De mensheid vermoedt weinig van de schade die ze zichzelf toebrengt

Vroeger, in minder materialistische tijden, was het gebed een normale daad voor elk inslapen en bij het ontwaken. De mensheid vermoedt weinig van de schade die ze zichzelf toebrengt, doordat ze deze gewoonte geheel afgelegd heeft. De mens haalde door het gebed kracht uit de geestelijke wereld bij het ontwaken voor zijn dagelijks leven, en ’s avonds nam hij door het gebed de kracht, die hij zich in zijn dagelijks leven verzameld had, mee in de geestelijke wereld. Zo zijn ook onze huidige oefeningen bedoeld, opdat onze spirituele krachten sneller kunnen groeien en we leren ze bewust te gebruiken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266b – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden  Band II: 1910-1912 – Oslo, 16 juni 1910 (bladzijde 59)

Eerder geplaatst op 24 augustus 2015

Over het gebed

Aan een waar gebed kan ieder mens, op welke trap van ontwikkeling en opvoeding hij ook staat, iets hebben. De meest eenvoudige mens, die misschien niets meer weet dan het gebed zelf, kan het gebed op de ziel laten werken. Het gebed zelf zal het zijn, dat de werkingen kan oproepen die hem steeds hoger en hoger brengen. Maar men is nooit klaar met een gebed, hoe hoog men ook staat; want het kan de ziel altijd nog een trede hoger brengen dan zij al is. […]

Maar er is echter uit de middeleeuwen iets voortgekomen wat het gebed en de gebedsstemming enigszins onrein kan maken, en wat men enkel met het woord “egoïsme” omschrijven kan. […]

Zulke mensen wilden niet alleen volkomen zijn in de zin van de roos, die zich tooit om de tuin mooi te maken, maar zij wilden volmaakt zijn om zichzelf, om in de ziel de eigen gelukzaligheid te vinden. Wie in de ziel de God zoekt en niet met de gevonden krachten terug wil gaan in de buitenwereld, die zal merken dat een dergelijke handelwijze zich op een zekere wijze wreekt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 59 – Metamorphosen des Seelenlebens/Pfade der Seelenerlebnisse – Berlijn, 17 februari 1910 (bladzijde 126-127)

Eerder geplaatst op 10 september 2014

Onze Vader

De grote gebeden die door duizenden jaren de zielen raken en de harten verheffen, zijn alle uit de diepste wijsheid voortgekomen. Nooit is een dergelijk gebed zo gegeven dat men op willekeurige wijze mooie of verheven woorden samengesteld heeft, maar men heeft ze uit de diepste wijsheid verkregen, omdat ze alleen zo de kracht hebben om door duizenden jaren heen op de zielen van de mensen te werken. De tegenwerping dat de eenvoudige ziel niets weet van deze wijsheid is niet geldig. Zij hoeft niets te weten, want de kracht die het Onze Vader heeft, komt toch uit deze wijsheid en die werkt, ook als men daar niets van weet.

Bron: Rudolf Steiner – GA 97 – Das christliche Mysterium – Karlsruhe, 4 februari 1907 (bladzijde 116)

Onze Vader, die in de Hemel zijt,

Uw Naam worde geheiligd,

Uw Rijk kome,

Uw wil geschiede op aarde zoals in de Hemel.

Geef ons heden ons dagelijks brood

en vergeef ons onze schuld,

zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven

en leid ons niet in bekoring

maar verlos ons van het kwade.

Want van U is het koninkrijk

en de kracht en de heerlijkheid

in eeuwigheid. Amen.

Eerder geplaatst op 7 juni 2016

Mediteren/Bidden

Mediteren wordt gewoonlijk als een meer Oosterse manier beschouwd om zich tot zijn god te verheffen. In het Westen, vooral in de christelijke gemeenschap, kent men daarvoor in de plaats het gebed, waardoor de christen zich tot zijn god richt, waardoor de christen poogt op zijn manier toegang te winnen in de hogere werelden. Nu moet het vóór alles duidelijk zijn dat wat tegenwoordig vaak als gebed wordt gezien in geen geval in christelijke zin en het allerminst in de zin van de stichter van de christelijke godsdienst, de Christus Jezus zelf, als gebed zou kunnen gelden.

In werkelijk christelijke zin is het nooit een gebed wanneer een individuele mens tot zijn god om iets bidt dat aan zijn eigen persoonlijke en egoïstische wensen moet voldoen. Als iemand om de vervulling van persoonlijke wensen vraagt of bidt, dan komt hij natuurlijk zeer gauw ertoe om geheel te veronachtzamen de universaliteit en het alomvattende in de erkenning van wat door het gebed nagestreefd wordt. Hij gaat er vanuit dat de godheid aan juist zijn wensen in het bijzonder zal voldoen.

Een boer die een of andere groente verbouwd heeft, kan misschien regen nodig hebben, een ander naast hem heeft zonneschijn nodig. Wat moet de goddelijke voorzienigheid dan doen? Er valt helemaal niet aan te denken wat de goddelijke wereldorde moet doen, als twee legers tegenover elkaar staan en elk van hen bidt om hem de overwinning te verlenen, en ieder zijn overwinning als de enige juiste ziet.

Zo zal men meteen inzien hoe weinig zo’n uit de persoonlijke wensen voortkomend gebed aan universaliteit en algemene menselijkheid in zich heeft en hoe zelfs de toekenning van een god alleen aan de ene partij van de biddenden kan voldoen. Men negeert, als men op zo’n manier bidt, het soort gebed waarmee de Christus Jezus de stemming aangegeven heeft, die in elk gebed zou moeten heersen, het gebed dat zegt: ‘Heer laat deze beker aan mij voorbijgaan, maar niet mijn, doch uw wil geschiede.’ Dit is de christelijke grondstemming van het gebed.

Bron: Rudolf Steiner – GA 96 – Ursprungsimpulse der Geisteswissenschaft/ Christliche Esoterik im Lichte neuer Geist-Erkenntnis – Berlijn, 28 januari 1907 (bladzijde 203-204)

Onze Vader

De grote gebeden die door duizenden jaren de zielen raken en de harten verheffen, zijn alle uit de diepste wijsheid voortgekomen. Nooit is een dergelijk gebed zo gegeven dat men op willekeurige wijze mooie of verheven woorden samengesteld heeft, maar men heeft ze uit de diepste wijsheid verkregen, omdat ze alleen zo de kracht hebben om door duizenden jaren heen op de zielen van de mensen te werken. De tegenwerping dat de eenvoudige ziel niets weet van deze wijsheid is niet geldig. Zij hoeft niets te weten, want de kracht die het Onze Vader heeft, komt toch uit deze wijsheid en die werkt, ook als men daar niets van weet.

Bron: Rudolf Steiner – GA 97 – Das christliche Mysterium – Karlsruhe, 4 februari 1907 (bladzijde 116)

Onze Vader, die in de Hemel zijt,

Uw Naam worde geheiligd,

Uw Rijk kome,

Uw wil geschiede op aarde zoals in de Hemel.

Geef ons heden ons dagelijks brood

en vergeef ons onze schuld,

zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven

en leid ons niet in bekoring

maar verlos ons van het kwade.

Want van U is het koninkrijk

en de kracht en de heerlijkheid

in eeuwigheid. Amen.