Deze wonderbaarlijke bouw van het menselijk lichaam

Het hele lichamelijk organisme van de mens, deze wonderbaarlijke bouw van het fysieke lichaam met al zijn organen, de botten, de zenuwen, het endocriene (klieren) systeem, de bloedsomloop, zou nooit tot stand zijn gekomen als niet geestelijke wezens de hele wereldontwikkeling door aan de mensen gewerkt hadden. Ook nu nog werken geestelijke wezens voortdurend aan hem.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266a – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – München, 1 juni 1907 (bladzijde 222)

719NWRhnHzL._AC_SY606_

Eerder geplaatst op 6 augustus 2018

Uiterlijke schijn

Wat wij wereldgebieden noemen die met de zintuigen kunnen worden waargenomen, is uiteindelijk slechts de uitdrukking voor bepaalde samenhangen tussen geestelijke wezens. Voor de fysieke aanblik kan onze aarde eruitzien zoals de geologen het zich voorstellen: dat het in zekere zin gewoon een samenstelsel van rotsen is, omgeven door een luchtatmosfeer -, maar dat is in feite alleen de uiterlijke schijn.

Wat in werkelijkheid verschijnt als deze rotssamenhang is alleen het corpus (Duits: Leiblichkeit) voor bepaalde spirituele wezens. En ook    wat ons buiten de aarde verschijnt, wat op deze aarde schijnt als de sterrenwereld, dat is weer, zoals het er voor ons uitziet, alleen de uiterlijke zintuiglijke uitdrukking voor een bepaalde samenhang van geestelijke wezens, van hiërarchieën.

Bron: Rudolf Steiner – GA 203 -Die  Verantwortung  des  Menschen für  die  Weltentwickelung – Dornach, 29 januari 1921 (blz. 130-131)

45b5c14d1a973c52066ac687e6d91c16

Vandaag de dag zeggen de mensen nog: Het geestelijke bestaat gewoon niet.

Zoals de mens met drie rijken van de natuur te maken heeft, zo heeft hij ook met drie rijken van de geest te maken. Nu zult u zeggen: Ja, maar dat kan ik geloven of niet, want deze drie rijken zijn immers niet zichtbaar, niet waarneembaar. Ja, maar, mijne heren, ik heb wel mensen gekend, die moest men begrijpelijk maken dat er lucht bestaat! Dat had hij niet geloofd dat er lucht was. Als ik hem zeg: Dit is een tafel – dat gelooft hij, want als hij er heen loopt, dan kan hij zich aan de tafel stoten, of als hij er met de ogen naar kijkt, dan ziet hij de tafel, maar aan de lucht stoot hij zich niet. Hij kijkt en zegt: Er is hier toch niets. Niettemin geeft iedereen tegenwoordig het bestaan van lucht wel toe. Het is er gewoon. 

Zo zal het ook komen dat de mensen het geestelijke toegeven. Vandaag de dag zeggen de mensen nog: Nu, het geestelijke is er gewoon niet – zoals de boeren vroeger gezegd hebben: De lucht  is er niet. – In mijn geboortedorp zeiden de boeren nog: De lucht is er helemaal niet, dat zeggen alleen die flapdrollen (Duits: Großkopfeten) in de stad, die zo slim zijn willen; want men kan er immers doorheen lopen, er is immers niets als men er doorheen gaan kan! – Maar dat is lang geleden. Tegenwoordig weten de boeren ook wel dat er lucht bestaat. Maar vandaag de dag weten zelfs de slimste mensen nog niet dat overal geestelijke wezens zijn! Dat zullen ze echter te zijner tijd wel toegeven, omdat ze anders bepaalde dingen gewoon niet verklaren kunnen, die toch verklaard moeten worden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 353 – Die Geschichte der Menschheit und die Weltanschauungen der Kulturvölker – Dornach, 25 juni 1924 (bladzijde 306)

Eerder geplaatst op 19 juli 2017  (8 reacties)

a4618542165899.Y3JvcCwxNDEzLDExMDYsMTgxLDQ1MA

Deze wonderbaarlijke bouw van het menselijk lichaam

Het hele lichamelijk organisme van de mens, deze wonderbaarlijke bouw van het fysieke lichaam met al zijn organen, de botten, de zenuwen, het endocriene (klieren) systeem, de bloedsomloop, zou nooit tot stand zijn gekomen als niet geestelijke wezens de hele wereldontwikkeling door aan de mensen gewerkt hadden. Ook nu nog werken geestelijke wezens voortdurend aan hem.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266a – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – München, 1 juni 1907 (bladzijde 222)

Eerder geplaatst op 23 januari 2016

Geestelijke leiding

De mensen geloven vrij te zijn in hun beslissingen, gedachten en ideeën, maar ze worden geleid door wat achter de fysiek-zintuiglijke wereld als geestelijke wezens bestaat. Wat de mensen hun eigen verstand noemen, waarvan ze geloven dat daardoor de loop der tijden gestuurd wordt, dat is tegelijkertijd de uitdrukking van daar achterstaande geestelijke wezens.

Bron: Rudolf Steiner – GA 57 – Wo und wie findet man den Geist? – Berlijn, 12 maart 1909 (bladzijde 338)

Eerder geplaatst op 23 januari 2013