Sociale gevoelens in plaats van antisociale driften

Hoewel geesteswetenschap schijnbaar alleen maar intellectualistische begrippen ontwikkelt, geeft zij in deze  begrippen tegelijk werkelijkheden die sociale in plaats van antisociale stimulansen geven.

Men moet de wereld vanuit een ander gezichtspunt bekijken dan men gewoonlijk deed in de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Men vond het lovenswaardig dat men zoveel over sociale eisen, over sociale belangen heeft gesproken. Voor wie de wereld beziet, is het slechts een teken dat men zo veel onsociaals in zich heeft. Net zoals degene die veel over liefde praat, meestal een liefdeloos wezen is, en degene die veel liefde in zich heeft, weinig over liefde spreekt, zo is degene die altijd over sociale kwesties praat – zoals dat juist in het derde deel van de negentiende eeuw gewoonte is geworden -, eigenlijk meestal geheel doortrokken van antisociale driften en instincten. 

Het sociale systeem dat zich in Oost-Europa voordoet, is niets anders dan de proef op de som van al het onsociale en antisociale leven.

Bron: Rudolf Steiner – GA 206 – Menschenwerden, Weltenseele  und  Weltengeist: Zweiter  Teil: Der  Mensch  als  geistiges  Wesen im  historischen  Werdegang – Dornach, 6 augustus 1921 (bladzijde 90-91)

rudolfsteinerlecture2011_13-2013_08_19-08_19_05-utc

Schilderij door David Newbatt

Eerder geplaatst op 3 januari 2020 (6 reacties)

Liefde / Eigenliefde

De liefde die een mens voor de ander meent te ontwikkelen – zoals de mensen nu eenmaal zijn in het leven – is meestal niets anders dan eigenliefde. De mens gelooft de ander lief te hebben, maar houdt eigenlijk in die liefde alleen van zichzelf. U ziet hier een bron van anti sociaal wezen, die bovendien nog de oorsprong van een vreselijk zelfbedrog moet zijn. Je kunt namelijk menen op te gaan in overstromende liefde tot een mens, maar je hebt in werkelijkheid niet deze andere mens lief, je hebt het verbonden zijn met de andere mens in je eigen ziel lief. Wat je daarbij als zaligheid in je eigen ziel gewaar wordt aan de andere mens, wat je in je voelt doordat je met die andere mens samen bent, dat je tegen de ander voor mijn part liefdesverklaringen uit, dat is het waarvan je eigenlijk houdt. Je hebt helemaal jezelf lief terwijl je deze eigenliefde in het verkeer met de ander doet ontbranden. 

Dit is een belangrijk levensgeheim. Dat is van geweldig groot belang. Want in de illusie over deze liefde waarvan men gelooft dat ze liefde is, maar die eigenlijk slechts eigenliefde, zelfzucht, egoïsme is, gemaskeerd egoïsme is – en verreweg de meeste liefde die van mens tot mens bestaat en liefde wordt genoemd, is slechts gemaskeerd egoïsme -, in de illusie over deze liefde ligt de bron van de grootst denkbare en verst strekkende antisociale impulsen. Door deze eigenliefde, die zich als liefde maskeert, wordt de mens in de eminentste zin tot een anti sociaal wezen. De mens is juist een anti sociaal wezen doordat hij zich in zichzelf begraaft. En hij begraaft zichzelf het allermeeste wanneer hij van dit in-zich-zelf-opsluiten niets weet of niets weten wil. 

Bron: Rudolf Steiner – GA 186 -Die soziale Grundforderung unserer Zeit/In geänderter Zeitlage – Dornach, 6 december 1918 (bladzijde 98-99)

Overgenomen uit: Interesse voor de ander – Uitgeverij Pentagon (Vertaling Bart Muijres)   

Eerder geplaatst op 6 december 2017  (24 reacties)

550x804

Zonder kennis van de mens zal er nooit een sociale samenleving komen (2 van 2)

U kunt niet sociale omstandigheden verkrijgen zonder de grondslag te leggen voor de mogelijkheid dat er sociale mensen zijn. Maar sociale mensen zijn er niet, als de mensen aan elkaar voorbijgaan en eenieder slechts in zichzelf leeft. Sociale mensen zijn er alleen doordat de mensen elkaar in het leven ontmoeten en dat iets overgaat van de ene mens op de andere. […] 

De meeste mensen denken vandaag de dag over de sociale vraagstukken zo dat ze zeggen: Men moet bepaalde dingen zo en zo organiseren, dan zullen de mensen daarin sociaal kunnen leven. – Zo is het niet. U kunt deze instellingen maken, sociale mensen zullen met deze instellingen goede mensen in sociale zin zijn, en antisociale mensen zullen met elke soort van instelling antisociaal zijn.

Bron: Rudolf Steiner – GA 191 – Soziales Verständnis aus geisteswissenschaftlicher Erkenntnis – Dornach, 4 oktober 1919 (bladzijde 45-46)

Eerder geplaatst op 7 november 2017  (2 reacties)

rudolf-steiner-ga-191-soziales-verstaendnis-aus-ge

Socialisme

Zeker, men streeft socialisme na, maar vanuit louter antisociale drijfveren en instincten. Dat moet men niet misverstaan, dat we eigenlijk vandaag de dag om de reden socialisme nastreven dat de mensen zo antisociaal in hun zielenontwikkeling en hun zielenhouding zijn geworden. Zou het sociale voelen vanzelfsprekender zijn, dan zouden niet zo veel socialistische programma’s hoeven te bestaan; die zijn in zekere zin enkel door de reactie op het antisociale voelen en beleven van de mensen opgeroepen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 193 – Der innere Aspekt des sozialen Rätsels – Berlijn, 12 September 1919 (bladzijde 105)

IKKE-IKKE-IKKE-625x524

Eerder geplaatst op 7 maart 2015  (9 reacties)

Arbeid/Werkloosheid

Werk als zodanig heeft geheel geen belang, als ze niet verstandig geleid wordt! Alleen door de mensen ingevoerde wijsheid is datgene te produceren en te scheppen, wat de mensen dient. Wie dit niet inziet en ook maar in het geringste daar tegen zondigt, zondigt tegen het sociale denken in de huidige tijd.

Dit te overdenken in alle mogelijke fasen, dat maakt het denken sterk. Wie – zoals de sociaaldemocraten – erover nadenkt hoe men banen schept om de werkloosheid af te schaffen, denkt in de hoogste mate antisociaal. Het komt er veel meer op aan dat arbeid alleen, uitsluitend, voor mensen gebruikt wordt om waardevolle goederen te creëren.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266a – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – Hamburg, 3 maart 1906 (bladzijde 128)

Eerder geplaatst op 24 juni 2015  (2 reacties)