Ouders/Kinderen/Karma

De mens wordt naar een bepaald ouderpaar geleid, maar niet enkel aan de hand van zijn eigen aantrekkingskracht. Want hierbij grijpen in en zijn hoog verheven wezens werkzaam, die tegenwoordig nog, aangepast aan de huidige ontwikkelingssituatie, de arbeid op zich hebben genomen om deze verhoudingen in juistheid en gerechtigheid karmisch te ordenen. Als dus bij gelegenheid de ouders schijnbaar eens niet met de kinderen overeenstemmen, dan hoeft daar niet een onjuistheid of onrechtvaardigheid aan ten grondslag te liggen. Daarin ligt misschien menig keer het goede, dat de mens in de meest gecompliceerde omstandigheden terechtkomt en in de vreemdste verhoudingen zijn weg moet vinden, om daardoor te leren.

Bron: Rudolf Steiner – GA 108 – Die Beantwortung von Welt- und Lebensfragendurch Anthroposophie – Breslau, 2 december 1908 (bladzijde 61)

Eerder geplaatst op 10 december 2013