Ik moet zeggen dat ik Kant begrijp, want anders zeggen anderen dat ik dom ben

Er bestaat vandaag de dag nog altijd die eigenaardige verering van alles wat gedrukt is. En sinds door de “Universalbibliothek” Kant uitgegeven is – ik heb hem alleen daardoor kunnen lezen, want anders had ik hem toen niet kunnen kopen; maar daar was Kant goedkoop, ondanks dat die boeken zo dik zijn -, sinds die tijd is eigenlijk nog meer de duivel los met Kant dan vroeger, want sindsdien leest iedereen Kant. Dat wil zeggen, ze lezen de eerste bladzijde, maar ze snappen er niets van

Dan horen ze dat Kant “de keizer van literair Duitsland” is; daardoor denken ze: Potverdorie, we weten nu wat van Kant, dus zijn we zelf ook knappe, intelligente  mensen! – En de meesten van hen zijn ook wel zo dat ze toegeven: Ja, ik moet zeggen dat ik Kant begrijp, want anders zeggen de anderen dat ik dom ben als ik Kant niet begrijp. – In werkelijkheid begrijpen de mensen niets van hem, maar ze geven het niet toe; ze zeggen: Die Kant moet ik begrijpen, want hij is zeer slim. Ik begrijp iets heel intelligents, als ik Kant begrijp! Dan maakt dat ook indruk op de mensen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 353 – Die Geschichte der Menschheit und die Weltanschauungen der Kulturvölker – Dornach, 14 mei 1924 (bladzijde 244-245)

Eerder geplaatst op 9 juli 2017  (3 reacties)

Immanuel-Kant

Immanuel Kant (1724 – 1804)

Ik moet zeggen dat ik Kant begrijp, want anders zeggen anderen dat ik dom ben

Er bestaat vandaag de dag nog altijd die eigenaardige verering van alles wat gedrukt is. En sinds door de “Universalbibliothek” Kant uitgegeven is – ik heb hem alleen daardoor kunnen lezen, want anders had ik hem toen niet kunnen kopen; maar daar was Kant goedkoop, ondanks dat die boeken zo dik zijn -, sinds die tijd is eigenlijk nog meer de duivel los met Kant dan vroeger, want sindsdien leest iedereen Kant. Dat wil zeggen, ze lezen de eerste bladzijde, maar ze snappen er geen reet van (Duits: sie verstehen nichts). Dan horen ze dat Kant “de keizer van literair Duitsland” is; daardoor denken ze: Potverdorie, we weten nu wat van Kant, dus zijn we zelf ook knappe, intelligente  mensen! – En de meesten van hen zijn ook wel zo dat ze toegeven: Ja, ik moet zeggen dat ik Kant begrijp, want anders zeggen de anderen dat ik dom ben als ik Kant niet begrijp. – In werkelijkheid begrijpen de mensen niets van hem, maar ze geven het niet toe; ze zeggen: Die Kant moet ik begrijpen, want hij is zeer slim. Ik begrijp iets heel intelligents, als ik Kant begrijp! Dan maakt dat ook indruk op de mensen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 353 – Die Geschichte der Menschheit und die Weltanschauungen der Kulturvölker – Dornach, 14 mei 1924 (bladzijde 244-245)

Eerder geplaatst op 3 september 2016

Ik moet zeggen dat ik Kant begrijp, want anders zeggen anderen dat ik dom ben

Er bestaat vandaag de dag nog altijd die eigenaardige verering van alles wat gedrukt is. En sinds door de “Universalbibliothek” Kant uitgegeven is – ik heb hem alleen daardoor kunnen lezen, want anders had ik hem toen niet kunnen kopen; maar daar was Kant goedkoop, ondanks dat die boeken zo dik zijn -, sinds die tijd is eigenlijk nog meer de duivel los met Kant dan vroeger, want sindsdien leest iedereen Kant. Dat wil zeggen, ze lezen de eerste bladzijde, maar ze snappen er geen reet van (Duits: sie verstehen nichts). Dan horen ze dat Kant “de keizer van literair Duitsland” is; daardoor denken ze: Potverdorie, we weten nu wat van Kant, dus zijn we zelf ook knappe, intelligente  mensen! – En de meesten van hen zijn ook wel zo dat ze toegeven: Ja, ik moet zeggen dat ik Kant begrijp, want anders zeggen de anderen dat ik dom ben als ik Kant niet begrijp. – In werkelijkheid begrijpen de mensen niets van hem, maar ze geven het niet toe; ze zeggen: Die Kant moet ik begrijpen, want hij is zeer slim. Ik begrijp iets heel intelligents, als ik Kant begrijp! Dan maakt dat ook indruk op de mensen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 353 – Die Geschichte der Menschheit und die Weltanschauungen der Kulturvölker – Dornach, 14 mei 1924 (bladzijde 244-245)

Antipathie en karma (4 – slot) – Een dom en dwaas optreden

Als we nu weer overgaan tot het derde aardeleven, dan is het gevolg van het leed dat op ons toekomt vanuit opgekropte haat die zich in de ziel opstapelt, een soort dofheid van geest, een gebrek aan inzicht in de wereld. Wie onverschillig en flegmatisch tegenover de wereld staat, niet met een open hart de mensen en dingen tegemoet treedt, die heeft die ongeïnteresseerdheid te wijten aan het door hem in een vorig leven door zijn eigen karma veroorzaakte leed, dat karmisch weer terug te voeren is op gevoelens van haat in het eerste van de drie levens; dit geldt dus voor een soort dofheid van geest en gebrek aan inzicht. Men kan er namelijk steeds zeker van zijn, dat een dom en dwaas optreden in één leven terug te voeren is op haat in een van de vorige aardelevens.

 Bron: Rudolf Steiner – GA 235 – Esoterische Betrachtungen karmischer Zusammenhänge – Erster Band – Dornach, 24 februari 1924 (bladzijde 74)

Nederlandse uitgave: Rudolf Steiner – GA 235 – Geesteswetenschappelijke beschouwingen van het karma (bladzijde 70) – Uitgeverij Vrij Geestesleven 1976 – Vertaald door A. Goedheer-de Keizer en H.L. Veltman-Arntzenius

Eerder geplaatst op 25 mei 2012

De eerlijke kenner weet dat hij niet zo veel weet

De eerlijke kenner weet altijd minder dan degenen die geen eerlijke kenners zijn. De eerlijke kenner houdt zichzelf altijd voor veel dommer dan degenen zichzelf houden, die luchthartig uit het een of ander een zogenaamd zo volledig mogelijke voor de mensen bereikbare kennis in elkaar timmeren.

Bron: Rudolf Steiner – GA 273 – Das Faust-Problem Die romantische und die klassische Walpurgisnacht – Dornach, 18 januari 1919 (bladzijde 222)

P.S. De titel is niet van Steiner, maar van mezelf. Ik maak uit dit citaat op, dat een eerlijke kenner goed beseft dat hij toch eigenlijk maar heel weinig weet en begrijpt en dat hij zich niet zo veel verbeeldt als degenen die menen dat ze alles weten en begrijpen.