Gedachten na de dood

Hier in het fysieke lichaam ervaren we gedachten op zo’n manier dat we ze van binnenuit halen. Na de dood ervaren we gedachten op zo’n manier dat we ernaar kijken als naar sterren, naar de wereld of naar bergen, en ze maken een indruk op ons. We ontvangen deze indruk en ervaren hem in ons astrale lichaam en in ons Ik. Precies het tegenovergestelde is dus het geval in het fysieke leven. Terwijl we hier gedachten iets innerlijks noemen, moeten we ze na de dood iets uiterlijks noemen. We leven, opgenomen in de wereld, uitgegoten in de wereld. 

Het is belangrijk dat we dit beseffen, dat we ons niet voorstellen dat de wereld na de dood slechts zoiets is als een fijne, dunne herhaling van de fysieke wereld hier, zoals vaak wordt aangenomen in spiritistische kringen. Het is iets heel anders. Het is iets heel anders omdat onze gedachten wezens buiten onszelf zijn.

Bron: Rudolf Steiner – GA 168 – Die Verbindung zwischen Lebenden und Toten – Hamburg, 16 februari 1916 (blz. 23)

rudolf-steiner-ga-168-die-verbindung-zwischen-lebe

Moet men zich van alle kritiek onthouden? (4 van 5)

Woorden en gedachten die smart teweegbrengen zijn als scherpe pijlen die van ons uitgaan. En aan de punt van de pijl vindt de goddelijke stem een hindernis; hij stuit terug en blijft onmerkbaar. Woorden en gedachten echter die van liefde vervuld zijn, openen zich als bloemenkransen naar buiten, die zacht de andere wezens omsluiten; en bij hen vindt de stem van hogere machten de weg open om tot de wereld door te dringen. Alleen daardoor wordt hij voor ons hoorbaar.

Ten tweede: is men echter genoodzaakt smart te veroorzaken, heeft men misschien zelfs de plicht daartoe als rechter of criticus, dan geldt de wet niet minder. Ook de smart waartoe men gedwongen is, remt de ontwikkeling. Men moet de zaak dan als zijn karma zien. Want als men zich aan die verplichting zou willen onttrekken, om de eigen ontwikkeling te bevorderen, dan zou men uit zelfzucht handelen en daardoor zou men de ontwikkeling in de meeste gevallen meer ophouden dan men ze door het onttrekken aan het veroorzaken van verdriet bevordert.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 034 – GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis» – juni 1905 (bladzijde 389-390)

Eerder geplaatst op 15 juni 2018 (1 reactie)

Uit een wereld, waarin geen gedachten zijn, kan men geen gedachten halen

Het eerste wat aanwezig moet zijn bij iemand die een werkelijk praktisch denken wil ontwikkelen, is dat men geloof en vertrouwen heeft in de werkelijkheid, in de realiteit van de gedachten. Wat betekent dat? Uit een glas waarin geen water is, kan men geen water halen. En uit een wereld, waarin geen gedachten zijn, kan men geen gedachten halen. Het is het meest absurde als men gelooft, dat de hele som van onze gedachten en voorstellingen alleen in onszelf aanwezig is. 

Als iemand een klok uit elkaar haalt en nadenkt volgens welke wetten deze samengesteld is, dan moet hij aannemen dat de klokkenmaker de onderdelen van de klok eerst volgens deze wetten samengevoegd heeft. Niemand mag geloven dat men uit een wereld die niet volgens gedachten ontworpen en gevormd is, een gedachte halen kan. Alles wat wij ontdekken over de natuur en haar gebeurtenissen is niets anders, als wat eerst in deze natuur en haar gebeurtenissen gelegd moet zijn. Er is geen gedachte in onze ziel, die niet eerst buiten in de wereld geweest is.

Bron: Rudolf Steiner – GA 057 – Wo und wie findet man den Geist? – Berlijn, 11 februari 1909 (Bladzijde 251)

Huus_Jessie_Klok_Zwart_02_1x1

Eerder geplaatst op 17 juli 2018  (2 reacties)

Oefeningen / Geduld

Door onze geestelijke oefeningen willen wij bereiken ons geheel op een gedachte te concentreren en daarna een leegte in ons in te laten treden en af te wachten, wat ons als resultaat van onze meditatie toestroomt. Van de kracht van onze daarbij gebruikte vasthoudendheid hangt het af wat we daarmee bereiken. Men zou kunnen menen dat men door afwisseling van de oefeningen sneller vooruit komt dan wanneer men lange tijd dezelfde oefening doet; maar de grote ingewijden hebben altijd beweerd, dat zij het verst gekomen zijn doordat ze met groot geduld en uithoudingsvermogen jarenlang dezelfde oefeningen gedaan hebben.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266b – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – Band II – München, 10 januari 1912 (bladzijde 297)

2048x1152

Eerder geplaatst op 22 april 2018

Gedachten even reëel als daden

De materialist gelooft dat hij een mens pijn doet als hij een steen naar hem gooit; daarentegen meent hij dat een haatgedachte die hij koestert t.o.v. zijn medemens, deze laatste geen pijn doet. Wie echter de wereld werkelijk kent, die weet dat veel, veel sterkere werkingen uitgaan van een haatgedachte dan ooit door een gegooide steen kan worden veroorzaakt.

 Bron: Rudolf Steiner – GA 99 – Die Theosophie des Rosenkreuzers – München, 30 mei 1907 (bladzijde 63)

1*3Ye26Mm1zwS5ZVh_QoBw1w

Eerder geplaatst op 21 februari 2018