Honden hebben geen individuele ziel, maar papegaaien wel 😀

Onze tijd, dat heb ik gisteren benadrukt, heeft het in feite moeilijk met een oplossing van sociale problemen, en wel omdat overwegend antisociale impulsen in de huidige mensheid aanwezig zijn. Antisociale instincten zijn in de verhouding van mens tot mens aanwezig. Soms echter verhullen zich, verbergen zich de antisociale instincten ook. Ze verbergen zich bijvoorbeeld achter de nationale aspiraties, die zich op intensieve wijze over de aarde doen gelden. Met deze nationale aspiraties associeert men nog steeds iets dat men nog altijd voor vanzelfsprekend ziet, terwijl het vanzelfsprekende voor de werkelijke ontwikkeling van de mensen in onze tijd erin bestaat dat er in de meest beslissende zin een internationaal element moet beginnen. Alleen is daarover met de tegenwoordige mensen nog moeilijk te praten. Voor de andere naties zien alle mensen gewoonlijk wel in dat het internationale zou moeten beginnen; alleen voor hun eigen land gewoonlijk niet. Als men tegenwoordig over deze dingen met de mensen wil praten, dan ontmoet men wat ik op een ander gebied eens vele jaren geleden in de antroposofische, toen theosofische vereniging, tegenkwam.

Ik had uit te leggen dat dieren groepszielen hebben en dat als de dieren sterven, ze over gaan in de groepszielen, dat ze niet een individuele reïncarnatie hebben. Toen antwoordde een dame, die een hond had van wie ze veel hield: ‘Bij alle dieren kan dat het geval zijn, maar voor deze, haar hond geldt het niet, hij heeft zich al zo’n vastberaden individuele ziel eigengemaakt, dat hij een persoonlijke reïncarnatie zal ervaren.’ Het was zeer moeilijk vat op de dame te krijgen. Maar daarna, toen deze dame weg was en men nog wat samen zat, zei een andere dame dat ze niet kon begrijpen hoe zo’n verstandige vrouw dat niet kan inzien, dat haar hond geen individuele ziel heeft; zij had het meteen begrepen! Maar haar papegaai, die heeft een individuele ziel! Dat is nu eenmaal een heel andere zaak! – Dit is een zeer leerzaam voorbeeld, hoe mensen oordelen als dingen worden aangeroerd die direct met hun eigen persoonlijkheid samenhangen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 190 – Vergangenheits- und Zukunfts impulse im sozialen Geschehen – Dornach, 22 maart 1919 (bladzijde 34-35)

Eerder geplaatst op 19 augustus 2015  (7 reacties)

Honden hebben geen individuele ziel, maar papegaaien wel :-)

Onze tijd, dat heb ik gisteren benadrukt, heeft het in feite moeilijk met een oplossing van sociale problemen, en wel omdat overwegend antisociale impulsen in de huidige mensheid aanwezig zijn. Antisociale instincten zijn in de verhouding van mens tot mens aanwezig. Soms echter verhullen zich, verbergen zich de antisociale instincten ook. Ze verbergen zich bijvoorbeeld achter de nationale aspiraties, die zich op intensieve wijze over de aarde doen gelden. Met deze nationale aspiraties associeert men nog steeds iets, dat men nog altijd voor vanzelfsprekend ziet, terwijl het vanzelfsprekende voor de werkelijke ontwikkeling van de mensen in onze tijd erin bestaat, dat er in de meest beslissende zin een internationaal element moet beginnen. Alleen is daarover met de tegenwoordige mensen nog moeilijk te praten. Voor de andere naties zien alle mensen gewoonlijk wel in, dat het internationale zou moeten beginnen; alleen voor hun eigen land gewoonlijk niet. Als men tegenwoordig over deze dingen met de mensen wil praten, dan ontmoet men wat ik op een ander gebied eens vele jaren geleden in de antroposofische, toen theosofische vereniging, tegenkwam.

Ik had uit te leggen, dat dieren groepszielen hebben en dat, als de dieren sterven, ze over gaan in de groepszielen, dat ze niet een individuele reïncarnatie hebben. Toen antwoordde een dame, die een hond had, van wie ze veel hield: ‘Bij alle dieren kan dat het geval zijn, maar voor deze, haar hond geldt het niet, hij heeft zich al zo’n vastberaden individuele ziel eigengemaakt, dat hij een persoonlijke reïncarnatie zal ervaren.’ Het was zeer moeilijk vat op de dame te krijgen. Maar daarna, toen deze dame weg was en men nog wat samen zat, zei een andere dame, dat ze niet kon begrijpen hoe zo’n verstandige vrouw dat niet kan inzien, dat haar hond geen individuele ziel heeft; zij had het meteen begrepen! Maar haar papegaai, die heeft een individuele ziel! Dat is nu eenmaal een heel andere zaak! – Dit is een zeer leerzaam voorbeeld, hoe mensen oordelen als dingen worden aangeroerd die direct met hun eigen persoonlijkheid samenhangen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 190 – Vergangenheits- und Zukunfts impulse im sozialen Geschehen – Dornach, 22 maart 1919 (bladzijde 34-35)

