Wat met het gevoel samenhangt, keert op de een of andere manier terug

Wat met het gevoel samenhangt, keert op de een of andere manier terug. Door wat ik al dikwijls als een soort representant van deze dingen heb aangevoerd, kunt u dit misschien met uw gedachten benaderen.

Als we een kind leren bidden, dat wil zeggen gevoelsmatig daarbij een stemming van eerbied leren ontwikkelen, dan treedt ook dit weer een keer te voorschijn. Weliswaar keert het pas later, na zeer lange tijd weer terug, soms ook bij tussenpozen, maar het werkt verder en keert eens weer terug. Na lange tijd treedt het bidden weer op in de mogelijkheid van de ziel om te kunnen zegenen. Daarom zeg ik dikwijls: Geen enkel bejaard mens zal effectief in stilte kunnen zegenen, zonder als kind het bidden te hebben geleerd. Het bidden wordt gemetamorfoseerd tot zegenen. Zo werkt in het leven de terugkeer van gevoelsinhouden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 194 – Die Sendung Michaels – Dornach, 6 december 1919 (bladzijde 130)

Vertaling: W.A.C. Labberté, overgenomen uit het boek Rudolf Steiner – Michaël (bladzijde 119) – Uitgeverij Vrij Geestesleven, Zeist

Eerder geplaatst op 10 juli 2018  (6 reacties)

biddend-kind-19901455

Mediteren / Bidden

Mediteren wordt gewoonlijk als een meer Oosterse manier beschouwd om zich tot zijn god te verheffen. In het Westen, vooral in de christelijke gemeenschap, kent men daarvoor in de plaats het gebed, waardoor de christen zich tot zijn god richt, waardoor de christen poogt op zijn manier toegang te winnen in de hogere werelden. Nu moet het vóór alles duidelijk zijn dat wat tegenwoordig vaak als gebed wordt gezien in geen geval in christelijke zin en het allerminst in de zin van de stichter van de christelijke godsdienst, de Christus Jezus zelf, als gebed zou kunnen gelden.

In werkelijk christelijke zin is het nooit een gebed wanneer een individuele mens tot zijn god om iets bidt dat aan zijn eigen persoonlijke en egoïstische wensen moet voldoen. Als iemand om de vervulling van persoonlijke wensen vraagt of bidt, dan komt hij natuurlijk zeer gauw ertoe om geheel te veronachtzamen de universaliteit en het alomvattende in de erkenning van wat door het gebed nagestreefd wordt. Hij gaat er vanuit dat de godheid aan juist zijn wensen in het bijzonder zal voldoen.

Een boer die een of andere groente verbouwd heeft, kan misschien regen nodig hebben, een ander naast hem heeft zonneschijn nodig. Wat moet de goddelijke voorzienigheid dan doen? Er valt helemaal niet aan te denken wat de goddelijke wereldorde moet doen, als twee legers tegenover elkaar staan en elk van hen bidt om hem de overwinning te verlenen, en ieder zijn overwinning als de enige juiste ziet.

Zo zal men meteen inzien hoe weinig zo’n uit de persoonlijke wensen voortkomend gebed aan universaliteit en algemene menselijkheid in zich heeft en hoe zelfs de toekenning van een god alleen aan de ene partij van de biddenden kan voldoen. Men negeert, als men op zo’n manier bidt, het soort gebed waarmee de Christus Jezus de stemming aangegeven heeft, die in elk gebed zou moeten heersen, het gebed dat zegt: ‘Heer laat deze beker aan mij voorbijgaan, maar niet mijn, doch uw wil geschiede.’ Dit is de christelijke grondstemming van het gebed.

Bron: Rudolf Steiner – GA 96 – Ursprungsimpulse der Geisteswissenschaft/ Christliche Esoterik im Lichte neuer Geist-Erkenntnis – Berlijn, 28 januari 1907 (bladzijde 203-204)

Eerder geplaatst op 24 december 2017

Beautiful young indian woman praying in the park.
Beautiful young indian woman praying and meditating in the park. Hinduism religion. Radja Yoga practice

Eenzaamheid

Eenzaamheid van de ziel, een niet door anderen begrepen worden komt ons als eerste geestelijke moeilijkheid tegemoet. De eenzaamheid brengt ons de hoogste geestelijke vruchten. In de eenzaamheid bidden, mediteren brengt ons de sterkste spirituele stromingen en sterkt onze eigen individualiteit.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266b – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – Karlsruhe, 14 oktober 1911 (bladzijde 231)

Eerder geplaatst op 10 juli 2015  (3 reacties)

Kracht en stof

Niet die materialist is de ergste, die aan de leer van het materialisme gelooft, die gelooft aan de leer van “kracht en stof”, maar hij is de ergste die afhankelijk is van kracht en stof, bijvoorbeeld als hij in de winter alleen in deze plaats, in de zomer alleen in die plaats kan leven, zich geheel afhankelijk van het stoffelijke maakt, om niet neurasthenisch te zijn. Daarom gaat het er niet alleen om dat men niet gelooft aan deze leer van kracht en stof, maar dat we onafhankelijk worden van stof. Wat is dat voor een leven, als iemand in de winter alleen in een grote stad en in de zomer alleen op het land kan leven. Bij zulke mensen helpt het bidden niet en het geloven niet, want hij is een materialist, hij is afhankelijk van “kracht en stof”.

Bron: Rudolf Steiner – GA 127 – Die Mission der neuen Geistesoffenbarung – St. Gallen, 26 februari 1911 – (bladzijde 109)

Eerder geplaatst op 27 mei 2015 (1 reactie)