Intelligent en tegelijk immoreel zijn zal in de toekomst onmogelijk zijn

Als het nu nog zeer wel mogelijk is dat iemand heel verstandig is maar immoreel – in het tijdperk waar we naar toegaan zal het niet meer mogelijk zijn dat een mens tegelijk verstandig en immoreel is. Verstand en immoraliteit zullen niet meer hand in hand kunnen gaan.

Dit moet als volgt worden begrepen. Zij die zich afzijdig hebben gehouden en die de ontwikkeling hebben tegengewerkt, zullen de strijders zijn die dan allen tegen elkaar strijden. Zelfs zij die nu de hoogste intelligentie vertonen, zullen, als ze zich in de volgende tijdperken niet op het gebied van gevoel en moraal ontwikkelen, van al hun verstand weinig baat hebben. In onze tijd wordt de intelligentie het meest ontwikkeld. Die bereikt nu ook een hoogtepunt. Maar wie nu zijn intelligentie ontwikkelt en de volgende ontwikkelingstrappen voorbij laat gaan, die zal zichzelf door zijn intelligentie vernietigen. 

Dat zal dan werken als een innerlijk vuur dat hem verbrandt, verteert, klein en zwak maakt, zodat hij dom wordt en niets kan beginnen, een vuur dat hem zal vernietigen in het tijdperk, waarin de morele impulsen hun hoogtepunt hebben bereikt. Een mens kan nu nog zeer gevaarlijk zijn met al zijn immorele slimheid, maar dan zal hij onschadelijk zijn. 

In plaats daarvan zal de ziel echter steeds meer aan morele kracht winnen, en dat zal een morele kracht zijn waar de mens zich nu nog helemaal geen voorstelling van kan maken. Om de Christusimpuls op te nemen is de hoogste kracht en moraliteit nodig, zodat die impuls kracht en leven wordt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 130 – Das  esoterische  Christentum und  die geistige  Führung  der  Menschheit – Leipzig, 4 november 1911 (bladzijde 121-122)

Overgenomen uit Rudolf Steiner – Het esoterische christendom (vertaald door Hylcke Brandts Buys) – bladzijde 182-183

448px-Bleistiftportät_Rudolf_Steiner

TEKENING DOOR MARGITTA BIEKER

Eerder geplaatst op 30 oktober 2020  (4 reacties)

Christusimpuls: Niet de leer, maar de kracht

Ik heb vaak benadrukt dat het bij Christus niet erop aankomt wat hij leerde, maar wat er door hem gebeurd is. De oude grondleggers van religie waren, om zo te zeggen, leraren, maar de Christus heeft voornamelijk gewerkt doordat hij zijn eigen kracht door het mysterie van Golgotha in de mensheid heeft binnen laten zinken (Duits: hineingesenkt hat). Dit is voor veel mensen tegenwoordig nog buitengewoon moeilijk te begrijpen. Daarom spreken ze alleen over Christus als een grote wereldleraar, wat gewoon onzin is voor degenen die de volledige betekenis van Christus echt begrijpen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 154 – Wie  erwirbt  man  sich  Verständnis für  die  geistige  Welt? – Berlijn, 18 april 1914 (bladzijde 18)

Zie ook: Boeddha / Christus

41+1VKSocWL

Eerder geplaatst op 29 februari 2020  (4 reacties)

Liefde / Egoïsme / Schulden

Wie de liefde zo kent, dat hij weet dat liefde er is om schulden te betalen en dat zij geen voordeel voor de toekomst inhoudt, die is een christen. De aard van de liefde begrijpen – dat is christen zijn.

Dour louter en alleen maar geesteswetenschap met haar ‘karma’ en ‘reïncarnatie’ kan men een grote egoïst worden,wanneer men de liefdesimpuls, de Christusimpuls daar niet in betrekt; pas wanneer dat gebeurt, vindt men datgene wat het egoïsme van de geesteswetenschap overbrugt. 

Het evenwicht vindt men wanneer men de Christusimpuls begrijpt. Antroposofie wordt nu aan de mensheid gegeven,omdat de mensheid haar nu nodig heeft. Maar er schuilt een groot gevaar in, namelijk dat wanneer men zich uitsluitend met antroposofie bezighoudt en de Christusimpuls, de impuls van de liefde. daar niet in laat doorwerken, de mensen door de antroposofie het egoïsme in henzelf steeds meer laten uitgroeien, totdat het uiteindelijk over de grenzen van de dood heen grijpt. daaruit moeten wij niet de conclusie trekken dat men zich niet met antroposofie moet bezighouden, maar wij moeten leren inzien dat begrijpen wat liefde in wezen is, ook deel uitmaakt van antroposofie. 

