Eigenbelang / Helderziendheid

Als de mens iets voor zichzelf wil hebben, als hij niet alles in gemeenschap wil bezitten, dan is hij onrijp voor de helderziende ontwikkeling. Alle streven naar persoonlijk eigenbelang, ook als dit naar het allerhoogste gaat, doodt de sluimerende, geestelijke zintuigen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 034 –  GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis» – Amsterdam juni 1904 (bladzijde 549)

Eerder geplaatst op 3 december 2013

Eén van de diepe waarheden

De mens moet zich bewust zijn dat hij op ieder moment van zijn leven ook in de niet zintuiglijk waarneembare ruimte (Astralraum) leeft. Zoals de zintuiglijke feiten met fysieke ogen kunnen worden gezien, zo kan in de astrale ruimte bijvoorbeeld gezien worden hoe een wens die bij u opkomt, uitstroomt als een wolk. Iedere wensgedachte gaat als een kracht van u uit en stroomt uit in de astrale ruimte. Zulke gedachten zijn als bliksemachtige schepsels (Gebilde), andere als fijne wolkenbeelden. Er vormen zich door de kracht in de gedachten pijlen of ook weldadige wolkenvormen; er ontstaan ook stralen en sterrenvormen. Alles neemt gestalte en vorm aan. Alles is van veranderlijke (proteus-artiger) aard; alles verandert van gestalte en kleur.

Aan vorm en kleur kan men nauwkeurig onderscheiden welke gedachten de mens de ruimte in zendt. Zendt u een toornige gedachte, dan gaat deze als een bliksemstraal van u uit door de lucht, tot aan het astrale lichaam van een ander mens; dat kan waargenomen worden. Het hangt van de intensiteit van de wens af of de gedachte snel door de astrale ruimte schiet, en het hangt van het karakter van de wensen af in welke kleuren zij verschijnen. Heethoofdige, woedende gedachten zien er bruinrood tot bloedachtig rood uit; gedachten met een stil, rustig, bespiegelend, welwillend karakter verschijnen in een diep blauwe tot violette kleur. Scherpzinnige, logische gedachten kunt u zien als gele sterrenvormen, die in elkaar opgaan (sich verspinnen). Zulke gedachtevormen in de astrale ruimte bewust op te roepen, dat leert de geestesleerling doordat hij de wetten van de astrale en mentale wereld leert kennen. De leerling weet zeer nauwkeurig hoe zijn gedachten die hij naar buiten stuurt in de astrale ruimte werken. Dat is helderziende ontwikkeling: zich deze feiten steeds bewuster en bewuster worden en slechts gedachten die heilzaam voor de mensheid zijn naar buiten zenden. Dat is één van de diepe waarheden waar de antroposofie de mensen heen leidt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 88 – Über die astrale Welt und das Devachan – Berlijn, 25 november 1903 (bladzijde 76/77)

Eerder geplaatst op 29 december 2015 

Eigenbelang/Helderziendheid

Als de mens iets voor zichzelf wil hebben, als hij niet alles in gemeenschap wil bezitten, dan is hij onrijp voor de helderziende ontwikkeling. Alle streven naar persoonlijk eigenbelang, ook als dit naar het allerhoogste gaat, doodt de sluimerende, geestelijke zintuigen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 034 –  GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis» – Amsterdam juni 1904 (bladzijde 549)

Eerder geplaatst op 3 november 2011.

Moraal/Helderziendheid

Er is niets storender voor de kennis van de bovenzinnelijke werelden als de vervulling van de mensenziel met immorele impulsen. In feite zien we juist daaruit hoe diep gegrond het is, dat als voorbereiding voor helderziende ontwikkeling een in de meest eminente zin zo te noemen morele denkwijze van de mens vereist wordt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 159 – Das Geheimnis des Todes – Neurenberg 14 maart 1915 (bladzijde 136)

P.S. Ik heb zo’n idee dat deze vertaling nogal krakkemikkig is. Mocht iemand er wat beters van kunnen fabriceren, dan is hieronder de Duitse tekst.

Es gibt nichts Störenderes für die Erkenntnisse der übersinnlichen Welten als die Erfüllung der Menschenseele mit unmoralischen Impulsen. Im Grunde sehen wir gerade daraus, welch tiefe Begründung es hat, daß als Vorbereitung für hellsichtige Entwickelung eine im eminentesten Sinne so zu nennende moralische Denkungsart des Menschen gefordert wird.