Hier in de fysiek-zintuiglijke wereld is de vervolmakingplaats (2 van 3)

De mens moet steeds opnieuw door geboorte en dood gaan tot hij zijn volle mate van rijpheid heeft bereikt om dan zijn entree te verkrijgen in het geestelijke rijk zelf, zodat hij geen fysieke organen meer behoeft. Daarom moeten we inzien dat alles wat onze ogen en oren en de andere zintuigen hier verrichten, bekwaamheden zijn voor het hogere leven. Zeker, we hebben er vaak over gesproken dat de mens de hogere zintuigen moet ontwikkelen, dat hij de chakra’s of hogere organen moet vormen, die hem in staat stellen in de geestelijke wereld te komen en te zien. Maar waardoor verkrijgt hij deze hogere vermogens? Door zijn werk hier op het aardse plan. Hier is de voorbereidingsplaats daartoe. Wat wij hier werken, dat bereidt ons de organen voor een hogere wereld voor.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 94 – Das Johannes-Evangelium – Berlijn, 5 maart 1906 (bladzijde 213)

Eerder geplaatst op 14 juli 2018  (4 reacties)

Begin en einde

De opeenvolging van de zich steeds herhalende incarnaties is niet oneindig. Er is een begin en een einde. Eens, in een ver verleden, ging de mens nog niet naar beneden voor zijn incarnaties. Toen kende hij geboorte en dood nog niet. Toen leidde hij een soort engelachtig bestaan, niet onderbroken door zulke ingrijpende veranderingen van zijn toestand, zoals het tegenwoordig door geboorte en dood bestaat. Maar even zeker zal voor de mensen een tijd komen dat hij voldoende ervaringen in de lagere werelden zal hebben verzameld om een voldoende gerijpte, verhelderde bewustzijnstoestand te hebben verworven, om in de verheven hogere werelden te kunnen werken, zonder gedwongen te zijn, weer in de lagere werelden onder te duiken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 108 – Die Beantwortung von Welt- und Lebensfragen durch Anthroposophie – Breslau, 2 december 1908 (bladzijde 61)

Eerder geplaatst op 1 augustus 2015 (22 reacties)

Hier in de fysiek-zintuiglijke wereld is de vervolmakingplaats (2 van 3)

De mens moet steeds opnieuw door geboorte en dood gaan tot hij zijn volle mate van rijpheid heeft bereikt om dan zijn entree te verkrijgen in het geestelijke rijk zelf, zodat hij geen fysieke organen meer behoeft. Daarom moeten we inzien dat alles wat onze ogen en oren en de andere zintuigen hier verrichten, bekwaamheden zijn voor het hogere leven. Zeker, we hebben er vaak over gesproken dat de mens de hogere zintuigen moet ontwikkelen, dat hij de chakra’s of hogere organen moet vormen, die hem in staat stellen in de geestelijke wereld te komen en te zien. Maar waardoor verkrijgt hij deze hogere vermogens? Door zijn werk hier op het aardse plan. Hier is de voorbereidingsplaats daartoe. Wat wij hier werken, dat bereidt ons de organen voor een hogere wereld voor.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 94 – Das Johannes-Evangelium – Berlijn, 5 maart 1906 (bladzijde 213)

Eerder geplaatst op 12 januari 2016

Scheiding van de geslachten/Karma

Pas in de Lemurische tijd (zie uitleg onder deze tekst) trad de scheiding van de geslachten op. Daardoor werd ook pas de incarnatie mogelijk, het in bezit nemen van een lichaam, zoals het voordien niet was. Vroeger ontstond een wezen uit een ander. Met de scheiding van de geslachten in het midden van de Lemurische tijd trad geboorte en dood op en daarmee was ook de mogelijkheid van de werking van karma gekomen. De mens kon een schuld op zich laden. Alles, wat we als “menselijk” kennen, is toen ontstaan.

Bron: Rudolf Steiner – GA 89 – Bewußtsein/Leben/Form – Berlijn, 9 juni 1904 (bladzijde 116)

Volgens de antroposofie verloopt de aardeontwikkeling in zeven tijdperken van elk duizenden jaren. We zijn nu in het vijfde aardetijdperk, dat begonnen is na de ondergang van het vierde aardetijdperk, genaamd Atlantis, in het jaar 7227 v.Chr. Het derde aardetijdperk heette Lemurië, het tweede Hyperborea en het eerste Polaris. Het zesde aardetijdperk zal beginnen na de ondergang van ons huidige aardetijdperk in het jaar 7893.

Eerder geplaatst op 15 mei 2017

Scheiding van de geslachten/Karma

Pas in de Lemurische tijd (zie uitleg onder deze tekst) trad de scheiding van de geslachten op. Daardoor werd ook pas de incarnatie mogelijk, het in bezit nemen van een lichaam, zoals het voordien niet was. Vroeger ontstond een wezen uit een ander. Met de scheiding van de geslachten in het midden van de Lemurische tijd trad geboorte en dood op en daarmee was ook de mogelijkheid van de werking van karma gekomen. De mens kon een schuld op zich laden. Alles, wat we als “menselijk” kennen, is toen ontstaan.

Bron: Rudolf Steiner – GA 89 – Bewußtsein/Leben/Form – Berlijn, 9 juni 1904 (bladzijde 116)

Volgens de antroposofie verloopt de aardeontwikkeling in zeven tijdperken van elk duizenden jaren. We zijn nu in het vijfde aardetijdperk, dat begonnen is na de ondergang van het vierde aardetijdperk, genaamd Atlantis, in het jaar 7227 v.Chr. Het derde aardetijdperk heette Lemurië, het tweede Hyperborea en het eerste Polaris. Het zesde aardetijdperk zal beginnen na de ondergang van ons huidige tijdperk in het jaar 7893.