Luiheid en traagheid overwinnen

Als we eraan gewend raken om met een onbevooroordeelde blik te kijken naar de manier waarop mensen tegenwoordig denken en hoe dit denken in alle omstandigheden machtig is, dan pas zal men er een voorstelling van krijgen van wat er moet gebeuren en wat voor de mensheid nodig is. Dan moeten we natuurlijk menig verlangen naar niksdoenerij (Duits: Schlendrian), menig verlangen naar luiheid en traagheid overwinnen. We moeten ons in ieder geval op zijn minst kunnen voorstellen dat een geesteswetenschappelijke beweging ook nog een andere taak heeft dan alleen maar het luisteren naar voordrachten of het lezen van boeken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 165 – Die geistige Vereinigung der Menschheit durch den Christus-Impuls – Dornach, 1 januari 1916 (blz. 115)

stock-vector-lazy-cartoon-man-sitting-in-a-chair-with-a-remote-control-155470235

   

De beste boeken

Als we bijvoorbeeld een heel moeilijk boek bestuderen, dan komt het er minder op aan de inhoud te begrijpen dan dat we op de gedachtelijnen van de auteur ingaan en meedenken leren. Daarom zou men ook geen boek te moeilijk moeten vinden; dat zou slechts betekenen dat men te gemakzuchtig is in het denken. De beste boeken zijn juist de boeken, die men steeds weer opnieuw bestuderen moet, die men niet meteen begrijpt, die men zin voor zin overdenken moet. 

Bron: Rudolf Steiner – GA 95 – Vor dem Tore der Theosophie – Stuttgart, 4 september 1906 (bladzijde 140)

Eerder geplaatst op 19 augustus 2017  (13 reacties)

csm_stop_met_bijbel_studie_nerd_09d7f21765

Onnodig werk

Het komt erop aan dat mensen die veel doen, iets doen wat werkelijk nodig is voor het leven, iets doen wat steekhoudend en vruchtbaar in het leven is (Duits: sich rationell, fruchtbar in das Leben hineinstellt. […]

Het gaat er niet om dat men zo veel mogelijk mensen zich met iets laat bezighouden, zodat ze kunnen leven, maar het gaat erom dat in de zin van een werkelijk sociaal leven activiteiten worden verricht die tot een welvarende ontplooiing van dit leven, deze sociale levenskringloop, nodig zijn. […]

Kijk bijvoorbeeld eens hoe veel boeken vandaag de dag gedrukt worden, waarvan nog geen 50 exemplaren verkocht worden. Nu, neem zo’n boek – hoeveel mensen zijn daar mee bezig tot het klaar is! Die hebben hun levensonderhoud, maar doen geheel onnodig werk. Als ze iets anders deden, zou het verstandiger zijn en zouden daardoor talloze andere mensen wat dit betreft ontlast worden. Zo werken echter talloze typografen, talloze boekbinders, ze maken stapels boeken – meestal zijn het lyrische gedichten, maar er komen ook andere dingen in aanmerking -, stapels boeken worden gefabriceerd; bijna alles moet weer vernietigd worden. Maar zulke onnodige dingen zijn er veel in het hedendaagse leven; ontelbaar veel zaken zijn absoluut onnodig.

Bron: Rudolf Steiner – GA 337b – Soziale Ideen/Soziale Wirklichkeit/Soziale Praxis – Dornach, 30 augustus 1920 (bladzijde 99-100)

Eerder geplaatst op 25 juli 2017  (6 reacties)

a4618542165899.Y3JvcCwxNDEzLDExMDYsMTgxLDQ1MA

Maurice Maeterlinck over Rudolf Steiner

Zelfs voor mensen die relatief welwillend zijn, zelfs voor hen, mijn beste vrienden, lijkt wat de spirituele wetenschap te zeggen heeft vandaag de dag nog steeds erg vreemd. Men kan niet zonder enige ironie lezen wat een anders zo veelbelovende geest als Maurice Maeterlinck over mijzelf als grondlegger van de antroposofie zegt onder de titel “Het grote raadsel”. 

Maurice Maeterlinck lijkt niet te kunnen ontkennen dat er altijd iets heel zinnigs in de eerste inleidingen van mijn boeken staat. Dat merkt hij. Maar dan komt hij in iets terecht dat hem enorm in de war brengt, waar hij niet doorheen kan komen. Nu, je zou een gezegde van Lichtenberg kunnen aanhalen: Als boeken en een persoon tegen elkaar stoten en het klinkt hol, dan hoeft het niet  aan het boek te liggen. Maar denk u eens in – Maurice Maeterlinck is ongetwijfeld een van de hoogbloeiers van onze hedendaagse cultuur -, je kunt bij hem bijna letterlijk de zin vinden: In de inleidingen van zijn boeken, in de eerste hoofdstukken, toont Steiner altijd een evenwichtige, logische , veelomvattende geest; daarna is het in de volgende hoofdstukken alsof hij gek is geworden. 

– Ja, mijn beste vrienden, wat heeft dit dan voor consequentie? Dat zou immers betekenen: Eerste hoofdstuk: afwegende, logische, veelomvattende geest. Laatste hoofdstuk: krankzinnig. Nu is het boek af, nu komt er een nieuwe. Opnieuw eerst: afwegende, logische, veelomvattende geest, volgende hoofdstukken: krankzinnig. Ik heb nogal wat boeken geschreven, zodat ik deze procedure met een zekere virtuositeit zou doorlopen: Eerste hoofdstuk: afwegende, logische, veelomvattende geest; daarna: verward, starhoofdig. En zo wordt er volgens Maurice Maeterlinck in mijn boeken gegoocheld. Maar de manier waarop de dingen zo willekeurig worden aangepakt, is toch nog niet in krankzinnigengestichten voorgekomen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 239 – Esoterische Betrachtungen karmischer Zusammenhänge: Fünfter Band – Praag, 5 april 1924 (bladzijde 73-74)

Ploeteren

De geesteswetenschappelijke wereldbeschouwing voert de mens in gebieden, die hij alleen bereiken kan als hij innerlijk actief is. Men kan een antroposofisch boek niet lezen zoals men andere boeken leest. Het moet zo geschreven zijn dat het de eigen werkzaamheid opwekt. Hoe meer men moet ploeteren, hoe meer er tussen de regels staat, hoe gezonder het is.

Bron: Rudolf Steiner – GA 56 – Die Erkenntnis der Seele und des Geistes – München, 5 december 1907 (bladzijde 224)

Eerder geplaatst op 11 april 2016