Wanneer men over iets begint te discussiëren, begrijpt men het al niet meer

Wanneer men over iets begint te discussiëren, begrijpt men het al niet meer. Wat er in de ontwikkeling van de mensheid leeft, dat leeft als een ervaring. Zolang men het heeft als ervaring, zolang discussieert men niet.

Bron: Rudolf Steiner – GA 200 – Die neue Geistigkeit und das Christus-Erlebnis des zwanzigsten Jahrhunderts – Dornach, 30 oktober 1920 (bladzijde 114)

Alleen de werkelijke ervaring geeft kennis

Alleen de werkelijke ervaring geeft kennis. Een theorie geeft geen kennis. Elke theorie gaat van een of ander specifiek gebied uit en veralgemeniseert dit gebied. Werkelijke inzichten krijgt men alleen als men van het leven en van ervaringen uitgaat. Men moet dan ook niet geïsoleerd de wetten van de zwaartekracht, de wetten van het plantaardige leven, de wetten van de dierlijke instincten, de wetten van de menselijke gedachten (Duits: Gedankenzwanges) in ogenschouw nemen, want die vat men dan altijd in hun details in het oog, generaliseert deze en komt dan tot geheel verkeerde algemeenheden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 219 -Die geistige Kommunion der Menschheit – Dornach, 29 december 1922 (bladzijde 156)

Eerder geplaatst op 4 juli 2017

Wat men ervaart, bewijst men niet, maar wat men niet ervaart, dat bewijst men

In de twaalfde eeuw bedenkt Anselmus, de aartsbisschop van Canterbury het zogenaamde godsbewijs; dat wil zeggen: deze man voelde zich geroepen de godheid te “bewijzen”. Wat bewijst men dan op zo’n manier? Dat wat men weet of dat wat men niet weet? Als bijvoorbeeld in mijn tuin gestolen wordt en ik kan vanuit het raam de dief zien, hoe hij het feit van de diefstal pleegt, dan heb ik het niet nodig om te bewijzen, dat het deze mens was die gestolen heeft. Ik probeer het alleen dan te bewijzen als ik hem niet ken.

Het feit dat men probeert God te bewijzen is er een bewijs voor dat men hem niet meer kent, niet meer ervaart. Want wat men ervaart, bewijst men niet, maar wat men niet ervaart, dat bewijst men. En zo ging het met het gebrek aan begrip eigenlijk steeds verder en verder, en vandaag de dag staan we in dit opzicht op een merkwaardig punt.

Vaak is ook op deze plaats naar voren gebracht welke oneindige misverstanden zich in de laatste eeuwen hebben opgestapeld tegenover het begrijpen van het Mysterie van Golgotha, wat de Christus Jezus is. Tot aan het huidige tijdperk, waar zelfs van theologische kant de Christus Jezus niet alleen gedegradeerd, gereduceerd is tot een wel uitzonderlijke leraar, maar zelfs ook van theologische kant in zijn existentie volledig verloochend wordt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 148 – Aus der Akasha-Forschung/Das Fünfte Evangelium – Berlijn, 21 oktober 1913 (bladzijde 113)

Alleen de werkelijke ervaring geeft kennis

Alleen de werkelijke ervaring geeft kennis. Een theorie geeft geen kennis. Elke theorie gaat van een of ander specifiek gebied uit en veralgemeniseert dit gebied. Werkelijke inzichten krijgt men alleen als men van het leven en van ervaringen uitgaat. Men moet dan ook niet geïsoleerd de wetten van de zwaartekracht, de wetten van het plantaardige leven, de wetten van de dierlijke instincten, de wetten van de menselijke gedachten (Duits: Gedankenzwanges) in ogenschouw nemen, want die vat men dan altijd in hun details in het oog, generaliseert deze en komt dan tot geheel verkeerde algemeenheden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 219 -Die geistige Kommunion der Menschheit – Dornach, 29 december 1922 (bladzijde 156)

Niets, helemaal niets beweert de geesteswetenschapper dan wat elke geleerde in zijn vakgebied beweren kan

Niets, helemaal niets beweert de geesteswetenschapper dan wat elke geleerde in zijn vakgebied beweren kan. Stel je voor, iemand zegt u een wiskundige waarheid. Als u zelf nooit wiskunde heeft geleerd, dan heeft u niet de kennis om deze waarheid te controleren. Geen mens zal ontkennen dat men voor de beoordeling van een wiskundige waarheid zich eerst de nodige vaardigheden eigen moet maken. Geen autoriteit kan over een dergelijke waarheid beslissen; alleen degene die ze heeft ervaren, kan daarover oordelen.

Zo kan ook over een occulte waarheid alleen degene beslissen, die zo’n waarheid zelf ervaren, zelf beleefd heeft. Onze tijdgenoten verlangen echter vandaag de dag van de occultisten, dat hij onmiddellijk en voor elk gemiddeld verstand bewijst, wat hij te zeggen heeft. Men beroept zich daarbij op de zin: Wat waar is, moet zich bewijzen laten en iedereen moet in staat zijn het in te zien. – De geesteswetenschap beweert echter niets anders dan wat iedere andere geleerde op zijn vakgebied ook beweert, en hij verlangt niets, wat niet ook iedere wiskundige verlangt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 89 – Bewußtsein/Leben/Form – Berlijn, 26 mei 1904 (bladzijde 89-90)