Ketters

Velen geloven zich echte Christenen te mogen noemen en de anderen, bijvoorbeeld antroposofische christenen, ketters. Men moet daartoe weinig christelijk gevoel hebben. Het mag misschien wel geoorloofd zijn om te vragen: Is het dan werkelijk christelijk om te denken dat ik alles doen kan en dat Christus alleen in de wereld is gekomen, om dat alles van mij weg te nemen, om mij mijn zonden te vergeven, zodat ik met mijn karma, met mijn zonden niets meer van doen heb? 

Ik denk dat op zo’n manier van denken een ander woord meer van toepassing is dan het woord “christelijk”; misschien zou het woord “gemakkelijk” beter zijn dan het woord “christelijk”. Gemakkelijk zou het in ieder geval zijn als men alleen berouw zou moeten hebben, en dat daardoor alles, wat men in de wereld misdaan heeft, uitgewist zou zijn voor zijn gehele latere karma.

easyway

Bron: Rudolf Steiner – GA 155 – CHRISTUS UND DIE MENSCHLICHE SEELE – Norrköping, 15 juli 1914 (bladzijde 190)

Eerder geplaatst op 6 januari 2017 (1 reacties)

Begrip tussen de religies

Er zal in niet al te verafgelegen tijd over de hele aarde een intiem begrip zijn over dat, wat in verleden tijden de ergste oorlogen, de vreselijkste disharmonieën over de mensheid heeft gebracht, zo lang ze in de afzonderlijke cultuurgebieden gesplitst waren, die niets van elkaar wisten. Wat zich in het groot over de aarde zal afspelen als een de gehele mensheid omvattende spirituele beweging, moet zich ook in het allerkleinste afspelen van ziel tot ziel.

Hoe ver zijn nu nog de Boeddhisten en Christenen van elkaar verwijderd, hoe weinig begrijpen ze elkaar, hoe zeer wijzen ze elkaar af, als ze op de smalle (Duits: engsten) bodem van hun geloofsovertuigingen staan! Maar de tijd zal komen dat er steeds meer boeddhisten zullen zijn, die vanuit het Boeddhisme geesteswetenschapper zullen zijn, en steeds meer Christenen, die vanuit het christendom geesteswetenschapper zullen zijn. En deze zullen elkaar het volste, diepste begrip tegemoet brengen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 130 – Das esoterische Christentum und die geistige Führung der Menschheit – Düsseldorf, 5 mei 1912 (bladzijde 278)

Eerder geplaatst op 9 september 2016  (6 reacties)

Ketters

Velen geloven zich echte Christenen te mogen noemen en de anderen, bijvoorbeeld antroposofische christenen, ketters. Men moet daartoe weinig christelijk gevoel hebben. Het mag misschien wel geoorloofd zijn om te vragen: Is het dan werkelijk christelijk om te denken dat ik alles doen kan en dat Christus alleen in de wereld is gekomen, om dat alles van mij weg te nemen, om mij mijn zonden te vergeven, zodat ik met mijn karma, met mijn zonden niets meer van doen heb? Ik denk dat op zo’n manier van denken een ander woord meer van toepassing is dan het woord “christelijk”; misschien zou het woord “gemakkelijk” beter zijn dan het woord “christelijk”. Gemakkelijk zou het in ieder geval zijn als men enkel berouw zou moeten hebben, en dat daardoor alles, wat men in de wereld misdaan heeft, uitgewist zou zijn voor zijn gehele latere karma.

Bron: Rudolf Steiner – GA 155 – CHRISTUS UND DIE MENSCHLICHE SEELE – Norrköping, 15 juli 1914 (bladzijde 190)

Eerder geplaatst op 30 november 2015

Begrip tussen de religies

Er zal in niet al te verafgelegen tijd over de hele aarde een intiem begrip zijn over dat, wat in verleden tijden de ergste oorlogen, de vreselijkste disharmonieën over de mensheid heeft gebracht, zo lang ze in de afzonderlijke cultuurgebieden gesplitst waren, die niets van elkaar wisten. Wat zich in het groot over de aarde zal afspelen als een de gehele mensheid omvattende spirituele beweging, moet zich ook in het allerkleinste afspelen van ziel tot ziel. Hoe ver zijn nu nog de Boeddhisten en Christenen van elkaar verwijderd, hoe weinig begrijpen ze elkaar, hoe zeer wijzen ze elkaar af, als ze op de smalle (Duits: engsten) bodem van hun geloofsovertuigingen staan! Maar de tijd zal komen, dat er steeds meer boeddhisten zullen zijn, die vanuit het Boeddhisme geesteswetenschapper zullen zijn, en steeds meer Christenen, die vanuit het christendom geesteswetenschapper zullen zijn. En deze zullen elkaar het volste, diepste begrip tegemoetbrengen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 130 – Das esoterische Christentum und die geistige Führung der Menschheit – Düsseldorf, 5 mei 1912 (bladzijde 278)

Eerder geplaatst op 19 juli 2014

Ketters

Velen geloven zich echte Christenen te mogen noemen en de anderen, bijvoorbeeld antroposofische christenen, ketters. Men moet daartoe weinig christelijk gevoel hebben. Het mag misschien wel geoorloofd zijn om te vragen: Is het dan werkelijk christelijk om te denken dat ik alles doen kan en dat Christus alleen in de wereld is gekomen, om dat alles van mij weg te nemen, om mij mijn zonden te vergeven, zodat ik met mijn karma, met mijn zonden niets meer van doen heb? Ik denk dat op zo’n manier van denken een ander woord meer van toepassing is dan het woord “christelijk”; misschien zou het woord “gemakkelijk” beter zijn dan het woord “christelijk”. Gemakkelijk zou het in ieder geval zijn als men enkel berouw zou moeten hebben, en dat daardoor alles, wat men in de wereld misdaan heeft, uitgewist zou zijn voor zijn gehele latere karma.

Bron: Rudolf Steiner – GA 155 – CHRISTUS UND DIE MENSCHLICHE SEELE – Norrköping, 15 juli 1914 (bladzijde 190)