mensen niet verlangen dat ze hun interessesfeer veranderen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266b – Aus  den  Inhalten der  esoterischen  Stunden/ Gedächtnisaufzeichnungen von  Teilnehmern – Band  II:  1910  – 1912 – Kristiana, 20 juni 1910 (bladzijde 64)

Eerer geplaatst op 14 nvember 2019  (2 reacties)

De grootste schade van de huidige civilisatie

Onze wetenschappen, waardoor natuurlijk ook de leraren tegenwoordig worden opgeleid, bevatten in feite geheel niets over de wereld. Ze bevatten fysieke wetten, wiskundige samenhangen, beschrijvingen van processen in de cel, allerlei tegenstrijdigheden over het verloop van de geschiedenis, en als men dit alles bij elkaar bekijkt, dan is het volstrekt niet zo dat het de mensen juist tussen het 15de en 20ste jaar kan interesseren. Wie onbevangen genoeg is om op dit gebied observaties te doen, die moet het duidelijk zijn dat het de diepste interesses van de mensen op deze leeftijd nu eenmaal eenvoudig niet bevredigen kan. Maar doordat de mens niet genoeg interesse voor de buitenwereld heeft, wordt hij op zichzelf gericht; daardoor begint hij in zichzelf van alles uit te broeden. 

En over het geheel moet men zeggen: Als men de grootste schade van de huidige civilisatie in overweging wil nemen, dan bestaat deze in wezen eigenlijk vooral erin dat de mensen veel te veel met zichzelf bezig zijn, dat ze in feite een groot deel van hun vrije tijd niet besteden om zich met de wereld bezig te houden, maar zich ermee bezig houden hoe het hun zelf gaat, hun eigen wel en wee. Vanzelfsprekend kan men toch, als de noodzaak ertoe is, zich met zulke dingen bezig houden; men moet zich zelfs, als men ziek is, daarmee bezig houden. Maar de mensen houden zich niet alleen in zieke toestand, maar ook in redelijk gezonde toestand geheel met zichzelf bezig.

Bron: Rudolf Steiner – GA 302a – Erziehung und Unterricht aus Menschenerkenntnis – Stuttgart, 21 juni 1922 (bladzijde 77)

Eerder geplaatst op 8 september 2015  (5 reacties)

Waarom is alle rampspoed over de aarde gekomen?

We kunnen vragen: Waarom is alle rampspoed over de aarde gekomen, die over de aarde is uitgebroken? Ja, de uiteindelijke oorzaak is toch dat de interesses van de mensen zo eng geworden zijn dat ze nauwelijks boven het meest alledaagse uitgaan. Natuurlijk, als de mens ophoudt zich voor de sterren te interesseren, dan begint hij zich voor cafépraat te interesseren; als de mens ophoudt de betrekkingen tot de hogere hiërarchieën in gedachten te overzien, dan begint in hem het verlangen om zijn tijd met alledaagse spelen te verspillen.

Men hoeft alleen maar naar de interesses te kijken, welke de leidende kringen van de mensheid vervullen, zie eens naar wat deze mensen van ‘s morgens tot ’s avonds doen! En als men dit met begrip bekijkt, dan zal men zich niet verbazen dat er zo’n debacle over de mensheid is gekomen, als er heeft plaatsgevonden. De mensen zijn tegenwoordig immers blij als ze over het een of ander alleen een met een paar woorden omschreven idee winnen kunnen! Ze zijn blij als ze op gemakkelijke wijze het een of ander bevatten kunnen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 190 – Vergangenheits- und Zukunftsimpulse im sozialen Geschehen – Dornach, 30 maart 1919 (bladzijde 103)

Eerder geplaatst op 25 augustus 2015  (7 reacties)

Geesteswetenschap/Kennis/Zelfopvoeding

Geesteswetenschap betekent niet slechts het zich eigen maken van kennis, geesteswetenschap betekent een opvoeding in de meest eminente zin, een zelfopvoeding van onze ziel. We maken onszelf tot wat anders, de interesses veranderen, de opmerkzaamheden die de mens voor het een of ander ontwikkelt na enige jaren, als hij zich verdiept heeft in de geesteswetenschap, worden anders. Wat hem vroeger geïnteresseerd heeft, interesseert hem niet meer; wat hem vroeger niet geïnteresseerd heeft, begint hem in de hoogste mate te interesseren. 

Men kan niet zeggen: Iemand krijgt pas een verhouding tot de geestelijke wereld, als hij een occulte ontwikkeling heeft doorgemaakt. – Het esoterische begint niet pas met de occulte ontwikkeling. In de momenten waar we ons met de een of andere geesteswetenschappelijke vereniging verbinden en met ons gehele hart erbij zijn en voelen, wat in de leringen van de geesteswetenschap ligt, dan al begint het esoterische, dan begint onze ziel zich te veranderen, dan begint iets soortgelijks, als ongeveer zou gebeuren met een wezen dat voordien alleen licht en donker had gezien en dat dan door een speciale andere organisatie de ogen zouden beginnen kleuren te zien: de hele wereld zou er anders uitzien voor een dergelijk wezen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 136 – Die geistigen Wesenheiten in den Himmelskörpern und Naturreichen – Helsinki, 3 april 1912 (bladzijde 19)

Eerder geplaatst op 26 mei 2015  (1 reactie)

Veranderende interesses

We moeten er altijd aan denken dat we door onze occulte ontwikkeling anders worden dan andere mensen. Onze interesses veranderen, en men kan vaak de klacht van esoterici horen dat ze de interesse in veel dingen waarin ze eerder wel geïnteresseerd waren, voelen afnemen en dat een innerlijke verveeldheid en leegte (Duits: Öde  und Leere) in hen opkomt. 

Dit is echter een normale en snel voorbijgaande toestand. En de leegte van de ziel zal spoedig worden gevuld met interesses die de andere honderd-, ja duizendvoudig zullen vervangen. Niettemin moeten we de verbinding met de andere mensen, met de interesses die ons vroeger vervulden, niet opgeven. En bovenal moeten we van andere mensen niet verlangen dat ze hun interessesfeer veranderen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266b – Aus  den Inhalten der esoterischen Stunden/Gedächtnisaufzeichnungen von  Teilnehmern – Band II: 1910 – 1912 – Kristiana, 20 juni 1910 (bladzijde 64)