Men kan niemand leren gezond te maken zonder tegelijkertijd te leren ziek te maken

Het fysieke is een gevolg van het voorafgaande geestelijke, en mensen hebben het onder bepaalde omstandigheden door kennis van de verbanden in de hand om het fysieke met zijn geestelijke oorsprong te verbinden. Wie bijvoorbeeld weet hoe een bepaalde ziekte verbonden is met bepaalde gewaarwordingen en gevoelens, weet dat hij door die gevoelens op te roepen ook de ziekte kan oproepen. De zwarte magiër kan deze kennis gebruiken om de menigte te vernietigen. Daarom kunnen de diepere esoterische waarheden niet zonder meer aan iedereen worden onderwezen, omdat ze onmiddellijk een scherpe verdeling in goed en kwaad zouden oproepen. Dit is het gevaarlijke van het verspreiden van de geesteswetenschap. Want men kan niemand leren gezond te maken zonder tegelijkertijd te leren ziek te maken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 93a – Grundelemente der Esoterik – Berlijn, 3 november 1905 (blz. 236)

received_930175087994308

Tekening door Marcin Rutkowski

Het gevaar van hypnotiseren

Op het moment van de dood doet zich voor de mens iets merkwaardigs voor: een korte tijd herinnert de mens zich alle belevenissen van het zojuist afgelopen leven. Als een groot tableau staat in een enkel ogenblik zijn hele leven voor zijn ziel. Iets dergelijks gebeurt in het leven van de mensen alleen in zeer zeldzame gevallen, en alleen dan als hij in levensgevaar verkeert of een grote schrik krijgt; bijvoorbeeld iemand die bijna verdrinkt of in een afgrond dreigt te storten, ziet op het moment van de naderende dood zijn leven voor zijn ziel staan.

Een ander soortgelijk verschijnsel is het eigenaardige, prikkelende gevoel als een lichaamsdeel ingeslapen is. Waardoor komt dit? Dit komt door een losraken van het etherlichaam. Als een deel, bijvoorbeeld een vinger, slaapt, dan ziet de helderziende naast de vinger een tweede vinger uitsteken; dat is het etherlichaam dat zich op deze plaats losgemaakt heeft en er uitsteekt.

Daarin ligt ook het grote gevaar van hypnotiseren, omdat hierbij de hersenen aan hetzelfde proces onderhevig zijn als bij de slapende vinger. Aan beide kanten van het hoofd ziet de helderziende, als twee kwabben of zakken, het losgemaakte etherlichaam er buiten hangen. Als het hypnotiseren vaak wordt herhaald, dan ontstaat de neiging van het etherlichaam om zich los te maken, wat grote gevaren met zich kan meebrengen. De betrokken personen worden meestal onvrij, dromerig, hebben aanvallen van duizeligheid enzovoort.

Bron: Rudolf Steiner – GA 95 – Vor dem Tore der Theosophie – Stuttgart, 24 augustus 1906 (bladzijde 31)

Eerder geplaatst op 31augustus 2017 (1 reactie)

1200px-Hypnotisk_seans_av_Richard_Bergh_1887

Een vrouw wordt onder hypnose gebracht (schilderij van Richard Bergh)

Liefde / Egoïsme / Schulden

Wie de liefde zo kent, dat hij weet dat liefde er is om schulden te betalen en dat zij geen voordeel voor de toekomst inhoudt, die is een christen. De aard van de liefde begrijpen – dat is christen zijn.

Dour louter en alleen maar geesteswetenschap met haar ‘karma’ en ‘reïncarnatie’ kan men een grote egoïst worden,wanneer men de liefdesimpuls, de Christusimpuls daar niet in betrekt; pas wanneer dat gebeurt, vindt men datgene wat het egoïsme van de geesteswetenschap overbrugt. 

Het evenwicht vindt men wanneer men de Christusimpuls begrijpt. Antroposofie wordt nu aan de mensheid gegeven,omdat de mensheid haar nu nodig heeft. Maar er schuilt een groot gevaar in, namelijk dat wanneer men zich uitsluitend met antroposofie bezighoudt en de Christusimpuls, de impuls van de liefde. daar niet in laat doorwerken, de mensen door de antroposofie het egoïsme in henzelf steeds meer laten uitgroeien, totdat het uiteindelijk over de grenzen van de dood heen grijpt. daaruit moeten wij niet de conclusie trekken dat men zich niet met antroposofie moet bezighouden, maar wij moeten leren inzien dat begrijpen wat liefde in wezen is, ook deel uitmaakt van antroposofie. 

Bron: Rudolf Steiner – GA 143 – Die Liebe und ihre Bedeutung in der Welt – Zürich, 17 december 1912 (bladzijde 210)

Overgenomen uit het boekje Nervositeit – Wijsheid – Liefde / Vertaling Margreet Meijer-Kouwe / Uitgeverij Vrij Geestesleven  1976 (bladzijde 68-69)

Het woord theosofie komt zes keer voor in dit tekstfragment. Daarvoor heb ik in de plaats gezet ‘geesteswetenschap’ of ‘antroposofie”.

heart of Jesus Christ

Geesteswetenschap zonder liefde zou een gevaar vormen voor de mensheid

Een geesteswetenschap zonder liefde zou een gevaar vormen voor de mensheid. We moeten echter geen liefde gaan prediken, de liefde moet in de wereld komen – en zo zal het ook gebeuren – doordat wij de kennis omtrent waarlijk geestelijke dingen verbreiden. Geesteswetenschap en handelingen, die voortkomen uit ware liefde, moeten één onverbrekelijk geheel vormen.

19c5c31677eaf539b42824041b6c32a9

Steiner door Margarita Woloschina

Bron: Rudolf Steiner – GA 143 – Erfahrungen des Übersinnlichen/Die drei Wege der Seele zu Christus – Die Liebe und ihre Bedeutung in der Welt – Zürich, 17 december 1912 (bladzijde 207)

Overgenomen uit het boekje Nervositeit – Wijsheid – Liefde / Vertaling Margreet Meijer-Kouwe / Uitgeverij Vrij Geestesleven  1976 (bladzijde 63)

Zie ook: Gevaar / Egoïsme / Christusimpuls

Eerder geplaatst op 3 februari 2017  (1 reactie)

Gevaar/Egoïsme/Christusimpuls

Antroposofie wordt nu aan de mensheid gegeven, omdat de mensheid haar nu nodig heeft. Maar er schuilt een groot gevaar in, namelijk dat wanneer men zich uitsluitend met antroposofie bezighoudt en de Christusimpuls, de impuls van de liefde, daar niet in laat doorwerken, de mensen door de antroposofie het egoïsme in henzelf steeds meer laten uitgroeien, totdat het uiteindelijk over de grenzen van de dood heen grijpt. Daaruit moeten we niet de conclusie trekken dat men zich niet met antroposofie moet bezighouden, maar we moeten leren inzien dat begrijpen wat liefde in wezen is, ook deel uitmaakt van antroposofie.

Bron: Rudolf Steiner – GA 143 – Erfahrungen des Übersinnlichen/Die drei Wege der Seele zu Christus – Die Liebe und ihre Bedeutung in der Welt – Zürich, 17 december 1912 (bladzijde 210)

Overgenomen uit het boekje Nervositeit – Wijsheid – Liefde / Vertaling Margreet Meijer-Kouwe / Uitgeverij Vrij Geestesleven  1976 (bladzijde 68-69)

Eerder geplaatst op 2 december 2016  (4 reacties)