Kinderlijke wetenschap

Critici die alleen maar willen bouwen op de natuurwetenschap zeggen vandaag nog dat wat deze geesteswetenschap, die vanuit de antroposofie werkt, te zeggen heeft over ziekte en genezingsprocessen, kinderlijk is. – Nu, dit is heel begrijpelijk voor mensen die alleen maar willen denken en werken vanuit de zintuiglijke wetenschap. Maar het moet toch gezegd worden dat deze mensen geen idee hebben van de ware omstandigheden wanneer ze de dingen ‘kinderlijk’ noemen, en dat wat de wetenschap van de zintuigen anatomisch, pathologisch en therapeutisch voortbrengt, slechts een onderbouw is voor wat de geestelijke waarneming als resultaat geeft voor de geneeskunde. 

En ik wil het niet in een denigrerende zin, maar alleen in relatie tot sommige critici zeggen: Als iets in menig opzicht kinderlijk is, dan is het de medische wetenschap die zich alleen op het fysiek-zintuiglijke wil funderen, waarbij ik niet het kinderlijke wil misprijzen, maar er alleen naar verwijzen hoe het kan worden aangevuld met wat voortkomt uit een geestelijke kennis met betrekking tot de totale mens.

Als u dit bedenkt, zult u inzien hoe men tot in de details moet gaan als men de activiteiten van het etherische, het astrale organisme en het Ik van de mens in het fysieke leven wil doorzien.

Bron: Rudolf Steiner – GA 215 – Die Philosophie, Kosmologie und Religion in der Anthroposophie – Dornach, 15 september 1922 (bladzijde 170)

rudolf-steiner-portrait

Eerder geplaatst op  11 juni 2019

Ik weet dat oppervlakkige critici kunnen zeggen: Je bent een dwaas

Ik weet dat oppervlakkige critici kunnen zeggen: Je bent een dwaas, je gelooft dat spirituele krachten van buiten naar je komen, terwijl ze alleen opstijgen vanuit het eigen innerlijk. – Laat ze mij voor een dwaas houden. Ik vind hetzelfde van de slimheid van mensen die niet de honger van een stuk brood kunnen onderscheiden. Ik weet hoe spirituele krachten van buitenaf in de mensen stromen.

Net zoals men alleen als men een dwaas is, kan geloven dat de honger zelf het brood produceert dat hem stilt, net zomin produceert de kracht van onze ziel de krachten, die we voor spiritueel werk nodig hebben: ze moeten in ons binnenstromen, moeten ons toevloeien. En net zoals we heel goed weten dat de honger in ons is en het brood van buiten komt, als we niet gek zijn, net zo weet degene die in geestelijke werelden leeft, wat in hem is en wat van buiten komt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 152 – Vorstufen zum Mysterium von Golgatha – Bazel, 1 juni 1914 (bladzijde 163-164)

41dLzoGazFL._SX331_BO1,204,203,200_

Kinderlijke wetenschap

Critici die alleen maar willen bouwen op de natuurwetenschap zeggen vandaag nog dat wat deze geesteswetenschap, die vanuit de antroposofie werkt, te zeggen heeft over ziekte en genezingsprocessen, kinderlijk is. – Nu, dit is heel begrijpelijk voor mensen die alleen maar willen denken en werken vanuit de zintuiglijke wetenschap. Maar het moet toch gezegd worden dat deze mensen geen idee hebben van de ware omstandigheden wanneer ze de dingen ‘kinderlijk’ noemen, en dat wat de wetenschap van de zintuigen anatomisch, pathologisch en therapeutisch voortbrengt, slechts een onderbouw is voor wat de geestelijke waarneming als resultaat geeft voor de geneeskunde.

En ik wil het niet in een denigrerende zin, maar alleen in relatie tot sommige critici zeggen: Als iets in menig opzicht kinderlijk is, dan is het de medische wetenschap die zich alleen op het fysiek-zintuiglijke wil funderen, waarbij ik niet het kinderlijke wil misprijzen, maar er alleen naar verwijzen hoe het kan worden aangevuld met wat voortkomt uit een geestelijke kennis met betrekking tot de totale mens.

– Als u dit bedenkt, zult u inzien hoe men in de details moet gaan als men de activiteiten van het etherische, het astrale organisme en het Ik van de mens in het fysieke leven wil doorzien.

Bron: Rudolf Steiner – GA 215 – Die Philosophie, Kosmologie und Religion in der Anthroposophie – Dornach, 15 september 1922 (bladzijde 170)

Ik weet dat oppervlakkige critici kunnen zeggen: Je bent een dwaas

Ik weet dat oppervlakkige critici kunnen zeggen: Je bent een dwaas, je gelooft dat spirituele krachten van buiten naar je komen, terwijl ze alleen opstijgen vanuit het eigen innerlijk. – Laat ze mij voor een dwaas houden. Ik vind hetzelfde van de slimheid van mensen die niet de honger van een stuk brood kunnen onderscheiden. Ik weet hoe spirituele krachten van buitenaf in de mensen stromen.

Net zoals men alleen als men een dwaas is, kan geloven dat de honger zelf het brood produceert dat hem stilt, net zomin produceert de kracht van onze ziel de krachten, die we voor spiritueel werk nodig hebben: ze moeten in ons binnenstromen, moeten ons toevloeien. En net zoals we heel goed weten dat de honger in ons is en het brood van buiten komt, als we niet gek zijn, net zo weet degene die in geestelijke werelden leeft, wat in hem is en wat van buiten komt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 152 – Vorstufen zum Mysterium von Golgatha – Bazel, 1 juni 1914 (bladzijde 163-164)

Eerder geplaatst op 12 januari 2017