Vraagteken

Men maakt dikwijls met betrekking tot reïncarnatie de volgende tegenwerping: Als de mens zijn opgave op aarde vervuld heeft, dan kent hij die; waarom moet hij dan weer opnieuw komen? – De tegenwerping zou juist zijn, als de mens op dezelfde aarde zou terugkomen. Maar omdat hij in de regel pas in de loop van circa 1000 jaar terugkomt, vindt hij een nieuwe natuur, een nieuwe aarde en mensheid, want zij hebben zich ontwikkeld, en zo kan hij iedere keer iets nieuws leren en een nieuwe opdracht vervullen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 094 – Parijs, 17 juni 1906 (bladzijde 76)

Dit is weer zo’n punt in het werk van Steiner, dat ik nooit goed begrepen heb. Het is natuurlijk waar dat de hele wereld in 1000 jaar totaal verandert en dat men daardoor ook andere dingen kan leren en meemaken. Maar om nieuwe dingen te leren is het toch helemaal niet nodig dat de aarde veranderd is. Er zijn immers talloze verschillende mogelijkheden om iets nieuws te leren. Stel dat men meteen na de dood zou worden wedergeboren, dan zou men toch ook talloze andere ervaringen kunnen hebben? Steiner doet het hier voorkomen of de hele aarde eerst veranderd moet zijn voordat men weer iets nieuws kan leren. Alleen al doordat men bijvoorbeeld andere talenten heeft of een ander beroep of andere hobby’s, of in een ander werelddeel wordt geboren, of in rijkdom of in armoede wordt geboren, alleen daardoor al heeft men heel verschillende ervaringen en daarbij hoeft men niet eerst honderden of duizend jaar verder te zijn, zodat de wereld veranderd is.