Waarom komt men zo veel ruzie, conflicten, haat tegen? (10 – slot)

Iets anders dat tegen de antroposofie wordt ingebracht, is de moeilijkheid van haar leringen die alleen voor mensen met een zekere vooropleiding toegankelijk zouden zijn. Wie, zo zegt men, kan zich zonder bijzondere studie vinden in de vreemde uitdrukkingen, in al de ingewikkelde theorieën. Het valt niet te ontkennen dat in deze richting nog veel te doen is om het voor de antroposofie mogelijk te maken het hart en het verstand van een ieder te vinden. Maar dit werk moet gedaan worden. Wat deze geestesrichting te zeggen heeft, dat kan echter werkelijk, als de goede uitdrukkingsvormen gevonden worden, voor iedereen begrijpelijk zijn. Ja, nergens is het zo goed als hier mogelijk om voor iedere graad van scholing of levenservaring de juiste uitdrukkingswijze te vinden.

De meest geleerde en de meest ongeletterde, beide kunnen ze vinden wat ze voor hun ziel en geest verlangen. Geestesrichtingen die grote dingen willen, kunnen zich niet in een enge kring afsluiten; en als de antroposofie dit tot nu toe wel gedaan heeft, dan is dit gebeurd omdat zij zelf nog in het begin van haar loopbaan staat en daarom eerst de juiste weg in de verschillende gebieden van het leven moet zoeken. Hoe wijder echter de kringen worden waarin ze zich verspreidt, hoe passender de middelen zullen zijn die ze gebruikt. Dat ze daardoor aan diepte en ernst zou verliezen, als ze op grotere schaal verbreiding wint, is geen gedachte waaraan men zou moeten toegeven. Want de verspreiding van bepaalde hier in beschouwing komende leringen is tegenwoordig plicht; en men moet, als men dit erkent, voor het behoud van de waarheid zorgen en zich niet, door vrees voor misvorming van de oorsprong, van deze verspreiding laten afhouden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 034 – GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis» (bladzijde 180-181)

Eerder geplaatst op 7 juni 2018 (1 reactie)

Waarom komt men zo veel ruzie, conflicten, haat tegen? (9 van 10)

Maar, zo wordt tegengeworpen, is dan dit alles bij de antroposofen werkelijk te vinden? Zonder twijfel niet. Het kan er niet om gaan dat deze of gene, die zich antroposoof noemt, een ideaal volgt, maar enkel en alleen of de zaak zelf geschikt is om dit ideaal te bevorderen. Om daarover echter te beslissen moet men zich met de zaak zelf, en niet enkel met wat hier en daar aan het licht komt, bekend maken. Men bevordert het juiste veel meer doordat men het zelf doet dan doordat men het onjuiste bij anderen afkeurt. Dat zal men al snel als een der mooiste vruchten van het antroposofische streven erkennen, dat deze een innerlijke overtuigingskracht heeft, die niet afhankelijk is van de ogenblikkelijke uiterlijke successen. Bij een dergelijke gezindheid zal men snel beseffen, dat als er slechte vruchten voor de dag komen, deze waarschijnlijk ook niet de juiste antroposofie als basis hebben.

Wordt vervolgd 

Bron: Rudolf Steiner – GA 034 – GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis» (bladzijde 179-180)

Eerder geplaatst op 6 juni 2018

Waarom komt men zo veel ruzie, conflicten, haat tegen? (8 van 10)

Geen mening is zo fout dat bij echte redelijkheid uit haar zich niet de waarheid zou laten vinden. En wie een vreemde mening tegenkomt, die kan daarin zoeken wat deze van zijn eigen mening onderscheidt, maar ook wat daarin, hoe ver verwijderd misschien, met de zijne overeenkomt. Wie het eerste zoekt, zal tot innerlijke scheiding van mens tot mens bijdragen, wie echter het laatste nastreeft, die zal tot eensgezindheid bijdragen. Ware antroposofie zoekt zelfs in de ergste fouten het zeker aanwezige korreltje waarheid, zonder op de absolute juistheid van de eigen mening te blijven hameren. En zo wordt in het samengaan der meningen de waarheid in geleidelijke vooruitgang zeker aan het licht gebracht. Daaruit ontstaat de innerlijke broederlijkheid, één van dergelijke ideeën waarvan al het uiterlijke een spiegelbeeld moet zijn.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 034 – GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis» (bladzijde 179)

Eerder geplaatst op 5 juni 2018

Waarom komt men zo veel ruzie, conflicten, haat tegen? (7 van 10)

Zeker kan iemand tegenwerpen: maar wie geeft dan de zekerheid dat in de antroposofie werkelijk de gezondmakende waarheid aanwezig is; hebben dan niet alle mogelijke geestesrichtingen de beste resultaten van zichzelf beloofd? Antwoord daarop kunnen slechts degenen geven die met het antroposofische streven bekend zijn gemaakt. Men zal dan zien hoe deze geestesrichting juist de weg naar waarheid zoekt doordat zij geen eenzijdige mening huldigt of een zodanige mening opdringen wil. Zij kan de ware tolerantie tegenover iedere mening hebben zonder daardoor in onverschilligheid te vervallen. Want waarachtig eigen streven naar waarheid leert ditzelfde ook in anderen ten enenmale waarderen.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 034 – GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis» (bladzijde 178-179)

Eerder geplaatst op 4 juni 2018 (3 reacties)

Waarom komt men zo veel ruzie, conflicten, haat tegen? (6 van 10)

Wat vanuit de antroposofie wordt meegedeeld, zijn de grote, goddelijke gedachten die de wereld leiden en waarnaar het leven zich vormt en de mens zich ontwikkelt. Het zijn de wetten van het leven der ziel in het lichaam, van haar lot in de wereld. Met deze grote waarheden in overeenstemming leven bepaalt goedheid en gezondheid; er tegenin gaan heeft het kwaad en de ziekten tot gevolg. Hoe meer men doordringt in deze waarheden, des te meer ze tot werkzame krachten in de ziel worden. 

Als men de antroposofie juist begrijpt, dan is men het eens wanneer gezegd wordt, dat het op het loutere weten, op de theoretische kennis niet aankomt, maar op het leven. Wie echter zou willen beweren dat hij zich daarom helemaal niet om de leringen zou hoeven te bekommeren, die zou juist de werkzaamheid van de voorstellingen, van de gedachten ontkennen, dat wil zeggen van datgene wat het leven van de ziel en de geest uitmaakt.

Om een kracht werkzaam te doen worden, moet deze eerst aanwezig zijn. Als de goddelijke krachten, die in de diepten van de wereld de scheppende krachten zijn, ook in de mensenzielen de morele en gezondmakende machten moeten worden, dan moeten deze eerst hun intrek nemen in deze zielen. Niet om louter een begeerte naar weten te bevredigen, verspreidt de antroposofie bepaalde leringen, maar omdat zij daarmee de ware morele vooruitgang en niet minder de ware gezondheid van het leven wil bewerkstelligen.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 034 – GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis» (bladzijde 178)

Eerder geplaatst op 3 juni 2018