De neigingen die het kind ontwikkelt hangen af van hoe jij je in de omgeving van het kind gedraagt

Alles wat je doet in de omgeving van het kind, verandert in het kinderlijke organisme in lichaam, ziel en geest. De gezondheid voor heel zijn leven hangt ervan af hoe jij je in de omgeving van een kind gedraagt. De neigingen die het kind ontwikkelt hangen af van hoe jij je in de omgeving van het kind gedraagt.

Al die dingen die gewoonlijk voor de kleuterklassen aanbevolen worden, je moet dit of dat met de kinderen doen, deugen van geen kant. Meestal ziet het er wel pienter uit, wat men zo te berde brengt als kleuteronderwijs. Je moet je, als ik het zo zeggen mag, wel opgetogen uitspreken over de slimheid van wat er in de loop van de negentiende eeuw voor de kleuterschool uitgedacht is. De kinderen leren er al zo veel, ze leren al bijna lezen. Ze krijgen letters die ze in uitgesneden lettervormen moeten leggen en dergelijke dingen.

Het ziet er allemaal zeer pienter uit en je kunt makkelijk geneigd zijn te geloven, dat dat iets goeds is voor kinderen. Maar het is niets waard. In werkelijkheid deugt het helemaal niet. De hele kinderziel wordt er door beschadigd. Tot in het lichamelijke toe, tot in zijn gezondheid raakt het kind beschadigd. Zulke kleuterwerkjes veroorzaken in het latere leven van het kind zwakte in lichaam en ziel.

Bron: Rudolf Steiner – GA 311 – Die  Kunst  des  Erziehens aus  dem  Erfassen der  Menschenwesenheit – Torquay, 13 augustus 1924 (bladzijde 26)

Vertaling: Pieter Witvliet. Voor meer van zijn vertaling van GA 311 zie: VRIJESCHOOL – PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE ACHTERGRONDEN

Opvoeding voor de geboorte

Voor de geboorte is het mensenwezen nog onder de hoede van boven het fysieke staande wezens. Aan hen moeten we de onmiddellijke individuele betrekking tussen de wereld en het individuele wezen overlaten.

Daarom heeft de voorgeboortelijke opvoeding nog geen taak voor het kind zelf. De voorgeboortelijke opvoeding kan alleen een onbewust resultaat zijn van wat de ouders, in het bijzonder de moeder, doen. Is het gedrag van de moeder tot aan de geboorte zo dat zij in zichzelf tot uitdrukking brengt, wat in morele en verstandelijke zin het juiste is, dan zal vanzelf hetgeen zij in voortdurende zelfopvoeding volbrengt, overgaan op het kind.

Hoe minder men eraan denkt het kind, voordat het licht van de wereld ziet, op te voeden en hoe meer men eraan denkt zelf een juist leven te leiden, hoe beter het voor het kind zal zijn. De opvoeding kan pas beginnen, als het kind daadwerkelijk is opgenomen in de wereld op het fysieke vlak, en dat is wanneer het kind begint de buitenlucht in te ademen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 293 – Allgemeine Menschenkunde als Grundlage der Pädagogik – Stuttgart, 21 augustus 1919 (bladzijde 22)

Eerder geplaatst op 22 april 2015  (2 reacties)

Opvoeding voor de geboorte

Voor de geboorte is het mensenwezen nog onder de hoede van boven het fysieke staande wezens. Aan hen moeten wij de onmiddellijke individuele betrekking tussen de wereld en het individuele wezen overlaten. Daarom heeft de voorgeboortelijke opvoeding nog geen taak voor het kind zelf. De voorgeboortelijke opvoeding kan enkel een onbewust resultaat zijn van wat de ouders, in het bijzonder de moeder, doen. Is het gedrag van de moeder tot aan de geboorte zo, dat ze in zichzelf tot uitdrukking brengt, wat in morele en verstandelijke zin het juiste is, dan zal vanzelf hetgeen zij in voortdurende zelfopvoeding volbrengt, overgaan op het kind. Hoe minder men eraan denkt het kind, voordat het het licht van de wereld ziet, op te voeden en hoe meer men eraan denkt zelf een juist leven te leiden, hoe beter het voor het kind zal zijn. De opvoeding kan pas beginnen, als het kind daadwerkelijk is opgenomen in de wereld op het fysieke vlak, en dat is wanneer het kind begint de buitenlucht in te ademen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 293 – Allgemeine Menschenkunde als Grundlage der Pädagogik – Stuttgart 21 augustus 1919 (bladzijde 22)