Hoe een helderziende/ingewijde zijn eigen dood ervaart

De eerstvolgende fysieke dood wordt voor hem een heel andere gebeurtenis dan de dood vroeger was. Hij beleeft zijn sterven bewust en legt het fysieke lichaam af zoals we een kledingstuk uitdoen dat versleten is of wellicht door een scheur plotseling onbruikbaar is geworden. Zijn fysieke dood is dan alleen voor de anderen, die hun leven met hem delen en die in hun waarnemingen nog beperkt zijn tot de zintuiglijke wereld, een gebeurtenis van gewicht. Voor hen ‘sterft’ de leerling. Voor hemzelf verandert er niets van betekenis in zijn hele omgeving. De hele bovenzinnelijke wereld die hij nu is binnengegaan, was voor zijn dood al voor hem aanwezig en dezelfde wereld zal ook na zijn dood voor hem aanwezig zijn.

Bron: Rudolf Steiner – GA 10 – De weg tot inzicht in hogere werelden (blz. 152)

Rudolf  Steiner / Werken en voordrachten onder redactie van Frans van Bussel, Michel Gastkemper en  Roel Munniks

Vertaald door Marijke Buursink. Met toelichtingen van Leo de la Houssaye  en Roel Munniks.

Rudolf Steiner / Werken en voordrachten © 1991 Stichting Rudolf Steiner Vertalingen Vierde, herziene druk 2007  / Zevende druk 2021

Duitstalige link GA 10 (blz. 199) 

Eerder geplaatst op 24 april 2018  (4 reacties)

de-weg-tot-inzicht-in-hogere-werelden-steiner-rudolf

We staan pas aan het begin

Christus is een zo ontzaglijk wezen (Duits: gewaltige Wesenheit) dat Hij zelfs voor het hoogste helderziende bewustzijn niet te bevatten blijft. Hoe hoog de ingewijde ook mag staan, hij begrijpt slechts een klein deel van hem. Wij, die 2000 jaar na hem leven, staan pas aan het begin van het begrijpen van Christus.

Bron: Rudolf Steiner – GA 118 – Das Ereignis der Christus-Erscheinung in der ätherischen Welt – Rome, 13 april 1910 (bladzijde 218)

Eerder geplaatst op 25 december 2017  (5 reacties)

Inspiraties van ingewijden

Wat de wereld kent als de grootheden in de wereldgeschiedenis, dat waren eigenlijk niet de grootsten. De grootsten, de ingewijden, hielden zich op de achtergrond.

Zo kwam in de 18de eeuw een dergelijke ingewijde eens bij een gelegenheid, die helemaal niet opgemerkt werd, in contact met een schrijver, maakte met hem vluchtig kennis en sprak woorden, waarop de ander niet bijzonder veel acht sloeg. Maar die woorden werkten toch in hem na en wekten grootse denkbeelden in hem op, waarvan de literaire vruchten tegenwoordig in ontelbaar veel handen zijn. Deze ander was Jean-Jacques Rousseau. Hij was geen ingewijde, maar de bron van zijn weten ging op een ingewijde terug.

Een ander voorbeeld: Jakob Böhme was als leerling schoenmaker alleen in de winkel, waarin hij nog niets mocht verkopen. Er kwam daar een persoonlijkheid naar hem toe, die een diepe indruk op hem maakte; deze zei een paar woorden en ging toen weer weg. Meteen daarna hoorde hij zijn naam roepen: Jakob, Jakob, je bent nu nog klein, je zult echter groot zijn. Onthoud wat je vandaag gezien hebt. – Er bleef een geheime aantrekkingskracht tussen hem en die persoonlijkheid, die een groot ingewijde was. Van hem stamden de machtige inspiraties van Böhme.

