Steiner als opvoeder en huisonderwijzer (1 van 3)

Van 1884 tot 1889 was Steiner werkzaam in een Weens koopmansgezin als opvoeder en onderwijzer. Wat hij hierover schrijft in zijn autobiografie Mijn Levensweg is zeer interessant. Ik plaats daaruit de komende dagen een paar bladzijden in drie gedeelten op deze weblog.

Het lot schonk mij een bijzondere taak op het gebied van de pedagogie. Ik werd als opvoedkundige aanbevolen bij een gezin met vier jongens. Aan drie daarvan moest ik eerst bijlessen geven voor de lagere school en later voor de middelbare school. De vierde, die ongeveer tien jaar was, kreeg ik helemaal onder mijn hoede. Hij was het zorgenkind van de ouders, vooral van de moeder. Toen ik met de familie in contact kwam was hij nauwelijks de beginselen van het lezen, schrijven en rekenen machtig. Zijn lichamelijke en psychische ontwikkeling werd als dermate abnormaal beschouwd, dat men er in de familie aan twijfelde of hij ooit echt iets zou kunnen leren. Langzaam en moeizaam vormde hij zijn gedachten. Door de minste geestelijke inspanning kreeg hij hoofdpijn en toestanden van zwakte, werd hij bleek en werd zijn psychisch gedrag zorgwekkend.

Nadat ik het kind had leren kennen, was ik van mening dat een opvoeding, aangepast aan dit fysieke en psychische organisme, de sluimerende mogelijkheden tot ontwikkeling zou moeten brengen en ik stelde de ouders voor de opvoeding aan mij over te laten. De moeder had vertrouwen in mijn voorstel en daardoor kon ik deze bijzondere pedagogische taak op mij nemen.

Ik moest de toegang vinden tot een ziel die zich als het ware in een slaaptoestand bevond en die er langzaamaan toe gebracht moest worden om de baas te worden over de lichamelijke verrichtingen. De ziel moest als het ware eerst aansluiting bij het lichaam krijgen. Ik was er van overtuigd dat de jongen zelfs grote geestelijke capaciteiten bezat, hoewel die nog verborgen waren, Dit maakte dat mijn taak mij een gevoel van diepe bevrediging gaf. Weldra toonde het kind mij op een liefdevolle wijze zijn aanhankelijkheid. Daardoor werden alleen al door het contact dat ik met hem had de sluimerende zielekwaliteiten gewekt. Voor het lesgeven moest ik speciale methodes bedenken. Als de tijd die voor een bepaalde les gepland was met een kwartier werd overschreden, dan had dit direct een nadelige invloed op de gezondheid. Tot bepaalde vakken kreeg het kind zeer moeilijk toegang.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 28 MEIN LEBENSGANG (bladzijde 104-105)

Overgenomen uit MIJN LEVENSWEG (bladzijde 70) – Vertaling W.A.C. Labberté 

rudolf-steiner-mein-lebensgang

Eerder geplaatst op 26 mei 2018

Korte fragmenten uit Mijn Levensweg van Rudolf Steiner (3) – Naast de Realschule doet Steiner op eigen houtje het gymnasium er bij

Voor zijn lessen (van de leraar Duitse taal en literatuur in de drie hoogste klassen van de middelbare school)  moest ik veel doen. Zijn vak omvatte in de vijfde klas de Griekse en Latijnse gedichten, waarvan fragmenten in het Duits behandeld werden. Nu pas begon ik soms erg spijt te krijgen dat mijn vader me niet op het gymnasium had gedaan in plaats van op de Realschule. Want ik voelde hoe weinig mij in de vertalingen het specifieke van de Griekse en Latijnse kunst aansprak. Ik kocht daarom Griekse en Latijnse leerboeken en gaf mezelf stilletjes een gymnasiale opleiding. Dat nam veel tijd in beslag, maar het werd ook de reden dat ik later, weliswaar op een ongewone manier, toch nog helemaal het gymnasium doorliep. Toen ik namelijk op de hogeschool in Wenen was, moest ik pas echt heel veel bijlessen geven. Weldra kreeg ik een gymnasiast als leerling. De omstandigheden, waarover ik nog zal spreken, brachten met zich mee dat ik deze leerling bijna het hele gymnasium door met privélessen moest bijstaan. Ik gaf hem ook les in Grieks en Latijn, zodat ik daardoor ook alle details van het gymnasiumonderwijs leerde kennen.

Bron: Nederlandstalige uitgave van Mijn Levensweg – bladzijde 32-33 (Uitgave 1981, Vrij Geestesleven) Vertaling: W.A.C. Labberté

Duitstalig: GA 28Mein Lebensgang (bladzijde 47-48)

Eerder geplaatst op 13 maart 2016

Kort fragment uit Mijn Levensweg van Rudolf Steiner

Voor zijn lessen (van de leraar Duitse taal en literatuur in de drie hoogste klassen van de middelbare school)  moest ik veel doen. Zijn vak omvatte in de vijfde klas de Griekse en Latijnse gedichten, waarvan fragmenten in het Duits behandeld werden. Nu pas begon ik soms erg spijt te krijgen dat mijn vader me niet op het gymnasium had gedaan in plaats van op de Realschule. Want ik voelde hoe weinig mij in de vertalingen het specifieke van de Griekse en Latijnse kunst aansprak. Ik kocht daarom Griekse en Latijnse leerboeken en gaf mijzelf stilletjes een gymnasiale opleiding. Dat nam veel tijd in beslag, maar het werd ook de reden dat ik later, weliswaar op een ongewone manier, toch nog helemaal het gymnasium doorliep. Toen ik namelijk op de hogeschool in Wenen was, moest ik pas echt heel veel bijlessen geven. Weldra kreeg ik een gymnasiast als leerling. De omstandigheden, waarover ik nog zal spreken, brachten met zich mee dat ik deze leerling bijna het hele gymnasium door met privélessen moest bijstaan. Ik gaf hem ook les in Grieks en Latijn, zodat ik daardoor ook alle details van het gymnasiumonderwijs leerde kennen.

Bron: Nederlandstalige uitgave van Mijn Levensweg – bladzijde 32-33 (Uitgave 1981, Vrij Geestesleven) Vertaling: W.A.C. Labberté

Duitstalig: GA 28Mein Lebensgang

Eerder geplaatst op 15 maart 2012