Een leger van kwaad tegenover de goede mensen  

Waarvan Socrates eens droomde, dat deugd te onderwijzen zou zijn, dat zal werkelijkheid worden. en het zal op aarde steeds meer mogelijk worden dat niet alleen ons intellect door onderricht wordt aangewakkerd, maar dat door dit onderricht ook morele impulsen zullen worden verbreid. Schopenhauer heeft gezegd: moraal preken is makkelijk, moraal opbouwen heel moeilijk.

Waarom is dat zo? Omdat je door te preken nog geen moraal werkelijk verbreidt. Mensen kunnen de juistheid van morele principes heel goed inzien en zich er toch niet aan houden. Voor veel mensen gelden de woorden van Christus: de geest is gewillig maar het vlees is zwak. Dat verandert door het morele vuur dat uitstroomt van deze Christus-gedaante. Daardoor zal het steeds meer zo zijn dat de mens de noodzaak van moraliteit en morele impulsen voor de aarde inziet. 

En daardoor transformeert de mens de aarde, hij zal steeds meer voelen dat het morele bij de aarde hoort. In de toekomst zullen alleen die mensen immoreel kunnen zijn die worden gesteund in hun immoraliteit, die door kwade demonen, door ahrimanische en asoerische machten bezeten worden en dat ook nastreven. Dat is de toekomstige situatie van de aarde: er zullen voldoende mensen zijn die steeds meer het morele onderwijzen en tegelijkertijd de moraliteit een basis geven; maar er zullen ook mensen zijn die zich uit eigen vrije wil overgeven aan boze machten en zij zullen een leger van kwaad vormen tegenover de goede mensen. Niemand zal daartoe gedwongen worden, het zal ieders vrije wil zijn.

Bron: Rudolf Steiner – GA 130 – Das  esoterische  Christentum und  die geistige  Führung  der  Menschheit – Bazel, 1 oktober 1911 (bladzijde 96-97)

Overgenomen uit Rudolf Steiner – Het esoterische christendom (vertaald door Hylcke Brandts Buys) – bladzijde 158

9789060385319-920x960

Eerder  geplaatst op 24 oktober 2020  (29 reacties)

Een leger van kwaad tegenover de goede mensen

Waarvan Socrates eens droomde, dat deugd te onderwijzen zou zijn, dat zal werkelijkheid worden. en het zal op aarde steeds meer mogelijk worden dat niet alleen ons intellect door onderricht wordt aangewakkerd, maar dat door dit onderricht ook morele impulsen zullen worden verbreid. Schopenhauer heeft gezegd: moraal preken is makkelijk, moraal opbouwen heel moeilijk.

Waarom is dat zo? Omdat je door te preken nog geen moraal werkelijk verbreidt. Mensen kunnen de juistheid van morele principes heel goed inzien en zich er toch niet aan houden. Voor veel mensen gelden de woorden van Christus: de geest is gewillig maar het vlees is zwak. Dat verandert door het morele vuur dat uitstroomt van deze Christus-gedaante. Daardoor zal het steeds meer zo zijn dat de mens de noodzaak van moraliteit en morele impulsen voor de aarde inziet. 

En daardoor transformeert de mens de aarde, hij zal steeds meer voelen dat het morele bij de aarde hoort. In de toekomst zullen alleen die mensen immoreel kunnen zijn die worden gesteund in hun immoraliteit, die door kwade demonen, door ahrimanische en asoerische machten bezeten worden en dat ook nastreven. Dat is de toekomstige situatie van de aarde: er zullen voldoende mensen zijn die steeds meer het morele onderwijzen en tegelijkertijd de moraliteit een basis geven; maar er zullen ook mensen zijn die zich uit eigen vrije wil overgeven aan boze machten en zij zullen een leger van kwaad vormen tegenover de goede mensen. Niemand zal daartoe gedwongen worden, het zal ieders vrije wil zijn.

Bron: Rudolf Steiner – GA 130 – Das  esoterische  Christentum und  die geistige  Führung  der  Menschheit – Bazel, 1 oktober 1911 (bladzijde 96-97)

Overgenomen uit Rudolf Steiner – Het esoterische christendom (vertaald door Hylcke Brandts Buys) – bladzijde 158

Demonen

Alles wat u onwillekeurig doet, alles waartoe u zich innerlijk gedrongen voelt, gebeurt doordat andere wezens op u inwerken. Het gebeurt niet vanuit het niets. De verschillende menselijke wezensdelen worden voortdurend werkelijk doordrongen en vergezeld van andere wezens, en een groot aantal oefeningen die de ingewijde leraar zijn leerlingen laat verrichten zijn bedoeld om deze wezens uit te drijven, opdat de mens steeds vrijer wordt.

De wezens die het astrale lichaam doortrekken en dit onvrij maken worden demonen genoemd. Uw astrale lichaam is voortdurend doordrongen van zulke demonen, en ook de wezens die u zelf door uw goede of verkeerde gedachten voortbrengt hebben de eigenschap dat ze zich geleidelijk aan tot demonen ontwikkelen. Er bestaan goede demonen, die van goede gedachten uitgaan. Slechte gedachten echter, vooral die van onware en leugenachtige aard, brengen de meest vreselijke en afschuwwekkende demonische gestalten voort, waarmee het astrale lichaam om zo te zeggen is doorspekt. 

Vertaling overgenomen uit Tijdschrift De Brug – Trefwoord Geesten, spoken, fantomen – 29 (Bron: GA 99 – bladzijde 70-71)

Eerder geplaatst op 9 juli 2016  (31 reacties)

Lawaai in de steden

Er worden tegenwoordig boeken over de opheffing van geluidshinder in de steden geschreven en verenigingen daarvoor opgericht. Het komt er echter niet op aan het lawaai in de steden af te dempen, maar om in zich de kracht te ontwikkelen om zich van binnen uit ervoor af te sluiten door meditatie, door zielenrust. Niet het lawaai, maar de demonen, die door onze steden trekken, zijn het schadelijke; en deze worden juist door het lawaai enigszins in toom gehouden. Men moet te midden van het lawaai leven kunnen, zonder zich hierdoor tot woede te laten prikkelen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266a – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – München, 8 november 1908 (bladzijde 429)

 Eerder geplaatst op 5 juli 2015  (4 reacties)

Zo blind als een mol

De mens is aan invloeden van vele krachten overgeleverd en is tegenover hen zo blind als een mol. Hij wordt altijd slechts een deel van de werkelijkheid gewaar, maar deze werkelijkheid gaat ons aan, we moeten sterke impulsen hebben om weg te komen uit het bereik van schadelijke demonen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 98 – Natur- und Geistwesen- ihr Wirken in unserer sichtbaren Welt – Hannover, 24 februari 1908 (bladzijde 257)

Eerder geplaatst op 7 mei 2016