Bron: Rudolf Steiner – GA 95 – Vor dem Tore der Theosophie – Stuttgart, 22 augustus 1906 (bladzijde 11)

Eerder geplaatst op 26 augustus 2017  (1 reactie)

05

Jacob Böhme (1575-1624)

Het onderscheid tussen ingewijde en helderziende

Degene die, zonder zelf helderziend te zijn, alles inziet wat de geesteswetenschap te zeggen heeft, is een ingewijde. Wie echter zelf kan binnengaan in deze werelden, die we de onzichtbare noemen, is een helderziende. In vroegere tijden, die nog helemaal niet zo lang achter ons liggen, bestond in de geheime scholen een strikte scheiding tussen helderzienden en ingewijden. Men kon als ingewijde, zonder helderziend te zijn, opstijgen tot de kennis van hogere werelden, als men slechts zijn verstand op de juiste wijze gebruikte.

Aan de andere kant kon iemand helderziende zijn zonder in bijzonder hoge graad ingewijd te zijn. Het zal u wel duidelijk zijn wat wordt bedoeld. Stelt u zich twee mensen voor, een zeer geleerde heer, die al het mogelijke weet wat de natuurkunde en de fysiologie over het licht en de lichtfenomenen te zeggen hebben, maar echter zo slechtziend is dat hij nauwelijks tien centimeter ver kan zien: hij ziet niet veel, is echter ingewijd in de wetten van de werkingen van het licht.

Evenzo kan iemand ingewijd zijn in de bovenzinnelijke wereld en slecht daarin zien. Een ander kan uitstekend zien in de uiterlijke zintuiglijke wereld, maar zo goed als niets weten van wat de geleerde heer weet. Zo kunnen er ook helderzienden zijn bij wie voor hun geestelijke ogen de bovenzinnelijke werelden geopend zijn. Zij kunnen waarnemen in de geestelijke wereld, maar hebben geen wetenschap, geen kennis daarvan.

Bron: Rudolf Steiner – GA 56 – Die Erkenntnis der Seele und des Geistes – Berlijn, 10 oktober 1907 (bladzijde 26)

Steiner1922

Eerder geplaatst op 8 mei 2017  (5 reacties)

Spirituele ervaringen zonder gezond verstand zijn eigenlijk waardeloos (1 van 3)

De meeste mensen geloven vandaag de dag nog steeds, dat het wezenlijke van het zich eigen maken van de wetenschap van de initiatie erin bestaat, dat men allerlei spirituele ervaringen verzamelt, maar niet in de weg die ons toegemeten (Duits: beschieden) is in het fysieke lichaam. Men schat tegenwoordig zelfs de ervaringen, die langs spiritistische weg gewonnen worden, hoger als wat met het gezonde mensenverstand ingezien kan worden. Dat komt doordat men dit gezonde verstand tegenwoordig helemaal niet op een of andere manier op gezonde wijze gebruikt.

Alles wat door een ingewijde verkend wordt en kan worden meegedeeld, is, als men zich slechts de nodige moeite geeft, door het gewone, echt goed gebruikte gezonde mensenverstand in te zien. Ook de ingewijde heeft de taak om alles wat hij meedelen kan uit de geestelijke wereld, in de taal van het gezonde verstand om te zetten.Het hangt er veel meer vanaf dat deze omzetting in de taal van het gezonde verstand juist is, dan van het opdoen van ervaringen in de geestelijke wereld. 

Natuurlijk kan men niets in het gezonde verstand overdragen, wanneer men deze ervaringen niet heeft. Maar de onverwerkte ervaringen, die eenvoudig gewonnen worden zonder dat men het gezonde mensenverstand gebruikt om het te interpreteren, zijn eigenlijk waardeloos, hebben eigenlijk niet de juiste betekenis voor het mensenleven.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 196 – Geistige und soziale Wandlungen in der Menschheitsentwickelung – Dornach, 18 januari 1920 (bladzijde 91)

johan-steiner

Johann Steiner – vader van Rudolf

Eerder geplaatst op 1 maart 2016