Kamaloka – Het positieve ontwikkelt zich aan het negatieve (2 van 3)

Als u hier tussen geboorte en dood met zoveel honderden mensen geleefd heeft, dan hebben die vele honderden mensen iets door jou ervaren. Maar hier in het fysieke leven kunt u niet voelen wat anderen voelen en ervaren door u, maar wat u zelf ervaart door de anderen. Na de dood is het andersom. En dat is het essentiële, dat we bij de teruggang alles ervaren wat de anderen door ons hebben ervaren. Dus de uitwerkingen van het laatste aardeleven maken we door. En de taak van deze jaren ligt werkelijk erin dat we deze uitwerkingen ondergaan. 

Doordat we deze uitwerkingen doormaken, wordt het beleven van deze uitwerkingen in ons tot krachten. Dit gebeurt op de volgende manier. Stel dat ik iemand heb beledigd. Hij voelde zich daardoor bitter gestemd. Deze verbittering maak ik nu door tijdens de Kamaloka-tijd, ik beleef het als mijn eigen ervaring. Ja, nu ik het beleef, maakt zich  in mij de kracht geldend, die als tegenkracht moet worden beschouwd, dat wil zeggen, doordat ik deze bitterheid beleef, neem ik de kracht in mij op om deze verbittering uit de wereld weg te werken.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 157a – Schicksalsbildung und Leben nach dem Tode – Berlijn, 18 november 1915 (bladzijde 46-47)

Eerder geplaatst op 3 mei 2018

28f38f8e4ee0480261e86a96dd6a55b2f3e2c8d1

We leven niet voor niets in de fysieke wereld

Geheel ongelijk hebben degenen, die geloven tijd te hebben, tot ze door de poort van de dood gegaan zijn, tot ze daar in de andere wereld zijn, om een en ander over de geestelijke aangelegenheden te ervaren. Om überhaupt iets te ervaren van deze dingen, moet men de organen hebben ze waar te nemen; men moet de vaardigheid hebben deze dingen waar te nemen, en men kan dit vermogen niet hebben na de overgang door de poort van de dood, als men ze niet hier verworven heeft. Want we leven niet voor niets in de fysieke wereld! Onze zielen komen niet voor Jan met de korte achternaam in de fysieke wereld; ze komen hier, omdat werkelijk in deze wereld moet worden verworven, wat alleen hier kan worden verworven: spirituele kennis.

Bron: Rudolf Steiner – GA 140 – Okkulte Untersuchungen über das Leben zwischen Tod und neuer Geburt – Linz, 26 januari 1913 (bladzijde 164)

Eerder geplaatst op 12 juli 2013

Feiten kan men niet bewijzen  

Feiten kan men niet bewijzen, men kan ze slechts beleven. Daarmee is iets buitengewoon belangrijks gezegd over de logica, maar men moet zich eerst van dit belangrijke overtuigen. Als het nooit ter wereld zou zijn gebeurd, dat iemand een walvis gezien zou hebben, dan zou niemand kunnen bewijzen dat een walvis bestaat. Uit alle kennis die hij heeft zou hij nooit het bestaan van een walvis kunnen bewijzen, want een walvis is een feit en feiten kan men niet bewijzen, maar kan men alleen ervaren.

Bron: Rudolf Steiner – GA 62 – Ergebnisse der Geistesforschung – Berlijn, 7 november 1912 (bladzijde 64)

Eerder geplaatst op 17 mei 2012