Over geheugenverbetering

Alleen door op het gewoonteleven van de mens, op zijn gewoonten te werken vormt u de wil en daarmee het herinneringsvermogen. Met andere woorden: u moet nu doorzien waarom alles wat bij een kind een intensieve interesse wekt, er ook toe bijdraagt zijn geheugen daadwerkelijk te versterken. Want het geheugen moet men versterken vanuit het gevoel en de wil en niet door bijvoorbeeld pure intellectuele geheugentraining.

Bron: Rudolf Steiner – GA 293 – Allgemeine Menschenkunde als Grundlage der Pädagogik – Stuttgart, 29 augustus 1919 (bladzijde 122)

Eerder geplaatst op 6 april 2014

Over geheugenverbetering

Alleen doordat u (als opvoeder) op de gewoonten van de mens, op het telkens terugkerende werkt, brengt u zijn willen en daarmee ook zijn herinneringskracht in orde. Dat betekent met andere woorden: U moet inzien (Duits: auf diese Art durchschauen), waarom alles wat bij het kind een intensieve interesse wekt, ook ertoe bijdraagt, zijn geheugen daadwerkelijk te versterken. Want het geheugen moet men verbeteren vanuit het gevoel en de wil, niet door louter intellectuele geheugenoefeningen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 293 – Allgemeine Menschenkunde als Grundlage der Pädagogik – Stuttgart, 29 augustus 1919 (bladzijde 122)