Eerder geplaatst op 2 januari 2014

Honden hebben geen individuele ziel, maar papegaaien wel :-)

Onze tijd, dat heb ik gisteren benadrukt, heeft het in feite moeilijk met een oplossing van sociale problemen, en wel omdat overwegend antisociale impulsen in de huidige mensheid aanwezig zijn. Antisociale instincten zijn in de verhouding van mens tot mens aanwezig. Soms echter verhullen zich, verbergen zich de antisociale instincten ook. Ze verbergen zich bijvoorbeeld achter de nationale aspiraties, die zich op intensieve wijze over de aarde doen gelden. Met deze nationale aspiraties associeert men nog steeds iets, dat men nog altijd voor vanzelfsprekend ziet, terwijl het vanzelfsprekende voor de werkelijke ontwikkeling van de mensen in onze tijd erin bestaat, dat er in de meest beslissende zin een internationaal element moet beginnen. Alleen is daarover met de tegenwoordige mensen nog moeilijk te praten. Voor de andere naties zien alle mensen gewoonlijk wel in, dat het internationale zou moeten beginnen; alleen voor hun eigen land gewoonlijk niet. Als men tegenwoordig over deze dingen met de mensen wil praten, dan ontmoet men wat ik op een ander gebied eens vele jaren geleden in de antroposofische, toen theosofische vereniging, tegenkwam.

Ik had uit te leggen, dat dieren groepszielen hebben en dat, als de dieren sterven, ze over gaan in de groepszielen, dat ze niet een individuele reïncarnatie hebben. Toen antwoordde een dame, die een hond had, van wie ze veel hield: ‘Bij alle dieren kan dat het geval zijn, maar voor deze, haar hond geldt het niet, hij heeft zich al zo’n vastberaden individuele ziel eigengemaakt, dat hij een persoonlijke reïncarnatie zal ervaren.’ Het was zeer moeilijk vat op de dame te krijgen. Maar daarna, toen deze dame weg was en men nog wat samen zat, zei een andere dame, dat ze niet kon begrijpen hoe zo’n verstandige vrouw dat niet kan inzien, dat haar hond geen individuele ziel heeft; zij had het meteen begrepen! Maar haar papegaai, die heeft een individuele ziel! Dat is nu eenmaal een heel andere zaak! – Dit is een zeer leerzaam voorbeeld, hoe mensen oordelen als dingen worden aangeroerd die direct met hun eigen persoonlijkheid samenhangen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 190 – Vergangenheits- und Zukunfts impulse im sozialen Geschehen – Dornach, 22 maart 1919 (bladzijde 34-35)

Rudolf Steiner – Egoïsme/Armoede/ Ellende (11-slot) – Sociale vooruitgang zal niet door een abstracte maatregel bereikt worden, maar is een som van wat de individuele zielen doen

Wat u ook gestudeerd hebt in het uiterlijke leven, bestudeert u ook ijverig de wetten van de menselijke samenleving. Als mensen samenleven, leven niet enkel lichamen, maar ook zielen, geesten samen. Daarom kan alleen spiritueel inzicht de basis voor een sociale wereldbeschouwing zijn. En zo zien we dat inderdaad de verdieping van de geest ons biedt wat voor ieder van ons datgene kan brengen, wat ons geschikt maakt vanuit onze geringe positie in onze situatie mee te werken aan de grote sociale vooruitgang. Want deze sociale vooruitgang zal niet door een abstracte maatregel bereikt worden, maar is een som van wat de individuele zielen doen. En enkel en alleen een wereldbeschouwing als de geesteswetenschap werkt zodanig aan de individuele ziel, dat zij zich werkelijk boven zich verheft. Doordat onze sociale ellende zijn basis heeft in persoonlijk eigenbelang, in plaats van in onze sociale regelingen, daarom kan alleen een wereldbeschouwing die het Ik verheft boven het persoonlijke eigenbelang, helpen. Hoe vreemd het lijkt, voedsel komt niet alleen van onze arbeid; voeding in plaats van armoede, leed en ellende komt van de geesteswetenschappelijke verdieping. Spirituele wetenschap is een middel om de mensen voeding en welzijn te geven, in de ware zin van het woord.

Bron: GA 054 – Hamburg 2 maart 1908 (bladzijde 103-104)