IJdele kwibus

De ziener deelt geen hypothesen mee, maar feiten die hij zelf gezien heeft. Maar dat verhindert niemand, zolang hij het zelf niet kan onderzoeken, de dingen als bruikbare levenshypothesen aan te nemen. En zeer zeker is dat degene die zich oprecht en eerlijk zo opstelt, na korte of lange tijd tot eigen waarnemen komt. […] Door niets kan men zekerder herkennen dat iemand geen zelfziener is dan doordat hij blind geloof of persoonlijke erkenning verlangt. Hij is dan geen ziener, maar een ijdele kwibus (Duits: Tropf = sukkel, sul, onnozele hals, dwaas, idioot, kwibus).

Bron: Rudolf Steiner – GA 34 – LUCIFER- GNOSIS 1903-1908 – mei 1905 (bladzijde 387)

Eerder geplaatst op 17 april 2012.