Abstractie/Werkelijkheid

Door de antroposofie leren we niet alleen naar de fysieke wereld te kijken en altijd maar te zeggen: Daar ligt geestelijks aan ten grondslag. – Dat is goedkoop. Daardoor maken we ons geen juiste gedachten eigen over de spirituele wereld. Degene die alleen filosofisch altijd maar zou willen zeggen: Nu ja, aan al het fysieke ligt een spirituele basis -, die lijkt op iemand die over een weide loopt, en een ander zegt hem: ‘Kijk eens, dat zijn paardenbloemen, dat zijn madeliefjes’  enzovoort -, maar hij zegt: ‘Dat wil ik allemaal niet weten. Dat is bloem, bloem, abstractie bloem!’ – Zo is het met iemand, die alleen als filosoof overal het pantheïstische, geestelijke erkennen wil, maar niet wil ingaan op de concrete, bijzondere vormgevingen (Duits: Ausgestaltungen) van het geestelijke.

Bron: Rudolf Steiner – GA 226 – Menschenwesen Menschenschicksal und Welt-Entwickelung – Kristiania (Oslo), 18 mei 1923 (bladzijde 56-57)

Eerder geplaatst op 22 juni 2016

Imaginatie

Wil men de eigenlijke betekenis van het denken leren kennen, wil men de werkelijke waarheid van de kosmische betekenis van het denken leren kennen, dan moeten we stijgen naar de imaginatieve waarneming, zoals het in De weg tot inzicht in hogere werelden is beschreven. Zodra men het denken ontdoet van de abstractheid, die het voor ons bewustzijn heeft, en onderduikt in de zee van de wevende gedachtenwereld, komt men in de noodzaak niet alleen zulke abstracte gedachten te hebben zoals de mens op aarde, maar daarin beelden te hebben.

Want uit beelden is alles geschapen, beelden zijn de werkelijke oorzaak van de dingen, beelden liggen achter alles wat ons omringt, en in deze beelden duiken we onder, wanneer we in de zee van het denken duiken. Deze beelden heeft Plato bedoeld, deze beelden hebben allen bedoeld, die over de geestelijke oergronden gesproken hebben, deze beelden heeft Goethe bedoeld, als hij over zijn oerplant sprak. Deze beelden vindt men in het imaginatieve denken. Maar dit imaginatieve denken is een werkelijkheid, en daarin duiken we onder als we in het golvende, in de stroom van de tijd gaande denken duiken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 157 – Menschenschicksale und Völkerschicksale – Berlijn, 6 juli 1915 (bladzijde 298)

Abstractie/Werkelijkheid

Door de antroposofie leren we niet enkel naar de fysieke wereld te kijken en altijd maar te zeggen: Daar ligt geestelijks aan ten grondslag. – Dat is goedkoop. Daardoor maken we ons geen juiste gedachten eigen over de spirituele wereld. Degene die alleen filosofisch altijd maar zou willen zeggen: Nu ja, aan al het fysieke ligt een spirituele basis -, die lijkt op iemand die over een weide loopt, en een ander zegt hem: ‘Kijk eens, dat zijn paardenbloemen, dat zijn madeliefjes’  enzovoort -, maar hij zegt: ‘Dat wil ik allemaal niet weten. Dat is bloem, bloem, abstractie bloem!’ – Zo is het met iemand, die alleen als filosoof overal het pantheïstische, geestelijke erkennen wil, maar niet wil ingaan op de concrete, bijzondere vormgevingen (Duits: Ausgestaltungen) van het geestelijke.

Bron: Rudolf Steiner – GA 226 – Menschenwesen Menschenschicksal und Welt-Entwickelung – Kristiania (Oslo), 18 mei 1923 (bladzijde 56-57)

Eerder geplaatst op 25 maart 2014

Jammerlijke abstractie

De gedachte zal meer en meer als een werkelijke zielenkracht erkend moeten worden, niet als de jammerlijke abstractie zoals de laatste tijd hem ontwikkeld heeft en bovendien zo trots op is. In oudere tijden waren de mensen door een oud erfgoed nog met de spirituele wereld verbonden. Hoewel ook de atavistische helderziendheid naar verhouding al sinds vele eeuwen teruggelopen is, leefde in het voelen en willen nog dit erfgoed. Maar nu is de tijd waarbij het bewustzijn steeds meer en meer als een werkelijke macht optreden moet, waardoor ook de geesten van de weerstand, de geesten der duisternis in onze tijd aanstormen om tegenover de reële gedachten de abstracte gedachten in de vorm van alle mogelijke wereldprogramma’s te zetten. Deze samenhang moet men doorzien. De gedachte moet steeds werkelijker en werkelijker worden. Dat moet door de mensen begrepen worden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 178 – Individuelle Geistwesen und ihr Wirken in der Seele des Menschen – Zürich, 13 november 1917 (bladzijde 111)

Abstractie/Werkelijkheid

Door de antroposofie leren we niet enkel naar de fysieke wereld te kijken en altijd maar te zeggen: Daar ligt geestelijks aan ten grondslag. – Dat is goedkoop. Daardoor maken we ons geen juiste gedachten eigen over de spirituele wereld. Degene die alleen filosofisch altijd maar zou willen zeggen: Nu ja, aan al het fysieke ligt een spirituele basis -, die lijkt op iemand die over een weide loopt, en een ander zegt hem: ‘Kijk eens, dat zijn paardenbloemen, dat zijn madeliefjes’  enzovoort -, maar hij zegt: ‘Dat wil ik allemaal niet weten. Dat is bloem, bloem, abstractie bloem!’ – Zo is het met iemand, die alleen als filosoof overal het pantheïstische, geestelijke erkennen wil, maar niet wil ingaan op de concrete, bijzondere vormgevingen van het geestelijke.

Bron: Rudolf Steiner – GA 226 – Menschenwesen Menschenschicksal und Welt-Entwickelung – Kristiania (Oslo), 18 mei 1923 (bladzijde 56-57)