Bron: Rudolf Steiner – GA 143 – Die Liebe und ihre Bedeutung in der Welt – Zürich, 17 december 1912 (bladzijde 210)

Overgenomen uit het boekje Nervositeit – Wijsheid – Liefde / Vertaling Margreet Meijer-Kouwe / Uitgeverij Vrij Geestesleven  1976 (bladzijde 68-69)

Het woord theosofie komt zes keer voor in dit tekstfragment. Daarvoor heb ik in de plaats gezet ‘geesteswetenschap’ of ‘antroposofie”.

heart of Jesus Christ

Intelligent en tegelijk immoreel zijn zal in de toekomst onmogelijk zijn

Als het nu nog zeer wel mogelijk is dat iemand heel verstandig is maar immoreel – in het tijdperk waar we naar toegaan zal het niet meer mogelijk zijn dat een mens tegelijk verstandig en immoreel is. Verstand en immoraliteit zullen niet meer hand in hand kunnen gaan.

Dit moet als volgt worden begrepen. Zij die zich afzijdig hebben gehouden en die de ontwikkeling hebben tegengewerkt, zullen de strijders zijn die dan allen tegen elkaar strijden. Zelfs zij die nu de hoogste intelligentie vertonen, zullen, als ze zich in de volgende tijdperken niet op het gebied van gevoel en moraal ontwikkelen, van al hun verstand weinig baat hebben. In onze tijd wordt de intelligentie het meest ontwikkeld. Die bereikt nu ook een hoogtepunt. Maar wie nu zijn intelligentie ontwikkelt en de volgende ontwikkelingstrappen voorbij laat gaan, die zal zichzelf door zijn intelligentie vernietigen. 

Dat zal dan werken als een innerlijk vuur dat hem verbrandt, verteert, klein en zwak maakt, zodat hij dom wordt en niets kan beginnen, een vuur dat hem zal vernietigen in het tijdperk, waarin de morele impulsen hun hoogtepunt hebben bereikt. Een mens kan nu nog zeer gevaarlijk zijn met al zijn immorele slimheid, maar dan zal hij onschadelijk zijn. 

In plaats daarvan zal de ziel echter steeds meer aan morele kracht winnen, en dat zal een morele kracht zijn waar de mens zich nu nog helemaal geen voorstelling van kan maken. Om de Christusimpuls op te nemen is de hoogste kracht en moraliteit nodig, zodat die impuls kracht en leven wordt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 130 – Das  esoterische  Christentum und  die geistige  Führung  der  Menschheit – Leipzig, 4 november 1911 (bladzijde 121-122)

Overgenomen uit Rudolf Steiner – Het esoterische christendom (vertaald door Hylcke Brandts Buys) – bladzijde 182-183

Gevaar/Egoïsme/Christusimpuls

Antroposofie wordt nu aan de mensheid gegeven, omdat de mensheid haar nu nodig heeft. Maar er schuilt een groot gevaar in, namelijk dat wanneer men zich uitsluitend met antroposofie bezighoudt en de Christusimpuls, de impuls van de liefde, daar niet in laat doorwerken, de mensen door de antroposofie het egoïsme in henzelf steeds meer laten uitgroeien, totdat het uiteindelijk over de grenzen van de dood heen grijpt. Daaruit moeten we niet de conclusie trekken dat men zich niet met antroposofie moet bezighouden, maar we moeten leren inzien dat begrijpen wat liefde in wezen is, ook deel uitmaakt van antroposofie.

Bron: Rudolf Steiner – GA 143 – Erfahrungen des Übersinnlichen/Die drei Wege der Seele zu Christus – Die Liebe und ihre Bedeutung in der Welt – Zürich, 17 december 1912 (bladzijde 210)

Overgenomen uit het boekje Nervositeit – Wijsheid – Liefde / Vertaling Margreet Meijer-Kouwe / Uitgeverij Vrij Geestesleven  1976 (bladzijde 68-69)

Eerder geplaatst op 2 december 2016  (4 reacties)